Sla inhoud over

Jurisprudentie

Hieronder vindt u de uitspraken van de beklagcommissies. Voor de uitspraken van de RSJ kunt u de jurisprudentiedatabank raadplegen.

7 november 2017, KC2017/043
Klager klaagt over de schending van het recht op het opstellen van een re-integratieplan. Ook is aangevoerd dat de huidige tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf strijdig is met het EVRM. Uitgangspunt is dat herbeoordeling niet langer dan 25 jaar na oplegging van de levenslange gevangenisstraf plaatsvindt. Daartoe dient voorafgaand aan die 25 jaar begonnen te worden met resocialisatie en eventueel re-integratie zodat klager zich kan voorbereiden op een eventuele terugkeer in de samenleving. Het verweer van de directie is primair niet-ontvankelijkheid van het klaagschrift en subsidiair ongegrondverklaring. De re-integratiefase vangt niet eerder aan dan nadat een periode van 25 jaar na de aanvang van de detentie is verstreken. Pas op 8 mei 2019 kan de re-integratiefase van klager starten, indien het Adviescollege positief adviseert en de staatssecretaris dit advies overneemt. In de re-integratiefase, die in beginsel twee jaar duurt, komt klager pas in aanmerking voor re-integratieactiviteiten, waaronder verlof. Gelet hierop is de vraag of door de directeur al invulling dient te worden gegeven aan een re-integratie(plan) nog niet aan de orde. De beklagcommissie oordeelt dat onvoldoende duidelijk is tegen welke beslissing van de directeur jegens klager de klacht is gericht. Aangezien daardoor niet is voldaan aan de formele eisen, wordt de klacht niet-ontvankelijk verklaard. De beklagcommissie stelt daarnaast vast dat op 1 maart 2017 het Besluit Adviescollege levenslanggestraften in werking is getreden. Hieruit volgt dat het Adviescollege de Minister van Veiligheid en Justitie adviseert of aan levenslanggestraften re-integratieactiviteiten worden aangeboden waarna de Minister op het advies beslist. Daarom kan een beslissing om klager als levenslanggestrafte al dan niet te laten re-integreren geen beslissing van de directeur betreffen en kan klager om deze reden niet in zijn beklag worden ontvangen.