Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC2024/004

Datum uitspraak:
15/02/2024
Artikel:
47 Pbw, 5 en 7 Rag
Samenvatting:
Klager nam in PI Dordrecht geen deel aan arbeid vanwege een disciplinaire straf. Klager werd overgeplaatst en ten tijde van de klacht stond klager zes weken op de wachtlijst in de Schie. Hij ontvangt geen wachtgeld. De hoofdregel in de Rag is dat een gedetineerde die arbeid wil verrichten, maar dat vanwege onvoldoende beschikbaarheid niet kan, in beginsel recht heeft op wachtgeld. In dit geval ontving klager geen wachtgeld, omdat hij na het ondergaan van een disciplinaire straf op de wachtlijst stond, waarbij de directeur zich baseert op het bepaalde in het Arbeidsreglement. De uitzondering in het Arbeidsreglement verhoudt zich niet met de hoofdregel, terwijl de in de Rag voorziene uitzonderingen niet opgaan. De beklagcommissie ziet geen mogelijkheden om aansluiting te zoeken bij artikel 9a Rag. Dit ziet erop dat gedetineerden geen financiële vergoeding ontvangen als zij zijn uitgesloten voor de arbeid vanwege een ordemaatregel of disciplinaire straf. Deze bepaling biedt geen grondslag voor ontzegging van wachtgeld als gevolg van plaatsing op de wachtlijst na afloop van een straf.   Dat gedetineerden die op de wachtlijst staan door een ordemaatregel of disciplinaire straf, de eerste twee weken ingesloten mogen worden gedurende het arbeidsblok, kan evenmin grondslag vormen om wachtgeld te ontzeggen. Ingesloten worden betekent niet automatisch dat je geen wachtgeld krijgt. Het beklag wordt gegrond verklaard. De directeur wordt opgedragen met inachtneming van de uitspraak binnen twee weken een nieuw besluit te nemen.
Uitspraak:
DE BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ DE PENITENTIAIRE INRICHTINGEN ROTTERDAM, LOCATIE DE SCHIE
 
 
Uitspraak op het klaagschrift als bedoeld in artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), ingekomen bij de beklagcommissie op 18 december 2023, van de gedetineerde:
 
[…],
 
verblijvende in bovenvermelde inrichting,
 
betreffende: activiteiten (arbeid).
 
 
1. Het verloop van de procedure
 
1.1
De beklagcommissie heeft kennis genomen van de volgende stukken:
 
-        het klaagschrift;
-        de schriftelijke reactie van de directeur van 1 februari 2024 met bijlagen.
 
1.2

De mondelinge behandeling van het klaagschrift vond plaats op 15 februari 2024. Daarbij waren aanwezig klager en de directeur. De beklagcommissie heeft het onderzoek aangehouden teneinde de directeur in de gelegenheid te stellen de beklagcommissie te informeren wat de wettelijke grondslag is van de Regeling arbeid gedetineerden, en in hoeverre het Reglement op het hiervoor genoemde onderdeel verenigbaar is met artikel 5 van de Regeling arbeid gedetineerden. Op 19 maart 2024 heeft de directeur nadere informatie verschaft. De beklagcommissie ziet geen aanleiding tot het houden van een nadere zitting en zal uitspraak doen.

2. De standpunten van partijen
 
2.1
Klager heeft in zijn klaagschrift van 13 december 2023 aangevoerd dat hij na binnenkomst in De Schie al zes weken op de wachtlijst staat voor arbeid, omdat er geen arbeid kon worden aangeboden. Hij wenst daarvoor wachtgeld te ontvangen.
 
2.2
De directeur voert aan dat klager geen wachtgeld toekomt op grond van het bepaalde in het “Arbeidsreglement op basis van Wet Straffen en Beschermen”, ook wel het Arbeidsreglement In made genoemd (hierna: het Arbeidsreglement). Dit reglement maakt deel uit van de stukken en bepaalt onder meer:
Overtreding van de regels: Tijdens de arbeid gelden ook de algemene huisregels. Bij overtreding van de regels kunt u een waarschuwing krijgen, een mededeling of een strafrapport. In sommige gevallen kunt u uw werkplek verliezen en dient u zich opnieuw aan te melden om (onder aangescherpte voorwaarden) een nieuwe kans te krijgen. In het uiterste geval wordt u structureel uitgesloten van deelname aan arbeid.
• Indien u na afloop van de sanctie of ordemaatregel weer wilt deelnemen aan de arbeid, dient u zich
wederom aan te melden bij de arbeid middels het invullen en ondertekenen van het formulier
“aanvraag deelname arbeid”. U heeft geen recht op uw oude werkplek.
• U ontvangt pas weer loon/wachtgeld vanaf het moment dat u daadwerkelijk arbeid heeft verricht.
 
De directeur is van mening dat de situatie, beschreven in de bullets, zich hier voordoet, omdat klager bij binnenkomst in De Schie op 2 november 2023 wegens een disciplinaire straf in PI Dordrecht niet aan arbeid deelnam.
De directeur heeft klager op grond van het Arbeidsreglement geen wachtgeld toegekend aangezien klager op de wachtlijst is geplaatst nadat hij de disciplinaire straf heeft ondergaan. Op grond van het bepaalde in het Arbeidsreglement krijgt klager pas weer loon als hij daadwerkelijk arbeid heeft verricht.
 
Desgevraagd heeft de directeur nader aangevoerd dat de bepaling uit het Arbeidsreglement verenigbaar is met de Regeling arbeid gedetineerden. De bestreden bepaling uit het Arbeidsreglement is niet expliciet herleidbaar naar één van de uitzonderingsbepalingen uit de Regeling arbeid gedetineerden (artikel 7 t/m 9), omdat die geen rekening houden met de mogelijkheid van een wachtlijst. Omdat over deze specifieke situatie nog geen jurisprudentie bestaat, is de directeur van mening dat hier aansluiting gevonden dient te worden in artikel 9, onder a, Regeling arbeid gedetineerden. Conform voornoemd artikel ontvangen gedetineerden geen financiële vergoeding voor zover gedetineerden zijn uitgesloten voor de arbeid vanwege een ordemaatregel of disciplinaire straf. De strekking van betreffende uitzonderingsgrond is naar de mening van de directeur gelegen in de eigen verantwoordelijkheid die gedetineerden hebben ten aanzien van hun deelname aan de arbeid. Het vertonen van wangedrag binnen detentie heeft, zoals blijkt uit de wet, de huisregels en het arbeidsreglement, ook gevolgen voor de deelname aan de arbeid. In het verlengde daarvan acht de directeur het niet onredelijk noch onbillijk om gedetineerden na afloop van hun straf of ordemaatregel niet direct een loonvervangende tegemoetkoming aan te bieden.
 
Subsidiair heeft de directeur het standpunt ingenomen dat gedetineerden die op de
wachtlijst staan door eigen toedoen, pas na twee weken in aanmerking komen voor een
loonvervangende tegemoetkoming. De directeur heeft daarbij aansluiting gezocht bij bestaande jurisprudentie omtrent het insluitbeleid van gedetineerden op de wachtlijst. Zij mogen op grond van die jurisprudentie de eerste twee weken ingesloten worden gedurende het arbeidsblok, daarna moet een vervangend dagprogramma aangeboden worden.
 
3. De beoordeling
 
3.1 Wettelijk kader
 
Artikel 47 van de Penitentiaire beginselenwet luidt:
  1. De gedetineerde kan in de gelegenheid worden gesteld deel te nemen aan de in de inrichting beschikbare arbeid
  2. De directeur draagt zorg voor de beschikbaarheid van arbeid voor de gedetineerden, voor zover de aard of de duur van de detentie zich daar niet tegen verzet.
  3. De arbeidstijd wordt in de huisregels vastgesteld binnen de grenzen van hetgeen buiten de inrichting gebruikelijk is.  
  4. Onze Minister stelt regels omtrent de toepassing van het tweede lid en omtrent de samenstelling en de hoogte van het arbeidsloon. De directeur is belast met de vaststelling en uitbetaling van het arbeidsloon.
 
De relevante onderdelen van de Regeling arbeid gedetineerden zijn:
Artikel 5:
De gedetineerde ontvangt een loonvervangende financiële tegemoetkoming voor ieder uur waarin zijn detentie- en re-integratieplan in zaalarbeid, taakarbeid of stukarbeid voorziet en voorzover hij niet aan zaalarbeid, taakarbeid of stukarbeid heeft kunnen deelnemen als gevolg van:
a. zijn deelname, met toestemming van de directeur, aan activiteiten, vastgelegd in het detentie- en re-integratieplan; de hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het basisuurloon, vermeerderd met de gemiddeld voor de voor hem aangewezen arbeid geldende toeslag;
b. een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 8, eerste lid; de hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het basisuurloon;
c. de situatie dat de directeur niet kan voorzien in een aanbod van arbeid; de hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het basisuurloon;
d. onvermijdbaar verzuim; de hoogte van de tegemoetkoming bedraagt 80% van het basisuurloon. In geval van extramurale arbeid bedraagt de hoogte van tegemoetkoming bij onvermijdbaar verzuim 80% van het basisuurloon dat voor extramurale arbeid geldt.
 
Artikel 9:
De gedetineerde ontvangt geen financiële vergoeding of tegemoetkoming op grond van deze Regeling:
a. voor zover hij conform de artikelen 23, eerste lid, onder a, b of d, 24 of 51, eerste lid onder a of c, van de wet is uitgesloten van deelname aan de arbeid;
b. de directeur heeft besloten hem vanwege zijn gedrag tijdens arbeid structureel uit te sluiten van arbeid.
 
3.2
Niet ter discussie staat dat klager in de periode dat hij op de wachtlijst heeft gestaan geen wachtgeld heeft gekregen, ondanks zijn verzoek daartoe. Voor zover op zijn verzoek geen besluit is genomen, dient het uitblijven daarvan ingevolge artikel 60 van de Penitentiaire beginselenwet gelijkgesteld te worden met een besluit.
 
De beklagcommissie stelt verder voorop dat ingevolge de Regeling arbeid gedetineerden de hoofdregel is dat – kort gezegd - een gedetineerde die wel arbeid wil verrichten, maar dat niet kan omdat er geen arbeid beschikbaar is, in beginsel recht heeft op wachtgeld.
In dit geval is de gedetineerde het recht op wachtgeld ontzegd, omdat hij na het ondergaan van een disciplinaire sanctie op de wachtlijst stond, waarbij de directeur zich baseert op het bepaalde in het Arbeidsreglement. De beklagcommissie stelt vast deze in het Arbeidsreglement verwoorde uitzondering zich niet verhoudt met voornoemde hoofdregel, terwijl de in de Regeling arbeid gedetineerden voorziene uitzonderingen niet opgaan.[1] Of de achtergrond hiervan is, dat de regeling geen rekening houdt met het bestaan van een wachtlijst, kan hierbij in het midden blijven.
 
De beklagcommissie ziet geen mogelijkheden om, zoals verzocht door de directeur, aansluiting te zoeken bij artikel 9, onder a, Regeling arbeid gedetineerden. Dit artikel ziet immers op de situatie dat gedetineerden geen financiële vergoeding ontvangen als zij zijn uitgesloten voor de arbeid vanwege een ordemaatregel of disciplinaire straf. Deze bepaling kan geen grondslag bieden voor ontzegging gedurende de tijd dat een gedetineerde na afloop daarvan op de wachtlijst komt. Ook de eigen verantwoordelijkheid van gedetineerden ten aanzien van hun deelname aan de arbeid indachtig, rechtvaardigt een dergelijke interpretatie of reikwijdte van de bepaling niet.
 
Het feit tenslotte, dat ingevolge rechtspraak gedetineerden, die op de wachtlijst staan door een ordemaatregel of disciplinaire straf, de eerste twee weken ingesloten mogen worden gedurende het arbeidsblok, kan evenmin grondslag vormen om wachtgeld te ontzeggen gedurende die tijd. Ingesloten worden betekent immers niet automatisch dat je geen wachtgeld krijgt. Gelet hierop ziet de beklagcommissie geen aanleiding om de directeur in zijn subsidiaire standpunt te volgen dat het redelijk zou zijn om aansluiting te vinden bij deze termijn van twee weken.
 
3.3
De beklagcommissie is gelet op het vorenstaande van oordeel dat het niet toekennen van wachtgeld in dit geval in strijd is met een hogere regeling, meer in het bijzonder met artikel 5, aanhef en onder c, van de Regeling arbeid gedetineerden. Het beklag zal derhalve gegrond worden verklaard. De beklagcommissie zal bepalen dat de directeur met inachtneming van deze uitspraak binnen twee weken een nieuw besluit zal nemen.
 
4. De beslissing
 
De beklagcommissie.
-        verklaart het beklag gegrond;
-        bepaalt dat dat de directeur, met inachtneming van deze uitspraak, binnen twee weken een nieuw besluit zal nemen.
 
Deze uitspraak is gegeven door de beklagcommissie, bestaande uit mr. L.C. van Walree, voorzitter, mr. T. Gumus en B.J.C.J. Terstegge, leden, in tegenwoordigheid van C. Groenewegen, secretaris, op 15 februari 2024.  


[1] De uitzonderingsbepalingen van de artikelen 7 en 8 Regeling arbeid gedetineerden zien op situaties die geen betrekking hebben op dit geval en blijven daarom buiten bespreking.