Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2012/130

Datum uitspraak:
17/08/2012
Artikel:
38, 56 Bvt
Samenvatting:
De klacht is gericht tegen een aan klager opgelegde inperkende telefoonmaatregel. Bemiddeling heeft niet tot het gewenste resultaat geleidt. De maatregel tot weigering van al het telefonisch contact is aan klager opgelegd met het oog op de voorkoming of opsporing van strafbare feiten. De politie heeft klager als mogelijke verdachte aangemerkt van een strafbaar feit dat is gepleegd in de woonplaats van klagers ouders, alwaar hij ten tijde van het plegen van dit feit verbleef. De voorzitter overweegt dat de beslissing van de directie om de onderhavige maatregel op te leggen niet onredelijk of onbillijk is, gelet op voornoemde omstandigheden. Daarnaast heeft de maatregel niet onredelijk lang voortgeduurd. Klacht kennelijk ongegrond, geen mondelinge behandeling.
Uitspraak:

BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ FPC […]

Klachtnummer: […]

De beklagcommissie heeft te beslissen op de door

[…] (klager), verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum  […], ingediende klacht.

1.         HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij klaagschrift van 25 april 2012, ingekomen d.d. 2 mei 2012 heeft klagers raadsman, […], namens klager beklag ingediend ten aanzien van de hem opgelegde inperkende telefoonmaatregel.

Voorafgaande aan de beklagprocedure heeft bemiddeling plaatsgevonden. Voor het verloop van de bemiddelingsprocedure verwijst de beklagcommissie naar de inhoud van de rapportage van de maandcommissaris.

Na bemiddeling door de maandcommissaris heeft klager kenbaar gemaakt zijn klacht te willen handhaven.

1.3       Op 25 mei 2012 zijn van de zijde van de inrichting de schriftelijke inlichtingen ontvangen inzake de klacht.

1.4       De beklagcommissie maakt haar excuus voor het lang uitblijven van haar uitspraak, een en ander heeft te maken met de grote hoeveelheid ingediende klachten.


2.         STANDPUNTEN VAN KLAGER EN DIRECTIE

Uit het klaagschrift en de overige stukken blijkt het navolgende.

Klager is het niet eens dat hem een belmaatregel is opgelegd op 24 april 2012. Hij wil zijn ouders zelf kunnen inlichten over de verdenking van het plegen van strafbare feiten tijdens zijn verlof.

Hetgeen klager overigens op dit punt heeft aangevoerd in zijn klaagschrift, wordt hier als ingelast beschouwd.

2.2       In haar schriftelijke inlichtingen heeft de directie - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende aangevoerd:

Op 24 april 2012 is klager een maatregeling weigering van al het telefonisch contact opgelegd met het oog op de voorkoming of opsporing van strafbare feiten. Klager is tijdens het weekend van 13, 14 en 15 april 2012 op verlof geweest in de woonplaats van zijn ouders. Ten tijde van zijn verblijf is er in dezelfde woonplaats een strafbaar feit gepleegd welke overeenkomt met het indexdelict van klager. Door deze overeenkomst is klager door de politie meegenomen in het onderzoek, waarbij hij als mogelijke verdachte wordt aangemerkt.

In verband met het lopende onderzoek is klager de belmaatregel opgelegd. Op 26 april is de maatregel opgeheven.

De kliniek is van oordeel dat het beklag gelet op bovenstaande ongegrond dient te worden verklaard.

Hetgeen de kliniek overigens op dit punt heeft aangevoerd in haar schriftelijke inlichtingen, wordt hier als ingelast beschouwd.

DE  BEOORDELING

De beklagcommissie overweegt het volgende.

3.1       Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beklag

Klager is ingevolge artikel 38, derde lid van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) een inperkende maatregel opgelegd waarbij het telefonisch contact met de buitenwereld is geweigerd. Klager kan derhalve in zijn beklag worden ontvangen op basis van artikel 56, eerste lid, c , Bvt.

Ten aanzien van de gegrondheid van het beklag

De politie heeft klager als mogelijke verdachte aangemerkt van een strafbaar feit dat is gepleegd in de woonplaats van klagers ouders, alwaar hij ten tijde van het plegen van dit feit verbleef. Om het onderzoek niet te frustreren is klager de belmaatregel opgelegd die heeft geduurd van 24 tot en met 26 april 2012. De voorzitter overweegt dat de beslissing van de directie om de onderhavige maatregel op te leggen niet onredelijk of onbillijk is, gelet op voornoemde omstandigheden. Daarnaast heeft de maatregel niet onredelijk lang voortgeduurd. De voorzitter zal het beklag dan ook ongegrond verklaren.

Nu op voorhand duidelijk is dat het beklag ongegrond is, vindt geen mondelinge behandeling door de beklagcommissie plaats en geschiedt de uitspraak door de voorzitter van deze commissie.

4.         DE BESLISSING

De beklagcommissie verklaart het beklag met nummer […] kennelijk ongegrond.

Aldus beslist op 17 augustus 2012 door de beklagcommissie.