Sla inhoud over

Jurisprudentie bezoek

Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt  de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.


Jurisprudentie beklagcommissie
29 november 2018, KC 2018/031
Klager klaagt over het gebrek aan passende luiers voor zijn kind en het feit dat zijn kind niet vrij mag rondlopen in de bezoekzaal. Omdat klagers klacht niet ziet op een door of namens de directeur genomen beslissing jegens klager, acht de beklagcommissie de klacht niet-ontvankelijk. 

29 mei 2018, KC 2018/007

Klager beklaagt zich over het gegeven dat zijn verzoek tot BZT is afgewezen. Het verzoek werd in eerste instantie afgewezen omdat klager een positieve UC had. Vervolgens werd een nieuw verzoek afgewezen omdat klager nog geen zes maanden aaneengesloten in een Huis van bewaring verbleef. De beklagcommissie overweegt dat de achtergrond van de BZT-regeling het bevorderen van family-life is. Gelet op deze achtergrond is de beklagcommissie van oordeel dat de wetgever de zes maanden aaneengesloten detentie niet expliciet heeft willen beperken tot louter de Nederlandse detentie. De beklagcommissie is dan ook van oordeel dat deze afwijzingsgrond niet op de geldende regelgeving dan wel de toelichting daarop is gebaseerd. Deze grond had niet tot een afwijzing van de aanvraag tot BZT kunnen leiden. De directeur heeft in echter wel in redelijkheid tot de afwijzing van het BZT-moment kunnen komen op grond van de positieve UC van klager. De beklagcommissie verklaart de klacht van klager dan ook ongegrond. 

7 mei 2018, KC 2018/008

Klager is van Poolse afkomst en heeft een verzoek tot het ontvangen van bezoek ingediend. Bij het invullen van het aanvraagformulier vult hij de geboortedatum van zijn bezoek in zowel gebruikelijke cijfers als Romeinse cijfers in. Hierdoor ontstaat verwarring en wordt het Romeinse cijfer vijf (V) gelezen als elf (11). Klagers bezoek, dat speciaal voor het bezoekmoment overgekomen was vanuit Polen, werd de toegang geweigerd omdat de geboortedatum op de bezoeklijst niet overeenkwam met de geboortedatum in het paspoort. De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard omdat de bezoekaanvraag op onredelijke gronden is afgewezen. Naar de mening van de beklagcommissie heeft de inrichting een zekere onderzoeksplicht. De enkele omstandigheid dat klager de geboortemaand, zoals gebruikelijk in Polen, in Romeinse cijfers heeft geschreven levert volgens de beklagcommissie niet voldoende grond op om direct over te gaan tot weigering van het bezoek. De beklagcommissie kent een compensatie toe van € 50,-. Klager wil zijn compensatie graag ontvangen in de vorm van verfspullen. Het resultaat van het schilderwerk zou dan wél opgehangen moeten worden in de gang waar de directie zit. De directie heeft inderdaad de twee doeken een plek in de gang gegeven. 

13 september 2016, 
KC 2017/011
De beslissing om klager nog niet in aanmerking te laten komen voor relatie bevorderend bezoek is, gelet op het gedrag van klager in combinatie met de drie positieve urinecontroles, een redelijke beslissing geweest. Het beklag van klager wordt daarom ongegrond verklaard. Voor zover het beklag ook ziet op het feit dat klager geen beschikking heeft ontvangen betreffende de afwijzing(en) van zijn relatie bevorderend bezoek, is de beklagcommissie van oordeel dat het beklag op dit punt gegrond moet worden verklaard. De beklagcommissie is van oordeel dat klager recht heeft op een tegemoetkoming van € 5,-

31 mei 2015, KC 2016/032
Klager stelt dat het niet toestaan van onderling gedetineerdenbezoek met zijn levenslang gestrafte vader in strijd is met het recht op family life, zoals vastgelegd artikel 8 EVRM. Het OM weigerde toestemming - desgevraagd door de inrichting - twee keer omdat klager verdacht wordt van het plegen van geweldsdelicten, waarvan één tijdens een geschorst bevel voorlopige hechtenis gepleegd. De beklagcommissie acht de inbreuk op het family life, gelet op het tweede lid van artikel 8 EVRM, in dit geval gerechtvaardigd. Klacht ongegrond.

27 mei 2014, KC 2014/034
Klager beklaagt zich over de afwijzing van zijn verzoek om bezoek zonder toezicht (hierna BZT). Klager verwijst hierbij naar het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake Varnas tegen Litouwen. De beklagcommissie deelt vergelijking niet. Voorts is de beklagcommissie ter zitting niet gebleken dat er in het geval van klager sprake is van specifieke persoonlijke omstandigheden, die het toestaan van BZT zouden moeten rechtvaardigen met uitsluiting van het verbod in de huisregels. Daar komt ten slotte bij dat de directie ter zitting heeft aangegeven dat hij in zeer bijzondere gevallen de bevoegdheid en de bereidheid heeft om met niet-strikte-toepassing van de huisregels aan een gedetineerde verblijvende in een HvB toch BZT toe te staan. De directie heeft in het geval van klager hier niet toe beslist. Klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.

20 mei 2014, KC 2014/028
De beklagcommissie is althans van oordeel dat zich omstandigheden kunnen voordoen dat de directie redelijkerwijs niet zonder nadere belangenafweging (waarbij uiteraard ook de belangen van de P.I. betrokken moeten worden) een verzoek van gedetineerde kan afwijzen met een loutere verwijzing naar de Circulaire. De onderhavige beslissing bevat geen belangenafweging of overweging op dit punt. Gelet op vorenstaande zal de beklagcommissie het beklag van klager gegrond verklaren.

13 maart 2012, KC 2012/118
Klagers kind van 1,5 jaar komt niet in aanmerking voor de vierwekelijkse Ouder Kinddag, omdat dit project alleen geldt voor kinderen tussen de 3 en 16 jaar. Wel komt het kind van klager in aanmerking voor bezoek op de tweejaarlijkse Vader Kinddag. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag nu hij zich beklaagt over een algemene in de inrichting geldende regel en niet een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Wel adviseert de beklagrechter de inrichting om, in lijn met uitlatingen van de staatssecretaris, te overwegen of de voorwaarden voor de Ouder Kinddag gewijzigd kunnen worden of althans ten minste vier Vader Kinddagen te organiseren voor gedetineerden die op enigerlei wijze zijn uitgesloten van deelname aan Ouder Kinddag.

17 januari 2011, KC 2011/014
Klager klaagt erover dat zijn bezoek geen doorgang kon vinden. Er was op donderdag bezoek voor klager. De bewaarders hebben klager echter aangegeven dat het bezoekuur stond gepland voor woensdag. Door de directie is een bezoekerslijst overhandigd aan de beklagcommissie. Hieruit bleek dat een eerder gedane mededeling door de directie over klagers bezoek, feitelijk onjuist is. De beklagcommissie oordeelt dat het bezoek van klager onterecht is weggestuurd en kent klager een tegemoetkoming toe van € 75,-.

Jurisprudentie beroepscommissie

RSJ 3 oktober 2022, 21/22294/GA.

Klager heeft geen recht op vrijelijk/vertrouwelijk (geprivilegieerd) bezoek van een niet aan de inrichting verbonden geestelijk verzorger van zijn keuze, nu slechts geprivilegieerde personen en instanties te allen tijde toegang tot de gedetineerde hebben en zich tijdens het bezoek vrijelijk met de gedetineerde kunnen onderhouden. Op bezoek van een niet aan de inrichting verbonden geestelijke verzorger is art. 38, eerste lid, Pbw van toepassing. Beroep ongegrond.

 

RSJ 23 november 2021, R-20/6744/GA.

Beroep en onderliggende beklag tegen afwijzing van eerder toegekend BZT gegrond. Huisregels sluiten niet uit dat ook op een andere wijze kan worden aangetoond dat sprake is van een hechte of duurzame relatie. Van een individuele belangenafweging is niet gebleken. Tegemoetkoming €30,-.


RSJ 24 mei 2019, 16/4068/GA
Ingevolge hoofdstuk 3.8.1 van de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen en de huisregels kan een gedetineerde één keer per maand BZT ontvangen indien deze onder andere voldoet aan de voorwaarde dat de gedetineerde gedurende een aaneengesloten periode van zes maanden in één of meerdere normaal beveiligde penitentiaire inrichtingen zijnde gevangenis of huis van bewaring verblijft. Klager voldoet niet aan deze voorwaarde. Beroep klager ongegrond.

RSJ 21 januari 2019, 18/0618/GA
Klager diende een aanvraag in om op bezoek te gaan bij zijn partner die in een andere inrichting verblijft. Klager en diens partner worden verdacht van hetzelfde levensdelict. In de bestreden beslissing en in de nadere toelichting heeft de directeur uitsluitend vermeld dat het verzoek tot het bezoeken van de partner wordt geweigerd, omdat het OM negatief adviseerde vanwege een nog lopend onderzoek waarin klager verdachte is. De bestreden beslissing is niet toereikend gemotiveerd. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming van € 25,-. 

RSJ 5 november 2018, R-672
Klagers bezoekuur is te laat aangevangen, nu de gedetineerden pas om 10.30 uur in de gelegenheid werden gesteld om naar het bezoekuur te gaan, terwijl het bezoekuur normaliter om 10.30 uur aanvangt. Het te laat aanvangen van het bezoekuur is het gevolg geweest van de calamiteit die plaatsvond. Dit betrof een plotselinge onvoorziene optredende omstandigheid, waarbij sprake is van overmacht aan de zijde van de directeur. Beroep klager ongegrond. 

RSJ 24 oktober 2018, R-954
Klager heeft verzocht hem een BZT toe te kennen voor de duur van twee uur in plaats van een uur, nu zijn in Turkije woonachtige vrouw slechts éénmaal per maand afreist naar Nederland om haar man te bezoeken. Door de directeur is toegelicht dat BZT in de regel voor één uur kan worden verleend. Het verlengen van BZT kost extra toezichthoudend personeel en wordt slechts bij uitzondering verleend. Klagers vrouw is iedere maand in Nederland en kan klager derhalve via een regulier bezoek of een regulier BZT bezoeken. Geen sprake van dusdanig bijzondere omstandigheden dat het verzoek zou moeten worden toegewezen. Beroep klager ongegrond.

RSJ 19 juni 2018, 17/3440/GA
Het beklag betreft het niet in de gelegenheid stellen van klager om bezoek te ontvangen van zijn raadsman. De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard, maar geen tegemoetkoming toegekend met de overweging dat klager geen schade heeft geleden. De beroepscommissie overweegt dat voor de vraag of een tegemoetkoming toegekend moet worden niet bepalend is of klager schade heeft geleden, maar of sprake is van schending van klagers recht op overleg met zijn raadsman. Daarvan is sprake. Gelet daarop heeft klager recht op een tegemoetkoming. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming € 10,-

RSJ 5 juni 2018, 17/3691/GA
In de bestreden beslissing en in de nadere toelichting heeft de directeur uitsluitend vermeld dat het BZT wordt afgewezen omdat het Openbaar Ministerie een negatief advies heeft afgegeven, omdat er nog een onderzoek liep in een strafzaak waarin klager verdachte was. De directeur geeft niet aan in welk opzicht dit feit betekent dat een belang van voorkoming of opsporing van strafbare feiten of anderszins zich zou verzetten tegen het BZT en weegt het belang van de strafzaak ook niet af tegen belangen van klager bij het wel doorgang vinden van het BZT. Van een voldoende individuele belangenafweging ten tijde van de bestreden beslissing is niet gebleken. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming extra BZT indien klager ten tijde van deze uitspraak nog in de inrichting verblijft, en anders in de vorm van een geldbedrag van € 25,-

RSJ 11 april 2018, 17/3421/GA
Vaststaat dat klager en zijn partner geen samenlevingscontract hebben en niet getrouwd zijn. Ook staat vast dat de partner van klager in de zes maanden voorafgaand aan het verzoek tot BZT niet zes keer op regulier bezoek is gekomen. De directeur heeft op grond daarvan beslist dat klager niet voor BZT in aanmerking komt. Hij ziet er daarmee echter aan voorbij, dat de in de inrichting gehanteerde eigen regels niet uitsluiten dat ook op een andere wijze kan worden aangetoond dat sprake is van een duurzame relatie. De beslissing klager en diens partner geen BZT toe te kennen, mist afdoende motivering. Beroep klager gegrond, directeur moet nieuwe beslissing nemen.

RSJ 9 april 2018, 17/3397/GA
Ontzegging van de toegang tot de inrichting van klagers bezoekster voor de duur van drie maanden wegens het (bij herhaling) niet piepvrij passeren van het detectiepoortje. In de bezoekregels is opgenomen dat een bezoeker die niet piepvrij de detectiepoort passeert, de toegang tot de inrichting wordt ontzegd. Ontzegging van de toegang tot de inrichting niet onredelijk. Wat betreft de duur van de ontzegging: duur van drie maanden voldoet in dit geval niet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming € 25,-

RSJ 13 februari 2018, 17/1308/GA
Bezoek achter glas en visitatie. Het beleid is het bezoek niet achter glas te laten plaatsvinden, tenzij dit op grond van een GVM-maatregel is aangewezen. Tijdens bezoek achter glas vindt geen toezicht plaats. Wel volgt na het bezoek achter glas een visitatie, ook als het bezoek achter glas plaatsvond. Gezien klagers plaatsing op de GVM-lijst en de naar aanleiding hiervan door de directeur aan klager opgelegde maatregel van individueel bezoek met toezicht, heeft het bezoek achter glas mogen plaatsvinden, gevolgd door een visitatie van klager. Beroep klager ongegrond. 

RSJ 8 januari 2018, 17/2022/GA
Het beklag betreft een tweetal toezichtmaatregelen, inhoudende (1) individueel bezoek met toezicht en (2) opnemen, afluisteren en vertalen van gesprekken. Klager is veroordeeld voor een terroristisch misdrijf en hij heeft in dat kader enige jaren op de Terroristen Afdeling (TA) verbleven. Opleggen toezichtmaatregelen redelijk. Klager verbleef pas korte tijd in een reguliere gevangenis en de bestreden beslissing geeft blijk van een inzichtelijke belangenafweging. Beroep directeur gegrond.

RSJ 7 november 2017, 17/0701/GA
In de huisregels staat dat een gedetineerde na afloop van het bezoek aan kleding en bij wijze van steekproef of op verdenking aan het lichaam wordt onderzocht. Klager beklaagt zich over de stelselmatige visitatie na bezoek. In de GVM-mededelingen van de directeur is het visiteren na bezoek (en op indicatie) niet als toezichtsmaatregel aan klager opgelegd. Wel is in beide mededelingen individueel bezoek met toezicht als maatregel aan klager opgelegd. Nu de directeur geen goede gronden heeft aangevoerd op basis waarvan stelselmatige visitatie noodzakelijk zou zijn en klager ook aan andere toezichtsmaatregelen, zoals het individueel en onder toezicht ontvangen van bezoek, was onderworpen, acht de beroepscommissie de beslissing om klager stelselmatig te visiteren onredelijk en onbillijk. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming € 130,-

RSJ 18 september 2017,17/1310/GA
Klager werd niet toegestaan in een colbert bezoek te ontvangen. Ook al is een colbert bij uitstek een kledingstuk dat als fatsoenlijk kan worden aangemerkt, de vergelijking met een jas, een verboden kledingstuk, is, gelet op handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting, niet onbegrijpelijk en daarmede niet toegestaan. Beroep klager ongegrond.

RSJ 7 september 2017, 17/1374/GA
Nu vaststaat dat de tenuitvoerlegging van klagers detentie in de periode van 29 augustus 2016 tot en met 22 december 2016 geschorst is geweest, voldeed klager niet aan de voorwaarde van verblijf in een of meerdere normaal beveiligde inrichtingen zijnde een gevangenis of huis van bewaring gedurende een aaneengesloten periode van zes maanden. Voor zover klager stelt dat de oude regeling inzake bzt op hem van toepassing is aangezien hij, op de periode van schorsing na, sinds 2014 gedetineerd is, overweegt de beroepscommissie dat de datum van het verzoek om bzt in deze bepalend is. Beroep directeur gegrond. 

RSJ 15 augustus 2017, 17/0625/GA
Klagers partner heeft geprobeerd een handelshoeveelheid hasj de inrichting in te voeren. Dit heeft zij in een andere inrichting ook geprobeerd. De ontzegging van de toegang tot de inrichting van klagers partner voor de duur van drie maanden is niet onredelijk. Beroep klager ongegrond.

RSJ 31 mei 2017, 17/0094/GA
Niet aannemelijk geworden dat klager stelselmatig na het bezoek van zijn advocaat zou zijn gevisiteerd. Door de directeur is medegedeeld dat na elk bezoek gebruik wordt gemaakt van een zogenaamde randomiser om gedetineerden ad random te selecteren voor visitatie. Door klager is niet gesteld noch is uit de stukken en/of de behandeling ter zitting gebleken dat het concrete aantal visitaties na bezoek (van zijn advocaat) in klagers geval gemiddeld genomen onaanvaardbaar moet worden geacht. Beroep klager ongegrond.

RSJ 24 mei 2017, 16/4068/GA
Afwijzing BZT. Nu vaststaat dat klager terug is geplaatst vanuit een zeer beperkt beveiligde inrichting naar een normaal beveiligde inrichting voldoet klager niet aan de voorwaarde van verblijf in één of meerdere normaal beveiligde penitentiaire inrichtingen zijnde gevangenis of huis van bewaring gedurende een aaneengesloten periode van zes maanden. Beroep klager ongegrond.

RSJ 19 mei 2017, 17/0326/GA
Als het gedrag van de gedetineerde daartoe aanleiding geeft kan een vooraf toegekend BZT alsnog worden geweigerd of worden omgezet in een regulier bezoek. Beroep klager ongegrond.

RSJ 24 april 2017, 16/3831/GA
Het beklag betreft de omstandigheid dat klager vanwege een hem opgelegde ordemaatregel gedurende drie maanden geen bezoek zonder toezicht (BZT) mocht ontvangen. De beroepscommissie stelt vast dat BZT, blijkens de huisregels, een recht is, waarbij voor de gebruikmaking aan voorwaarden dient te worden voldaan. Het recht op BZT is mede afhankelijk van het gedrag van de gedetineerde. Van de zijde van de directeur is genoegzaam onderbouwd dat klager heeft laten zien onvoldoende met zijn vrijheden om te kunnen gaan. Intrekking BZT voor duur van drie maanden redelijk. Beroep klager ongegrond.

RSJ 19 april 2017, 17/0100/GA
BZT-ruimte vies. Zorgplicht directeur geschonden. Beroep gegrond, tegemoetkoming € 5,-

RSJ 27 maart 2017, 16/3745/GA
Het beklag betreft de frequentie van het bezoek zonder toezicht (b.z.t.) die met de invoering van de gewijzigde huisregels op 1 maart 2016 is verminderd. Onder de vorige huisregels zijn aan gedetineerden onder bijzondere omstandigheden gunsten verleend. Dat de familie in het buitenland verblijft, maakt volgens de directeur de situatie van klager bijzonder. De directeur stelt dat bijzondere omstandigheden per geval zullen worden beoordeeld en dat nog steeds maatwerk wordt toepast, waarbij de huisregels als uitgangspunt gelden. Of, en zo ja op welke wijze met de bijzondere situatie van klager rekening is gehouden en of in het geval van klager maatwerk is toegepast, blijkt evenwel onvoldoende uit de stukken: een gemotiveerde beslissing ten aanzien van klager waarin een belangenafweging is gemaakt, ontbreekt. Beroep klager gegrond, opdracht aan directeur om nieuwe beslissing te nemen. 

RSJ 15 maart 2017, 16/3986/GA
In het door de directeur in beklag overgelegde overzicht is achter ‘geplande bezoektijd’ ‘13:58 – 14:30’ vermeld.
Anders dan klager stelt is niet gebleken dat zijn raadsman zich reeds om 13:00 uur in de inrichting heeft gemeld. Derhalve is evenmin gebleken dat klager door toedoen van de inrichting is geschaad in het recht op bezoek van zijn raadsman. Beroep klager ongegrond.

RSJ 6 maart 2017, 16/3808/GA en 16/3849/GA
Bezoek zonder toezicht (BZT): beslissing van directeur klager toe te staan één uur per maand BZT te ontvangen is niet in strijd met redelijkheid en billijkheid en hiermee is voldaan aan de vereisten van artikel 38 Pbw. Beroep klager ongegrond. Een bekorting van het BZT met één minuut levert geen schending op van klagers recht op één uur BZT per maand. Niet is gebleken van een verdere bekorting van dit BZT. Beroep directeur gegrond.

RSJ 24 februari 2017, 16/3912/GA, 16/4040/GA en 16/4039/GA
Afwijzing van verzoek op zelfde dag deel te nemen aan ouder-kind-dag en bezoek van vrouw en zoontje te ontvangen betreft beklagwaardige beslissing van directeur. In brief sectordirectie wordt ouder-kind-dag omschreven als ouder-kind-bezoek. Naar oordeel beroepscommissie vorm van (extra) bezoek. Volgens huisregels niet toegestaan om twee bezoekmomenten op één dag te plannen. Klager ontvankelijk in beklag, maar beklag alsnog ongegrond. Beroep verder ongegrond.

RSJ 23 februari 2017, 16/3481/GA
Het standpunt van de directeur dat na klagers overplaatsing een periode van vier weken te kort is om klager al in aanmerking te laten komen voor BZT is onvoldoende gemotiveerd, zeker als in aanmerking wordt genomen dat klager sinds zijn plaatsing in de inrichting positief gedrag heeft laten zien. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming extra BZT.

RSJ 3 januari 2017, 16/3166/GA
Vervallen van vijf BZT-momenten. Beklag door beklagcommissie gegrond verklaard + tegemoetkoming toegekend van € 30,- per gemist BZT-moment. Beroep van klager gericht tegen toegekende tegemoetkoming. Hij wenst in natura te worden gecompenseerd, Waar dit laatste in beginsel uitgangspunt is en niet is gebleken van een onmogelijkheid om in nature te compenseren, beroep gegrond + tegemoetkoming van vijf extra BZT-momenten.

RSJ 12 oktober 2016, 16/2307/GA
Bezoekaanvraag is aan klager teruggegeven, nu de bezoekaanvraag te laat is ingediend. Derhalve geen sprake van een door of namens de directeur genomen beslissing waartegen beklag open staat. Geen sprake van verzuim of weigering om te beslissen. Beroep klager ongegrond.

RSJ 7 oktober 2016, 16/1883/GA
Voor het eerst in beroep gesteld dat familiebezoek (BZT) plaatsvond in spreekkamer met raam in deur waar continu doorheen zou worden gekeken. Argument niet eerder aangevoerd en niet aannemelijk geworden daadwerkelijk toezicht op bezoek heeft plaatsgevonden. Beroep klager ongegrond.

RSJ 23 september 2016, 16/2043/GA
De beroepscommissie kan zich verenigen met de beslissing van de beklagcommissie de directeur op te dragen klager eenmaal in de gelegenheid te stellen BZT te ontvangen in de door klager genoemde ruimte. Hierbij is in aanmerking genomen dat uit het “Aanvraagformulier familie bezoek zonder toezicht” naar het oordeel van de beroepscommissie volgt dat dit formulier is bedoeld voor de aanvraag van één BZT. Ook de bezoeker dient bij het eerste BZT daartoe een verzoek in te dienen bij de directeur. Een volgend BZT van dezelfde persoon voor wie toestemming is verkregen, kan door de gedetineerde schriftelijk worden aangevraagd bij het BSD, zo blijkt uit het formulier. Enkel de bezoeker die al eerder toestemming heeft gekregen voor BZT hoeft dit niet opnieuw te doen. Het vorenstaande betekent dat een gedetineerde voor ieder BZT een nieuwe aanvraag dient te doen bij het BSD, waarop telkens zal worden beslist. Het beroep klager ongegrond.

RSJ 16 augustus 2016, 16/1894/GA
Van een individuele belangenafweging bij afwijzing BZT is niet gebleken. Nu de directeur in zijn brief heeft verklaard dat klager heeft aangetoond dat er tussen hem en zijn vriendin een duurzame relatie bestaat, komt klager in aanmerking van BZT. Beroep gegrond, tegemoetkoming extra BZT dan wel € 25,-.

RSJ 15 juli 2016, 15/4173/GA en 16/0484/GA
Geestelijk verzorgers die niet aan de inrichting verbonden zijn hebben niet vrijelijk toegang tot de inrichting maar zijn aangewezen op de reguliere bezoekregeling. Het bezoek vindt daarom onder toezicht plaats. De orde waartoe klager behoort heeft overigens geen ANBI-status (meer). Het gebruik van BZT met dit doel staat op gespannen voet met het bepaalde in huisregels omtrent BZT. Er is geen strijd met enige regeling. Ook is discriminatie niet aan de orde. Beide beroepen van klager zijn daarom ongegrond.

RSJ 12 juli 2016, 16/0327/GA
Ook bij intrekking van toegezegd extra BZT kan in redelijkheid van directeur worden verlangd dat hij voorafgaand aan intrekking een gemotiveerde, kenbare en achteraf toetsbare dus schriftelijke belangenafweging maakt. Anders beslissing onvoldoende gemotiveerd en kennelijk onredelijk. Beroep op dit punt gegrond, tegemoetkoming extra BZT.

RSJ 12 november 2014, 14/2483/GA
Klager verbleef als afgestrafte in het HvB en kon vanwege een wachtlijst niet worden geplaatst in de gevangenis van diezelfde inrichting. Nu de faciliteiten voor BZT in de inrichting aanwezig waren, is de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot BZT onredelijk/onbillijk. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming € 25,-.

RSJ 3 oktober 2014, 14/1941/GA
Wet stelt geen eisen aan tijdstip bezoek maar bezoekrecht moet wel effectief zijn. Met huidige bezoektijden van 07.45-08.45 uur is daarvan voor klagers geen sprake. Bezoektijden vormen een te grote belemmering om klagers daadwerkelijk te bezoeken, maken inbreuk op individueel bezoekrecht. Beroep directeur ongegrond.

RSJ 16 september 2014, 14/1802/GA
Aan klager zijn toezichtmaatregelen in het kader van zijn plaats en status op de GVM-lijst opgelegd. Noodzaak voor toezichtmaatregel opnemen, afluisteren en vertalen van bezoekgesprekken is aannemelijk, klager is gehoord en de directeur heeft bij het opleggen van de maatregelen een eigen belangenafweging gemaakt. Formele gebreken zijn niet aannemelijk geworden. Beroep klager ongegrond.

RSJ 2 september 2014, 14/1738/GA
Afwijzing verzoek BZT niet onredelijk/onbillijk, gelet op o.a. duur van voorlopige hechtenis (ruim een jaar). Geen sprake van discriminatie tussen veroordeelden en niet-veroordeelden gelet op bezoekmogelijkheden. Directeur moet echter in het vervolg wel individuele belangenafweging maken en mag niet enkel verwijzen naar circulaire. Beroep directeur gegrond en beklag alsnog ongegrond.

RSJ 8 augustus 2014, 14/1062/GA
Beslissing tot intrekking eerder aan klager toegekend tweede extra BZT is beslissing als bedoeld in artikel 60 Pbw. Beroep klager gegrond. Beslissing directeur onvoldoende gemotiveerd. Opdracht aan directeur om nieuwe beslissing te nemen.

RSJ 14 augustus 2014, 14/2882/GA
Gedetineerden in het huis van bewaring komen niet in aanmerking voor bezoek zonder toezicht (BZT). De beroepscommissie heeft beoordeeld of dit, mede in het licht van het arrest van het EHRM inzake Varnas vs. Litouwen, een ongerechtvaardigd onderscheid oplevert met gedetineerden die in een gevangenis verblijven. Dit is in het algemeen niet het geval. De directeur dient verzoeken om BZT van geval tot geval te beoordelen. Beroep klager ongegrond.

RSJ 8 augustus 2014, 14/1062/GA
Omdat klager in een strafcel verbleef kon het geplande bezoek zonder toezicht geen doorgang vinden. Hoewel de eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerden bij het omzetten van bezoek zonder toezicht naar bezoek onder toezicht voorop staat, heeft de inrichting klagers bezoek afgebeld zonder dat hierover met klager is overlegd. Daarmee is klager de van hem verwachte verantwoordelijkheid ontnomen en was het niet meer mogelijk om het bezoek om te zetten. In het kader van klagers privacy is het niet wenselijk dat de inrichting zonder medeweten van klager contact opneemt met zijn vriendin. Handelen directeur onredelijk. Beroep directeur ongegrond.

RSJ 31 augustus 2012, 12/1274/GA
Omdat klager in een strafcel verbleef kon het geplande bezoek zonder toezicht geen doorgang vinden. Hoewel de eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerden bij het omzetten van bezoek zonder toezicht naar bezoek onder toezicht voorop staat, heeft de inrichting klagers bezoek afgebeld zonder dat hierover met klager is overlegd. Daarmee is klager de van hem verwachte verantwoordelijkheid ontnomen en was het niet meer mogelijk om het bezoek om te zetten. In het kader van klagers privacy is het niet wenselijk dat de inrichting zonder medeweten van klager contact opneemt met zijn vriendin. Handelen directeur onredelijk. Beroep directeur ongegrond.

RSJ 22 mei 2012, 11/3737/GA
Dagprogramma biedt in de even weken op zondag en in de oneven weken op woensdag de mogelijkheid om bezoek te ontvangen. Aard van bezoekrecht brengt mee dat dit recht regelmatig en met vaste tussenpozen wordt geëffectueerd en wel, zoals artikel 38 Pbw bepaalt, met een minimale frequentie van een week. Bezoekregeling, voor zover daarmee grens van zeven dagen wordt overschreden, is in strijd met artikel 38 Pbw. Beroep directeur ongegrond.

RSJ 10 mei 2012, 12/0501/GA
Te laat doorlaten van bezoek is een beklagwaardige beslissing. Het bezoek is zelf verantwoordelijk voor het tijdig aanwezig zijn om tijdig doorgelaten te kunnen worden tot de bezoekzaal. Klager alsnog ontvankelijk in beklag, maar beklag ongegrond.

RSJ 16 oktober 2010, 12/1772/GA
Uit de huisregels volgt niet dat bezoek zonder toezicht per se zou moeten plaatsvinden in ruimte die speciaal is ingericht voor het bezoek van de levenspartner. Bezoek van drie familieleden kon plaatsvinden in advocatenkamer. Beroep directeur gegrond.

RSJ 15 januari 2010, 09/2842/GA
Klager heeft, na enige tijd met verscherpt toezicht bezoek te hebben ontvangen, gedurende zes maanden op gebruikelijke wijze bezoek mogen ontvangen. Vervolgens is, zonder enige mededeling, opnieuw overgegaan op verscherpt toezicht. Reden was klagers plaats op de lijst GVM met status hoog. Beslissing van directeur is genomen zonder blijk te geven van eigen belangenafweging. Beroep klager gegrond, tegemoetkoming € 75,-.