Jurisprudentie
Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.
Beklagcommissie
Klager klaagt over het niet mogen volgen van onderwijs. Ter zitting is komen vast te staan dat aan klager alle dagen een lesprogramma is aangeboden. De inrichting dient zoveel mogelijk rekening gehouden met de redelijke wensen van klager, maar uiteindelijk is de inrichting verantwoordelijk voor de onderwijskeuzes die worden gemaakt, rekening houdend met alle omstandigheden. Daarnaast heeft klager geregeld periodes onderwijs geweigerd en is hij door eigen toedoen in situaties beland waardoor het voor hem niet meer veilig was op school en/of de groep. Dat klager hierbij koos om voor zijn eigen veiligheid op kamer te verblijven, kan de inrichting niet worden aangerekend. De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard. (zie ook RSJ 11 april 2023, 22/31007/JA).
Klager beklaagt zich over de compensatie van 5,- euro per week voor een dagprogramma van 67 uren terwijl hij recht had op 77 uren. Drie avonden per week kan er geen dagprogramma worden gedraaid. Dit heeft te maken met personeelstekort. De geboden compensatie is landelijk afgesproken maar de directie erkent dit ook mager te vinden. De beklagcommissie heeft vastgesteld dat klager 67 uren op de leefgroep en deelname aan gemeenschappelijke activiteiten krijgt aangeboden. Dit is substantieel minder dan de wet bepaalt. De beklagcommissie overweegt dat structureel te weinig dagprogramma wordt gedraaid en deze situatie duurt reeds te lang. Het dient niet onderschat te worden wat dit met de jongeren doet. Een beroep op overmacht kan niet slagen in een situatie als de onderhavige, waarin reeds langere tijd sprake is van een personeelstekort. De beklagcommissie is van oordeel dat de doe-box de structureel te weinig aangeboden uren dagprogramma onvoldoende compenseert. Het beklag wordt gegrond verklaard. De beklagcommissie zal voor elke avond minder dagprogramma een bedrag van € 5,- toekennen, conform hetgeen is bepaald in RSJ 21/23897/JA. (zie ook RSJ 25 november 2022, 22/29348/JA).
Klager is wegens een correctieoverplaatsing twee weken naar [B] overgeplaatst. Klager heeft tijdens zijn correctieoverplaatsing niet het onderwijs gevolgd dat in zijn perspectiefplan zou moeten staan. Klager heeft in [B] niet kunnen beschikken over de boeken die behoren bij de vakken waarin hij examen moest doen en niet over een computer om een verplicht verslag te kunnen schrijven. De herhaalde verzoeken om de boeken toe te sturen zijn onbeantwoord gebleven. De directie stelt zich op het standpunt dat op 1 juli 2016 contact is gezocht met [B] en is verzocht of klager die avond kon bellen om te vertellen welke spullen hij voor zijn examen nodig had. Klager heeft die avond niet gebeld. Daarna is niets meer ondernomen omdat het te kort dag was aangezien klager 5 juli 2016 zou terugkeren. Klager is volgens de directie niet in zijn belangen geschaad. Het examen heeft hij uiteindelijk kunnen afleggen en met goed gevolg. De beklagcommissie stelt zich op het uitgangspunt dat de directeur zorgdraagt voor de beschikbaarheid van onderwijs, dit omvat ook de zorg voor het beschikbaar stellen van benodigde studiematerialen en gold ook gedurende de periode dat klager ter correctie was geplaatst in een andere inrichting. De beklagcommissie is van mening dat [A] nadere actie had moeten ondernemen en het niet had mogen laten bij de constatering dat klager geen contact had opgenomen die avond. De klacht is gegrond en er wordt een compensatie van € 10,-- toegekend.
22 juni 2016, KC 2016/039
Klager beklaagt zich over de structurele lesuitval en de gevolgen daarvan. De beklagrechter stelt vast dat de directeur zorg dient te dragen voor de beschikbaarheid van onderwijs. Van een wettelijk minimum is geen sprake. De problemen rondom de uitval worden door de directeur erkend en er wordt samen met de school die uitvoering geeft aan het bieden van onderwijs gezocht naar een oplossing. Omdat de directeur te kampen heeft met externe factoren is de zorgplicht nog niet geschonden, aldus de beklagrechter. Niet gebleken is dat het wettelijk minimum aan uren groepsdeelname en gemeenschappelijke activiteiten is geschonden ten gevolge van de lesuitval. De klacht is ongegrond.
03 maart 2016, KC 2016/014
Klager beklaagt zich erover dat hij zijn middelbare school niet meer extern kan volgen. Klager volgde een aantal lessen op havo-niveau tijdens onbegeleid verlof. Mede door de gebrekkige motivatie voor het intrekken van dit verlof en de onvolledigheid van het dossier kan de beklagrechter niet vaststellen dat bij en kort na intrekking van de verlofstatus in voldoende mate rekening is gehouden met de redelijke wensen van de jeugdige op het gebied van onderwijs. De klacht wordt gegrond verklaard.
18 juni 2013, KC 2013/044
Vaststaat dat klager niet aan de sportmomenten op school kan deelnemen, omdat klager niet naar school gaat. Ook staat vast dat klager de gemiste sportmomenten op school niet (altijd) kan inhalen. Gelet hierop is de voorzitter van de beklagcommissie van oordeel dat de instelling niet voldoet aan klagers hiervoor vermelde wettelijk recht om gedurende ten minste twee maal drie kwartier per week te sporten. Klagers klacht zal dan ook gegrond worden verklaard.
Beroepscommissie
RSJ 11 april 2023, 22/31007/JA
Het recht op onderwijs volgt uit art. 52 Bjj. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat de directeur tekortgeschoten is in de zorgplicht om aan klager passend onderwijs te bieden. Geen schending recht op onderwijs. Beroep ongegrond. (Zie ook 12 december 2022, KC2023/003)
RSJ 25 november 2022, 22/29348/JA
Door directeur toegekende financiële tegemoetkoming in combinatie met de beschikbaar gestelde doebox voor vanwege structurele personeelstekorten ingekort dagprogramma is in dit geval niet passend, gezien de ernst van de schending van de rechten van de jeugdige. De doebox is onvoldoende toegespitst op de individuele wensen en behoeften van klager. Beroep directeur ongegrond. (zie ook 5 september 2022, KC2022/027).
Niet aannemelijk gemaakt dat klager daadwerkelijk in aanmerking kwam voor een forfaiitaire verlofvergoeding. De directeur mag in redelijkheid inzicht in klagers financiële situatie vragen met het oog op het indienen van een aanvraag van een tegemoetkoming in opleidingskosten en deelname aan STP. Beroep ongegrond.
RSJ 23 februari 2018, 17/2610/JA
Klager heeft gedurende één week geen onderwijs kunnen volgen door ziekte docent. Klager niet leerplichtig. Niet gebleken van onvoldoende inspanningen directeur om een voor de ITA-doelgroep geschikte vervangende docent te zoeken of alternatieve blokken aan te bieden. Beroep ongegrond.
RSJ 23 november 2017, 17/1842/GA
Klager dient in het kader van zijn studie literatuuronderzoek te verrichten. De directeur heeft toezeggingen gedaan inspanningen te zullen verrichten om dit mogelijk te maken. Blijkens het verhandelde ter zitting en de nagezonden stukken voldoende inspanningen verricht. Het beroep is in zoverre ongegrond. Voor zover klager de directeur heeft verzocht om een contactmoment met zijn begeleider en examinator, is hij niet-ontvankelijk. Directeur heeft hier niet afwijzend op gereageerd.
RSJ 19 september 2017, 17/1217/GA
Gelet op klagers belang zijn studie zonder vertraging te kunnen vervolgen heeft de directeur geen deugdelijke argumenten naar voren gebracht de toestemming voor een computer op cel te weigeren. Het is voldoende aannemelijk dat klager een computer nodig heeft. Het beroep is gegrond. Beklag alsnog gegrond. Geen tegemoetkoming.
RSJ 20 januari 2017, 16/3947/TA
Klager heeft toestemming gekregen om het internet te gebruiken voor zijn studie. Het eenmalig niet verlenen van toegang kan niet tot het oordeel leiden dat de gemaakte afspraken niet of onvoldoende zijn nagekomen. Voldoende gefaciliteerd en gestimuleerd in afronden studie. Beroep ongegrond.
RSJ 08 februari 2017, 16/3949/JA
Aanspraak op beschikbaarheid passend onderwijs. De directeur is ten aanzien van klager niet tekortgeschoten in daarmee verband houdende, in wet neergelegde zorgplicht. Het beroep van de directeur is gegrond, beklag alsnog ongegrond.
RSJ 23 december 2016, 16/3413/JA
Het tijdelijk ontzeggen van de toegang tot school om bedreigingen van klager te onderzoeken, is niet onredelijk. Gelet op de ontkenning van klager en het uitblijven van onderzoek is het niet redelijk daarna te volharden in de voorwaarden van het schrijven van aanpak en een reflectief gesprek. Het beroep is deels gegrond en deels ongegrond, tegemoetkoming € 15,=.
RSJ 26 mei 2016, 16/0794/JA en 16/0893/JA
Het beklag is gericht tegen het veranderen van klagers uitstroombestemming van school naar productiewerk. Beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep van klager is gegrond, tegemoetkoming € 50,=. Hetgeen de directeur heeft aangevoerd kan niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. De beslissing is onvoldoende nader onderbouwd. Het beroep van de directeur is ongegrond.
RSJ 11 februari 2016, 15/3737/JA
De uitsluiting van het verblijf op de groep is beklagwaardig, klager is alsnog ontvankelijk in zijn beklag. De uitsluiting van 2 uur les om een schrijfopdracht te maken in verband met brutaal gedrag in de les is niet onredelijk. Niet aannemelijk is dat het recht op onderwijs is geschonden, het beklag is ongegrond. Er is door de directeur niet betwist dat klager een dag is afgezonderd. De beslissing is gebaseerd op grond van beleid dat niet meer geldig was. Bovendien was niet bekend op welke datum klager is afgezonderd. Het beroep is in zoverre gegrond, beklag gegrond, tegemoetkoming € 10,=.
RSJ 27 februari 2015, 14/3905/JA
Als tegemoetkoming voor het drie weken geen gebruik kunnen maken van de bibliotheek worden voor de collectie van de bibliotheek tien films aangeschaft. Klager was al overgeplaatst en heeft daar geen baat bij. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming € 15,=.