Sla inhoud over

Onderwijs en vorming

Invulling van onderwijs in detentie
Onderwijs dient een integraal onderdeel te zijn van de detentieperiode.[1] Dit betekent dat onderwijs niet losstaat van de dagelijkse gang van zaken in de inrichting.  

Een van de invullingen van onderwijs in detentie heeft vorm gekregen in het ‘Programma Modernisering Gevangeniswezen’.[2] In dit programma staat een pragmatische aanpak centraal. Dit betekent dat opleidingen en trainingen worden aangeboden waaraan een gedetineerde na detentie daadwerkelijk iets heeft. In de praktijk betekent dit dat er wordt gewerkt aan basisvaardigheden en taal. Maar ook wordt er gewerkt aan het aanleren van praktische kennis, zoals het leren werken met een machine. Deze pragmatische aanpak is gericht op het activeren en motiveren van de jeugdigen, het vergroten van de zelfredzaamheid en het behalen van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.

Het uitgangspunt van de pragmatische aanpak is een standaardaanbod van onderwijs dat wordt aangepast aan de vraag van de gedetineerde. Het standaardaanbod moet uit de volgende vier vormen van onderwijs bestaan[3]:

  • basiseducatie: alfabetiseringsonderwijs, rekenen, Nederlandse taal, Engels en computervaardigheden;
  • beroepsgerichte opleidingen, waarbij de jeugdige wordt voorbereid op een baan;
  • zelfstudie en afstandsonderwijs;
  • vormingsactiviteiten, waarbij de jeugdige zich geestelijk en lichamelijk ontwikkelt.


Plicht tot het aanbieden van onderwijs

In de artikelen 28 en 29 van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) is de plicht tot aanbieden van onderwijs aan het kind neergelegd. Dit is ook terug te vinden in artikel 23 van de Grondwet.[4] Deze plicht houdt onder andere in dat Nederland moet zorgen voor onderwijs voor de jeugdige en de daarvoor benodigde middelen. Binnen jeugdinstellingen, zowel gesloten jeugdzorg als justitiële jeugdinrichtingen, moet de directeur zorgen voor de beschikbaarheid van onderwijs en andere activiteiten in het kader van de pedagogische vorming. Tevens moet de directeur zorgen voor de voorzieningen die nodig zijn voor onderwijs en andere vorming.[5]

Plicht tot het volgen van onderwijs
Uit de Leerplichtwet 1969 volgt de verplichting voor jeugdigen om onderwijs te volgen. Volgens de Leerplichtwet 1969 moeten kinderen in Nederland van 5 jaar tot en met 16 jaar naar school om onderwijs volgen.[6] Jeugdigen die nadat ze 16 zijn geworden nog geen startkwalificatie hebben, moeten totdat zij 18 jaar worden onderwijs volgen en ingeschreven staan op school.[7] Een startkwalificatie is (minimaal) een vwo-diploma, havo-diploma of mbo-diploma op niveau 2 of hoger.[8] Deze kwalificatieplicht geldt niet voor jeugdigen die in het bezit zijn van een getuigschrift of een schooldiploma praktijkonderwijs of voor jeugdigen die voortgezet speciaal onderwijs in het uitstroomprofiel hebben gevolgd.[9] Jeugdigen vervullen de kwalificatieplicht door volledig dagonderwijs te volgen. Volgt een leerling de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) in het mbo, dan kan hij leren en werken combineren.[10]

De verplichting voor jeugdigen om onderwijs te volgen geldt ook binnen detentie. Artikel 52 lid 1 Bjj bepaalt dat de jeugdige verplicht is tot het volgen van onderwijs in het kader van zijn pedagogische vorming. Onderwijs is een belangrijk middel om de jeugdige voor te bereiden op zijn of haar terugkeer in de maatschappij.[11]


Soorten onderwijs binnen een justitiële jeugdinrichting  (hierna: JJI)
Leerplichtige jeugdigen binnen een JJI volgen onderwijs binnen de inrichting. Omdat er veel leeftijds- en niveauverschillen zijn, wordt onderwijs op verschillende niveaus aangeboden, zoals VMBO, MBO en VSO (voortgezet speciaal onderwijs). Het onderwijs in de JJI wordt geboden door een externe onderwijsinstelling die haar diensten levert binnen de muren van de JJI. Elke jeugdinrichting beschrijft welk onderwijs door of vanwege de inrichting wordt aangeboden, met alle bijzonderheden, zoals leerinhouden, modules, toetsen, certificaten en methodes.[12] Bij het aanbieden van onderwijs dient onderscheid gemaakt te worden in de soort inrichting waarin de jeugdige verblijft. Op het onderwijs in particuliere inrichtingen is het bepaalde bij of krachtens de Wet op de expertisecentra van toepassing. Op het onderwijs in de rijksinrichting is het Reglement justitiële jeugdinrichtingen van toepassing.

Speciaal onderwijs
Het onderwijs voor jeugdigen met ernstige gedragsproblemen wordt verzorgd door een school voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO-school) die is verbonden aan een Regionaal expertisecentrum (REC).[13] Indien een jeugdige op een VSO-school geplaatst dient te worden, moet een toelaatbaarheidsverklaring worden afgegeven door het samenwerkingsverband.[14] Een leerling moet toelaatbaar worden verklaard voor het speciaal-, dan wel voortgezet speciaal onderwijs.[15] Bij de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring laat het samenwerkingsverband zich adviseren door twee deskundigen.[16] Dit zijn bijvoorbeeld een psycholoog, orthopedagoog of kinderarts, afhankelijk van de hulpvraag van het jeugdige. Met de toelaatbaarheidsverklaring kan de jeugdige vervolgens worden ingeschreven op een VSO-school.[17]

De Commissie van Begeleiding

Iedere speciale onderwijsinstelling heeft een Commissie van Begeleiding (CvB).[18] De CvB is zo samengesteld dat zij kan adviseren vanuit zowel onderwijskundig als pedagogisch, psychologisch en medisch oogpunt, rekening houdend met de handicap van de leerling.[19]. De CvB heeft als taak er voor te zorgen dat iedere leerling optimaal gebruik kan maken van de leerstof op school en zich daardoor maximaal kan ontwikkelen.[20] De commissie bestaat uit de (adjunct-)directeur, de gedragswetenschapper(s), de IB-er(s) en op afroep een arts via de medische dienst van de JJI.[21]


Inhoud van het onderwijs

In elke JJI wordt gebruik gemaakt van de basismethodiek YOUTURN. YOUTURN bestaat uit vijf fases. Afhankelijk van de duur van het verblijf in de JJI ronden de jeugdigen één of meerdere fases af. Klik hier voor meer informatie over YOUTURN.

Naast YOUTURN worden ook specifieke behandelingen in de JJI aangeboden.[22]  Deze behandelingen worden ook wel interventies genoemd. Zo richt de gedragsinterventie ‘Leren van delict’ zich op het delict gedrag, ‘Brains4use’ zich op het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen en ‘Out of the Circle’ op zedenproblematiek. Voor jeugdigen met psychiatrische problemen worden psychiatrische behandelingen en therapieën aangeboden door psychiaters en psychologen die werkzaam zijn in de JJI.[23]

Jeugdigen in een jeugdinrichting gaan ongeveer 26 uur per week verplicht naar school.[24] Er is onderwijs van maandag tot en met vrijdag. Een klas bestaat uit maximaal 7 of 8 leerlingen. Dat kunnen jeugdigen zijn uit dezelfde groep binnen de inrichting maar ook jeugdigen van andere leefgroepen met hetzelfde vakkenpakket. De scholing sluit zo goed mogelijk aan bij de schoolactiviteiten voorafgaand aan de detentie.

Hoe het onderwijs is ingericht, is afhankelijk van de mate van geslotenheid van de instelling. In de meeste gevallen gaan jeugdigen binnen de inrichting of op het terrein van de inrichting naar school. In fase vier en vijf van YOUTURN gaan de jeugdigen naar een school buiten de inrichting.[25] Het onderwijs is in alle fasen van YOUTURN zo ingericht dat de jeugdigen in detentie worden voorbereid op het leven na hun vrijlating.

Regulier onderwijs
Het onderwijs bestaat uit theoretisch onderwijs, een beroepsgerichte leerweg of praktijkonderwijs.[26] Een jeugdige in een rijksinrichting start met een intake, die de basis vormt voor het onderwijs dat de jeugdige zal gaan volgen.[27] Daarnaast wordt er een onderwijstraject opgesteld waarin de doelen en resultaten zijn vastgelegd.[28]

Het onderwijs dient op grond van artikel 62 lid 3 Rjj in ieder geval te omvatten:

  • rekenen en wiskunde;
  • Nederlandse taal;
  • wereldoriëntatie of maatschappijleer;
  • sociale redzaamheid of zelfredzaamheid;
  • technieken (hiermee wordt bedoeld: alle praktijkgerichte vakken);
  • lichamelijke opvoeding;
  • creatieve vorming (bijvoorbeeld muzikale vorming).


Elke inrichting, zowel particuliere als rijksinrichtingen, beschrijft welk onderwijs wordt aangeboden, waarbij ook de leerinhoud, modules, toetsen, certificaten en methodes worden vermeld.[29]

Speciale onderwijsprogramma’s
Naast het reguliere onderwijs worden ook speciale onderwijsprogramma’s aangeboden. Binnen deze speciale onderwijsprogramma’s worden ook vormende activiteiten en stagemogelijkheden aangeboden. De speciale onderwijsprogramma’s zijn bijvoorbeeld voor jeugdigen waarvan Nederlands niet de moedertaal is of voor jeugdigen met leerbeperkingen.

Voor jeugdigen van vijftien jaar of ouder die graag een beroepsopleiding (ROC) willen volgen en een baan willen zoeken, bestaat een speciaal traject: Work-Wise. Klik hier voor meer informatie over Work-Wise.

De keuze voor trajecten als Work-Wise is op grond van artikel 52 lid 2 Bjj afhankelijk van een aantal factoren, namelijk:

  • de mate van beveiliging van de inrichting of afdeling;
  • het geldende stelsel van vrijheden per jeugdige;
  • redelijke wensen van de jeugdige;
  • wensen van ouders of voogd, stiefouder of pleegouders.

Bovendien moet het type onderwijs zo veel mogelijk gericht zijn op de ontplooiing van de persoonlijkheid, de talenten en de geestelijke en lichamelijke vermogens van het kind.[30]

Voorzieningen voor overige vorming van de jeugdige
Naast het aanbieden van onderwijs moet er ook in bredere zin voorzien worden in vormen van educatie en vorming. Dit houdt in dat het mogelijk moet zijn om het nieuws en de actualiteiten te volgen.[31] Ook moet het mogelijk zijn om gebruik te maken van een bibliotheek.[32] Meestal is er in de inrichting zelf een bibliotheekvoorziening waar jeugdigen zelf boeken kunnen lenen.[33] Afhankelijk van de beveiliging van de instelling wordt bepaald of jeugdigen van de plaatselijke openbare bibliotheek gebruik mogen maken.[34]

Vergoeding onderwijs en vorming buiten het onderwijsprogramma
Indien de jeugdige wil deelnemen aan een cursus of activiteit die niet behoort tot een door de inrichting of daaraan verbonden school geboden onderwijsprogramma, kan de directeur van een inrichting de Minister van Veiligheid en Justitie verzoeken om een tegemoetkoming in de kosten. De aanvraag tot tegemoetkoming dient aan een aantal voorwaarden te voldoen. Zo moet de deelname aan de cursus of activiteit ten behoeve zijn van de pedagogische vorming van de jeugdige.[35] Daarnaast moet de cursus of activiteit zich verdragen met het perspectiefplan van de jeugdige en moet deelname daaraan geen gevaar opleveren voor de orde en veiligheid van de inrichting.[36] Tot slot moet de aanvraag schriftelijk worden gedaan bij de Dienst Justitiële Jeugdinrichtingen en moeten de kosten gespecificeerd en gemotiveerd worden[37] De beslissing van de Minister van Veiligheid en Justitie wordt schriftelijk aan de directeur van de instelling medegedeeld.

                                                                                                                                                             

[1] Aanhangsel Handelingen II 2009/10, 2318, p. 2.

[2] Kamerstukken II 2009/10, 24 587, nr. 367, pag. 4.

[3] Kamerstukken II 2009/10, 24 587, nr. 367, pag. 3.

[4] Kamerstukken II 1997/98, 26 016, nr. 3, (MvT), p. 59.

[5] Artikel 52 lid 3 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (hierna: Bjj)

[6] Artikel 3 lid 1 van de Leerplichtwet 1969.

[7] Artikel 4b leerplichtwet 1969.

[8] Artikel 1 sub f Leerplichtwet 1969.

[9] Artikel 4a, tweede lid van de Leerplichtwet.

[10] http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/leerplicht/leerplicht-en-kwalificatieplicht

[11] Kamerstukken II 1997/98, 26 016, nr. 3,  (MvT, p. 59).

[12] Artikel 63 Reglement justitiële jeugdinrichtingen

[13] Artikel 2 Wet op de expertisecentra.

[14] Artikel 40 lid 10 en 11 Wet op de expertisecentra.

[15] Artikel 40 lid 10 en 12 Wet op de expertisecentra.

[16] https://oudersenonderwijs.nl/kennisbank/passend-onderwijs/naar-speciaal-basisonderwijs/aanmelding-en-toelating-speciaal-onderwijs/

[17] https://oudersenonderwijs.nl/kennisbank/passend-onderwijs/naar-speciaal-basisonderwijs/aanmelding-en-toelating-speciaal-onderwijs/

[18] Artikel 40b Wet op de expertisecentra.

[19] Artikel 40b lid 1 Wet op de expertisecentra.

[20] https://www.nji.nl/sites/default/files/2021-07/Werkwijze_Commissie_voor_de_Begeleiding_VSO.pdf

[21] Schoolgids JJI Lelystad

[22] https://www.nji.nl/zoeken?keyword=&f%5B0%5D=entity_filter_bundle%3Aintervention

[23] zie https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende-interventies/Out-of-circle

[24] Artikel 2 Reglement justitiële jeugdinrichtingen.

[25] Youturn informatieblad

[26] Kamerstukken II 2009/10, 24 587, nr. 367, pag. 3.

[27] Artikel 64 Reglement justitiële jeugdinrichtingen.

[28] Artikel 65 Reglement justitiële jeugdinrichtingen.

[29] Artikel 63 lid 1 Reglement justitiële jeugdinrichtingen.

[30] Artikel 29 lid 1 sub a IVRK.

[31] Artikel 53 lid 1 Bjj.

[32] Artikel 53 lid 1 Bjj.

[33] Kamerstukken II 1997/98, 26 016, nr. 3, onderdeel 17 (MvT).

[34] Kamerstukken II 1997/98, 26 016, nr. 3, onderdeel 17 (MvT).

[35] Artikel 2 lid 1 Regeling tegemoetkoming bijzondere kosten onderwijs en pedagogische activiteiten jeugdigen.

[36] Artikel 3 Regeling tegemoetkoming bijzondere kosten onderwijs en pedagogische activiteiten jeugdigen.

[37] Artikel 2 lid 2 Regeling tegemoetkoming bijzondere kosten onderwijs en pedagogische activiteiten jeugdigen.