Sla inhoud over

KC 2024/002

Datum uitspraak:
30/01/2024
Samenvatting:
Klager stelt dat de prijzen van de inrichtingswinkel verhoogd zijn na bestelling en bij levering en klaagt over de misleidende informatie op de bestellijst daarover. De directie geeft aan dat er geen sprake is van een beslissing door of namens de directeur en dat klager over zijn algemeenheid klaagt over het feitelijk handelen van de winkel. Door de directie wordt mogelijk gemaakt dat gedetineerden wekelijks boodschappen kunnen doen via de winkel en daarmee heeft zij haar zorgplicht dus niet geschonden. Er is geen wijziging in de werkwijze waarover de directie klager had moeten informeren. Al met al verzoekt zij de klacht ongegrond te verklaren. De beklagcommissie merkt op dat het handelen van de winkel eerder aan de orde is geweest, dat de directie stelt hier niet blij mee te zijn, maar dat de directie daar verder niets aan doet. Voor nu is de beklagcommissie van oordeel dat de klacht ongegrond is, maar dit kan in de nabije toekomst anders is als de directie niet in onderhandeling treedt met de winkel.
Uitspraak:

De beklagcommissie van de Commissie van Toezicht bij de Penitentiaire Inrichting Zwolle

Kenmerk: Z1-2023-000400
Betreffene: winkelprijzen

Datum beslissing: 30 januari 2024

De beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht van de PI Zwolle heeft kennis genomen van het op 3 augustus 2023 ontvangen klaagschrift ingediend door


de heer […], verblijvende in de P.I. Zwolle, hierna te noemen klager.


De onderliggende stukken

De beklagcommissie heeft kennis genomen van de volgende stukken:

  • het klaagschrift, gedateerd op 1 augustus 2023;
  • het verslag bemiddeling maandcommissarissen van de Commissie van Toezicht van

21 september 2023;

  • het verweerschrift, gedateerd op 26 oktober 2023;
  • een onderdeel van de leveringsvoorwaarden van de winkel.


De inhoud van het klaagschrift

Klager klaagt erover dat de prijzen, die de inrichtingswinkel (verder: de winkel) berekent voor veel producten, verhoogd zijn na bestelling en bij levering. Ten tijde van de levering moest klager dus meer voor zijn bestelde producten betalen dan op de bestellijst stond. Klager vindt dat hij niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor een prijsverhoging die wordt ingevoerd na de bestelling.


Het verweerschrift van de directeur

Kort samengevat voert de directie ten eerste aan dat er geen sprake is van een beslissing door of namens de directeur. De directie wijst er voorts op dat klager zijn schrijven niet heeft onderbouwd met enig steunbewijs of anderszins. De directie stelt zich op het standpunt dat klager in zijn algemeenheid klaagt over het feitelijk handelen van de winkel en dat de directeur daar niet over gaat. Voorts is de directie van mening dat zij, gelet op de zorgplicht, heeft gefaciliteerd dat elke gedetineerde eens per week in de gelegenheid wordt gesteld om via de inrichtingswinkel gebruiksartikelen en etenswaren aan te kopen. De directie is van mening dat zij haar zorgplicht niet heeft geschonden. Er is geen wijziging in de werkwijze door de winkel waarover de directeur klager had moeten informeren.

De directie verzoekt het klaagschrift ongegrond te verklaren.


Behandeling tijdens de zitting

De beklagcommissie heeft bovengenoemde klacht op 12 januari 2024 ter zitting behandeld alwaar van directiezijde zijn verschenen […] en […], plaatsvervangend vestigingsdirecteuren en zijn klager en de directie gehoord.

Ter zitting heeft klager een aantal formulieren overgelegd waaruit het verschil tussen de prijs van de producten ten tijde van bestelling en de prijs ten tijde van de levering blijkt. Zo stond kaas op de bestellijst voor € 1,83, maar is € 3,10 van zijn rekening afgeschreven. Voor de spekjes gold een verschil van € 3,09 tussen de prijs bij bestelling (€ 1,50) en de prijs bij levering (€ 4,59). Klager heeft de prijsverschillen op de oude en nieuwe op de formulieren gemarkeerd. Naar de mening van klager ziet het prijsvoorbehoud, genoemd in de leveringsvoorwaarden, uitsluitend op versproducten. 

Klager wijst erop dat meerdere gedetineerden hebben geklaagd over de prijsverschillen. Het gaat om een bestelling die op 25 juli is gedaan en op 1 augustus 2023 is geleverd. De aankondiging van de prijsverhogingen was niet rondgestuurd ten tijde van het bestellen, maar pas een dag na het invullen van de bestellijst. Klager benadrukt dat hij niet klaagt over de verhoging van de prijzen in het algemeen maar over de misleidende informatie op de bestellijst.

Klager is lid geweest van de Gedeco. Vanuit die rol heeft hij het prijsbeleid aan de orde gesteld, maar hij loopt daarbij tegen een muur aan.

Voor sommige gedetineerden kan de (tussentijdse) prijsverhoging tot gevolg hebben dat een aantal producten niet geleverd worden vanwege een onvoldoende saldo op de rekening. 


De directie stelt zich op het standpunt dat de prijsproblemen te wijten zijn aan de winkel in Almelo. De directie neemt de klachten serieus en zal communicatie met de winkel starten. Het is niet de eerste klacht over de winkel en de directie realiseert zich dat er iets zal moeten gebeuren. De directie is niet blij met de situatie en ook niet met het aangeboden assortiment.

 
Het oordeel van de beklagcommissie

De ontvankelijkheid van het klaagschrift

Het klaagschrift is ingediend binnen de wettelijke termijn en ook overigens ontvankelijk.


De inhoudelijke beoordeling van het klaagschrift

De beklagcommissie stelt, onder verwijzing naar de uitspraak van de RSJ van 30 augustus 2022 (RSJ 20/16780/GA), voorop dat onder adequaat leveren door de winkel wordt verstaan het leveren conform de bestellijst, prijslijst en andere gestelde voorwaarden


In dit geval is er sprake van prijsverschil van de producten tussen het moment van bestelling en het moment van levering. Dit is op zijn zachtst gezegd civielrechtelijk een opmerkelijke handelwijze. Weliswaar is in de leveringsvoorwaarden van de winkel opgenomen dat prijzen onder voorbehoud zijn en per week kunnen worden aangepast, maar met klager is de beklagcommissie van oordeel dat dit dient te gaan om kleine prijsverschillen van versproducten. 


Hoewel de winkel een eigen klachtenprocedure kent geeft die procedure de gedetineerde slechts een beperkte mogelijkheid om bij onvrede over het handelen van de winkel een succesvolle klacht in te dienen.


De directie geeft de indruk dat zij aan handen en voeten gebonden is aan het beleid van de winkel en zij heeft er verschillende malen op gewezen dat zij niet verantwoordelijk is voor het beleid en evenmin voor het handelen van de winkel. Naar het oordeel van de beklagcommissie kan de directie echter niet blijven volstaan met het standpunt dat zij, gelet op haar zorgplicht, heeft gefaciliteerd dat elke gedetineerde eens per week in de gelegenheid wordt gesteld om via de inrichtingswinkel gebruiksartikelen en etenswaren aan te kopen.


De winkel heeft op dit moment een monopolypositie. De gedetineerden zijn voor veel zaken afhankelijk van de winkel. De beklagcommissie merkt ter voorlichting van de directie op dat het niet ondenkbaar is dat gedetineerden de mogelijkheid wordt geboden om eens in de zoveel tijd bij een andere leverancier bestellingen te doen. Dit doorbreekt de hiervoor genoemde monopolypositie en kan voor de directie meer druk opleveren bij de onderhandelingen met de winkel om zo tot een verbeterde service van de winkel te komen. 


Reeds meerdere malen is het functioneren van de winkel aan de orde geweest en door of namens de directie is telkens aangevoerd dat zij niet blij is met de situatie. Naar het oordeel van de beklagcommissie kan de directie het, gelet op haar zorgplicht, niet slechts laten bij de mededeling dat zij niet blij is met de situatie en het daarbij laten. Dit betekent dat de directeur daadwerkelijk actie dient te ondernemen en resultaat dient te boeken. Dat is tot op heden nog niet gebeurd.

De beklagcommissie is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de constatering dat de directie haar zorgplicht niet nakomt in zaken betreffende het handelen van de winkel.

Op dit moment is de beklagcommissie van oordeel dat de klacht gelet op de stukken in het dossier ongegrond is, maar de commissie merkt op dat dit in de nabije toekomst anders is als de directie niet in onderhandeling treedt met de winkel en tot betere afspraken in het belang van de gedetineerden komt.


BESLISSING

De beklagcommissie verklaart het klaagschrift ongegrond.


Aldus gedaan op 30 januari 2024 door mr. H.R. Schimmel, voorzitter, de heer N.E. Sahhar en de heer J. Kamphuis, leden, bijgestaan door P.M. van Arkel, secretaris.