Wat doet de commissie?
Wat doet de commissie?
Een commissie van toezicht (CvT) is een bij wet [1] ingestelde groep mensen die toezicht houdt op het reilen en zeilen binnen een justitiële inrichting. Dit kan een gevangenis zijn, een huis van bewaring een justitiële jeugdinrichting, een inrichting voor forensische zorg of een bijzondere voorziening zoals een detentiecentrum voor vreemdelingen die het land moeten verlaten. De Commissie van Toezicht kijkt als het ware mee over de schouders van de directeur en zij oefent toezicht uit vanuit de maatschappij. Dit is van belang vanwege de afhankelijke positie van justitiabelen.
Samenstelling CvT
Binnen elke justitiële inrichting is een separate onafhankelijke commissie van toezicht aangesteld, bestaande uit burgers, waarvan in ieder geval deel uitmaken: een met rechtspraak belast lid van de rechterlijke macht, een advocaat, een medicus en een deskundige uit de kring van het maatschappelijk werk. Deze laatste twee deskundigen zijn bij de justitiële jeugdinrichting vervangen voor een deskundige op het gebied van de gedragswetenschappen en een deskundige op het gebied van de pedagogische hulpverlening. Bij een inrichting voor de verpleging van ter beschikkinggestelden zijn de laatste twee deskundigen vervangen voor een psychiater en een gedragsdeskundige met kennis van de intramurale zorg voor geestelijk gestoorden.
De leden van de Commissie van Toezicht worden door de minister van Veiligheid en Justitie benoemd voor de duur van vijf jaar. Herbenoeming kan twee keer plaatsvinden. De commissie bestaat per inrichting uit ten minste zes leden en is zo breed mogelijk samengesteld.
Taken
De commissie van toezicht heeft vier taken die in de Wet nader zijn omschreven. Deze taken zijn:
a) het toezicht houden op de wijze van tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming in de inrichting of afdeling c.q. het toezicht houden op de wijze van tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen in de inrichting;
b) kennisneming van de door gedetineerden, jeugdigen, ouders of voogd, stiefouder of pleegouders en verpleegden naar voren gebrachte grieven en bij jeugdigen ter zake te bemiddelen en bij verpleegden zo nodig ter zake tussen een verpleegde en het hoofd van de inrichting te bemiddelen;
c) het behandelen van klaagschriften;
d) het geven van advies en inlichtingen omtrent het onder a. gestelde, aan de Minister van Justitie, de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) en de directeur van de inrichting.
Maandcommissaris
Bij toerbeurt treedt dan ook één van de leden op als maandcommissaris. De maandcommissaris bezoekt ten minste eenmaal per maand de inrichting, maar veelal gebeurt dit eenmaal per week. In veel inrichtingen is er een mogelijkheid om een ‘spreekbriefje’ in te dienen. De maandcommissaris wordt hierin verzocht bij de betreffende persoon langs te komen. Dit kan resulteren in bemiddeling door de maandcommissaris [2].
Beklagcommissie en behandeling klaagschriften van justitiabelen
De Commissie van Toezicht benoemt een beklagcommissie, die bestaat uit drie leden en wordt bijgestaan door een secretaris. Een gedetineerde, verpleegde of jeugdige kan bij de beklagcommissie klagen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing [3].
Het ingediende klaagschrift wordt behandeld door de beklagcommissie, in bepaalde gevallen kan het klaagschrift ook enkelvoudig - door een alleensprekende beklagrechter - worden afgedaan.
Een klaagschrift moet binnen zeven dagen worden ingediend nadat de justitiabele in kennis is gesteld van de beslissing. Zodra het klaagschrift is ontvangen wordt de directeur hiervan op de hoogte gebracht, zodat hij hierop kan reageren. Van deze reactie wordt vervolgens de justitiabele schriftelijk in kennis gesteld en hij krijgt de mogelijkheid de klacht mondeling toe te lichten; ook kan de commissie de directeur horen of anderen om inlichtingen vragen. Zolang er nog geen definitieve uitspraak is op het klaagschrift, kan de voorzitter van de beklagcommissie de tenuitvoerlegging van de beslissing waar het om gaat schorsen. Van het horen van betrokkenen maakt de secretaris een schriftelijk verslag.
Als de beslissing waarover is geklaagd gegrond wordt verklaard (dit gebeurt wanneer de beslissing in strijd is met de voorschriften of onredelijk/onbillijk wordt geacht) wordt de beslissing geheel of gedeeltelijk vernietigd. De beklagcommissie neemt zo spoedig mogelijk, in elk geval binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift, een beargumenteerde beslissing. Deze termijn kan in bijzondere omstandigheden maximaal met vier weken worden verlengd. De klager en de directeur ontvangen hiervan een afschrift. Beroep is voor zowel klager als directeur mogelijk bij de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
Vergaderingen
De commissie van toezicht treedt regelmatig in contact met de directie, waarbij in beginsel maandelijks in een vergadering van beide zijden verslag wordt gedaan van de werkzaamheden, bevindingen en bijzonderheden. De commissie van toezicht wordt bijgestaan door een secretaris, die geen lid van de commissie is. De secretaris wordt door de Minister van Justitie benoemd en ontslagen. De secretaris van de commissie van toezicht is tevens secretaris van de beklagcommissie, die zitting houdt voor de behandeling van de klachten.
Jaarverslagen
Jaarlijks doet de CvT verslag van haar activiteiten. In het jaarverslag legt de CvT verantwoording vóór 1 maart (bij een justitiële jeugdinrichting vóór 1 mei) af over haar werkzaamheden in het verslagjaar aan de minister van Veiligheid en Justitie en aan de sectordirecteur. Het jaarverslag is tevens een bron van informatie over zaken die spelen in de justitiële inrichtingen. Met ingang van het verslagjaar 2012 plaatst DJI de jaarverslagen op de site www.dji.nl.
[1] Artikel 7 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw); artikel 7 van de Beginselenwet justitiële inrichtingen (Bjj) en artikel 10 van de Beginselenwet verpleging ter beschikkinggestelden (Bvt);
[2] Artikel 63 lid 4 van de Pbw, artikel 68 lid 4 Bjj en artikel 55 van de Bvt;
[3] Artikel 60 Pbw en artikel 65 Bjj. In de Bvt worden beslissingen, waarover een verpleegde beklag kan doen, limitatief opgesomd in de artikelen 56 en 57;