Sla inhoud over

Jurisprudentie telefoon en internet

Hieronder vindt u de uitspraken van de beklagcommissies. Voor de uitspraken van de RSJ kunt u de jurisprudentiedatabank raadplegen.

23 september 2018, KC 2018/022

Klager beklaagt zich over het feit dat aan klager een postmaatregel is opgelegd om klagers gehele telefooninhoud in te zien. De Bvt voorziet niet in een specifieke grondslag klagers gehele telefooninhoud in te zien zonder klagers toestemming. De beklagcommissie overweegt dat wegens de orde en veiligheid in de inrichting de inrichting het noodzakelijk heeft geacht om het communicatieverkeer van de telefoon die klager bij binnenkomst bij zich heeft, te controleren. Deze controle kan analoog worden toegepast aan de controle bij reguliere post, waarvoor wel een specifieke grondslag in de Bvt is. Echter, de controle van de telefoon zoals deze is beschreven, moet volgens de schriftelijke toelichting van de maatregel als ‘opsporingshandelingen’ gekwalificeerd dienen te worden. Nu de inrichting niet bevoegd is ‘opsporingshandelingen’ met klagers telefoon te verrichten, omdat een wettelijke grondslag daartoe ontbreekt, is naar het oordeel van de beklagcommissie sprake van een ongerechtvaardigde inbreuk op klagers recht op privacy. 

11 augustus 2015, 
KC 2015/022
Klager stelt dat de kliniek zijn recht op contact met de buitenwereld en zijn recht op family life aantast door de wijze waarop de kliniek omgaat met het telefoonverkeer van buiten. De beklagcommissie stelt vast dat de klacht zich richt tegen de algemene situatie waarbij klagers recht op contact met de buitenwereld of family life in het geding zou kunnen komen. De beklagcommissie oordeelt dat er geen sprake is van een beslissing zoals bedoeld in artikel 56 Bvt, waardoor klager niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn beklag.

7 maart 2014, KC 2014/047
Klager beklaagt zich er over dat hij geen eigen laptop tot zijn beschikking mag hebben voor het volgen van zijn opleiding. De kliniek heeft als standpunt dat het gebruik van een computer wellicht wel nodig is voor het volgen van de LOI studie, maar dat klager voldoende gelegenheid heeft om gebruik te maken van de op de afdeling of bij onderwijs aanwezig computers. Klager betwist dat hij voldoende gelegenheid heeft om gebruik te maken van computers. Klager geeft aan ongeveer 2 à 3 uur per dag nodig te hebben. Het is niet mogelijk – gelet op het programma – om die uren gebruik te maken van de op de afdeling aanwezige computers. De beklagcommissie neemt hierbij de huidige ontwikkelingen in de samenleving ten aanzien van het gebruik van ICT-middelen en hetgeen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie naar voren is gebracht in zijn brief aan de Tweede Kamer van 19 juni 2013 (TK 2012-2013, 24587 nr. 535) omtrent het belang van gebruik van ICT-middelen in het kader van de resocialisatie van gedetineerden in overweging. De directie heeft de afwijzing van klagers verzoek om over een (gecontroleerde en aangepaste) laptop te kunnen beschikken onvoldoende gemotiveerd. De directeur wordt opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.

16 december 2013, KC 2013/100
Standaard opnemen van telefoongesprekken met het nieuwe Telio-systeem is in strijd met hogere regelgeving. Het opnemen van telefoongesprekken met geprivilegieerde personen en instanties is tevens in strijd met hogere regelgeving. Geen beklag mogelijk over de hoogte van de beltarieven.

25 juli 2013, KC 2013/039
Klager beklaagt zich over dat hij niet wordt voorzien in zijn recht om twee maal per week te mogen bellen met zijn netwerk of anderen niet zijnde zogenaamde geprivilegieerde personen. In frequentie mogen deze telefoongesprekken niet worden beperkt, wel mag de duur van de afzonderlijke telefoongesprekken worden beperkt tot in ieder geval tien minuten per gesprek. Nu klagers klacht ziet op een algemeen geldende regeling kan hij niet in zijn beklag worden ontvangen. Tevens beklaagt klager zich over dat hij niet direct mocht bellen met de commissie van toezicht of zijn advocaat. De beklagcommissie overweegt dat dit buiten de kantooruren is en was er sprake geweest van een spoedeisend belang en/of had zich dit voorgedaan op een vrijdagmiddag, dan had dit eventueel gelijk kunnen staan aan een weigering. Gelet op het door artikel 38, eerste lid van de Bvt gegeven kader, is de beklagcommissie van oordeel dat er geen sprake is van een weigering klager met een van zijn advocaten en de commissie van toezicht te laten telefoneren. Klager niet ontvankelijk.

26 april 2013, KC 2013/050
Klager heeft verzocht om te mogen bellen met de secretaris van de commissie van toezicht. De commissie van toezicht gehoord tot een geprivilegieerde instantie, daarom is klagers verzoek toegestaan. Vanwege bekende kantoortijden komt het aanbieden van een telefoongesprek om 17.20 uur als boter na de vis, aldus de beklagcommissie. Het beklag wordt daarom gegrond verklaard waarbij aan klager een tegemoetkoming wordt toegekend.

10 december 2012, KC 2013/013
Aan klager is geweigerd zijn advocaat te bellen. Het mobiele nummer van zijn advocaat dat klager heeft gekregen staat niet op de bellijst. Daarnaast was bij het personeel niet bekend of dit daadwerkelijk een telefoonnummer van een advocaat betrof. De beklagrechter concludeert dat klager - op grond van artikel 38, vierde lid Bvt - het recht heeft met zijn rechtsbijstandverlener telefoongesprekken te voeren en dat op dergelijke gesprekken geen andere controle wordt uitgeoefend dan noodzakelijk is om de identiteit van de persoon of instantie met wie de patiënt een telefoongesprek voert of wenst te voeren vast te stellen. Niet gebleken is dat van de kliniek op dat moment niet verlangd kon worden dat deze (beperkte) controle werd uitgeoefend. Het beklag wordt gegrond verklaard.

17 augustus 2012, KC 2012/130
De klacht is gericht tegen een aan klager opgelegde inperkende telefoonmaatregel. Bemiddeling heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. De maatregel tot weigering van al het telefonisch contact is aan klager opgelegd met het oog op de voorkoming of opsporing van strafbare feiten. De politie heeft klager als mogelijke verdachte aangemerkt van een strafbaar feit dat is gepleegd in de woonplaats van klagers ouders, alwaar hij ten tijde van het plegen van dit feit verbleef. De voorzitter overweegt dat de beslissing van de directie om de onderhavige maatregel op te leggen niet onredelijk of onbillijk is, gelet op voornoemde omstandigheden. Daarnaast heeft de maatregel niet onredelijk lang voortgeduurd. Klacht kennelijk ongegrond.

25 mei 2012, KC 2012/131
De klacht is onder andere gericht tegen het weigeren van telefonisch contact met dhr. [persoon A] sinds 16 februari 2011. Klager wilde onbegeleid kunnen telefoneren met dhr. [persoon A zelfstandig documentairemaker voor de NCRV]. Ingeval van een weigering dient de verpleegde een schriftelijke inperkende maatregel te ontvangen. Uit de overgelegde stukken en verklaringen valt niet op te maken dat een dergelijke maatregel aan klager is uitgereikt. In casu is de beslissing tot een telefonisch contactverbod niet op goede gronden genomen en had ook niet zonder verlengingsbeslissingen voor langere tijd mogen voortduren. De beklagcommissie is dan ook van oordeel dat het beklag gegrond dient te worden verklaard.