Sla inhoud over

Jurisprudentie media

Per 1 januari 2024 zal de jurisprudentie van de RSJ in het dossier niet meer worden geupdatet en per 1 juli 2024 zal deze volledig worden verwijderd. U kunt  de jurisprudentiedatabank van de RSJ hiervoor raadplegen.


Jurisprudentie beklagcommissie

10 januari 2023, KC 2023/004.

Klager heeft een brief geadresseerd aan het dagblad De Telegraaf ter verzending aangeboden. De directie heeft geweigerd deze brief te verzenden. Klager is het niet eens met deze beslissing. Klager stelt dat hij niet wist dat hij voor contact met de media eerst toestemming moest vragen aan de directeur. De mistanden die klager wilde openbaren zijn volgens hem bovendien van algemeen belang. De directeur heeft de inhoud van de brief van klager getoetst en geoordeeld dat de inhoud maatschappelijke onrust zou geven. De weigering tot verzenden is volgens de directie dan ook niet onredelijk of onbillijk. De beklagcommissie is van oordeel dat de directie op grond van artikel 40 Pbw kon beslissen de brief niet te verzenden, nu vaststaat dat klager voorafgaand aan de poging tot verzending van zijn brief geen toestemming heeft gevraagd noch gekregen om contact te mogen zoeken met de media. Het beklag wordt daarom ongegrond verklaard. De beklagcommissie merkt nog op dat het correcter was geweest de brief ongeopend aan klager te retourneren, nu uit de adressering al bleek dat het ging om een brief gericht aan de media. Op grond van artikel 36 Pbw was de directeur evenwel bevoegd de brief te openen en controleren.

 

3 april 2014, KC 2014/024
De beklagcommissie is van oordeel dat de directeur het verzoek van klager om een gesprek met een vertegenwoordiger van de media te voeren, onvoldoende gemotiveerd heeft afgewezen. Het is volgens de beklagcommissie niet duidelijk geworden dat de weigeringsgronden van artikel 40 Pbw van toepassing zijn. Ook is niet duidelijk geworden of de directeur door het stellen van voorwaarden en/of het houden van toezicht op het perscontact heeft overwogen, hetgeen mogelijk een minder verstrekkende inperking van de rechten van klager had gegeven dan het in het geheel weigeren van het voeren van een gesprek met een vertegenwoordiger van de media. Daarom verklaart de beklagcommissie de klacht tegen de weigeringsbeslissing van de directeur gegrond.

25 oktober 2013, KC 2014/048
Klager beklaagt zich over de aan hem opgelegde disciplinaire straf van 14 dagen opsluiting op eigen cel zonder televisie omdat klager met journalisten heeft gesproken zonder daarvoor toestemming te vragen aan de directeur. Het was klager niet bekend dat hij zonder toestemming geen contact mocht opnemen met journalisten. De directeur is van mening dat klager met zijn handelen de orde, rust en veiligheid in de inrichting ernstig in gevaar heeft gebracht en acht de disciplinaire straf niet onredelijk en onbillijk. De beklagrechter is van oordeel dat uit de bewoordingen van artikel 40 van de Pbw en artikel 14.3 van de Huisregels voortvloeit dat het een gedetineerde onder alle omstandigheden verboden is zonder toestemming van de directeur een gesprek te voeren met een vertegenwoordiger van de media. Van deze wet- en regelgeving had klager op de hoogte moeten en kunnen zijn. Klager had zich bewust moeten zijn dat zijn gesprek met de betreffende journalisten kon leiden tot een artikel in het betreffende dagblad en dat hij voor een dergelijk gesprek toestemming had moeten vragen. De disciplinaire straf is aldus niet in strijd met wet- en regelgeving aan klager opgelegd. De klacht wordt ongegrond verklaard. Het beroep van klager is ook ongegrond verklaard.

10 april 2012, KC 2012/073
Klager beklaagt zich over de beslissing van de directeur, aan wie opgedragen was een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van een eerdere uitspraak van de beklagcommissie (KC 2012/072). De beslissing betreft afwijzing van het verzoek van klager om ex art. 40 Pbw een gesprek te voeren met een verslaggeefster van de Volkskrant. De directie persisteert bij haar eerder ingenomen standpunt. De beklagcommissie oordeelt dat de directeur volgens artikel 40 lid 2 Pbw een eigen bevoegdheid heeft om al dan niet toestemming te geven voor een contact met de media. De belangen van de gedetineerde bij dat contact dienen afgewogen te worden tegen het (eventueel) negatieve advies van de persvoorlichter. Naar het oordeel van de beklagcommissie heeft de directie geen dermate overwegende bezwaren naar voren gebracht tegen het gevraagde perscontact, dat op grond daarvan een totaal verbod voor een dergelijk contact gerechtvaardigd was. Het beklag wordt gegrond verklaard.

27 juni 2011, KC 2012/072
De directeur verwijst in deze zaak alleen naar de procedure en het wettelijk kader. Voorts geeft de directeur aan dat zijn beslissing om klagers verzoek af te wijzen met name is gelegen in het feit dat hij is veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf dat veel onrust in de maatschappij heeft veroorzaakt. Enkel wordt verwezen naar de ernst van het misdrijf. Enkele verwijzing naar de ernst van een door gedetineerde gepleegd feit rechtvaardigt de afwijzing van het verzoek niet.

Jurisprudentie beroepscommissie

RSJ 8 mei 2023, 22/30103/GA.

Directeursberoep inzake beklag tegen een afwijzing van verzoek contact met de media. Er is onvoldoende gemotiveerd dat het belang van de nabestaanden zo groot is dat klagers verzoek op slechts die grond had kunnen worden afgewezen. Beroep ongegrond.

 

RSJ 19 juli 2022, R-20/8114/GA.

Afwijzing verzoek contact met media. Er is sprake van een onvoldoende kenbare belangenafweging. De beslissing van de directeur is onvoldoende gemotiveerd in het licht van de weigeringsgronden van art. 40 Pbw. Directeur had de klager om nadere toelichting moeten vragen. Daarnaast heeft het onderwerp Corona een 'landelijke uitstraling', dus de directeur had advies moeten vragen aan de persvoorlichter van DJI. Beroep gegrond. Geen tegemoetkoming.

 

RSJ 30 juni 2021, 20/16869/GA.

Directeursberoep. Klager heeft verzocht een interview te mogen geven. Het verzoek is onvoldoende gemotiveerd afgewezen, nu onvoldoende is onderbouwd dat de bescherming van de openbare orde en de goede zeden en de rechten en vrijheden van anderen dan de gedetineerde met het interview in het gedrang raken. Beslissing van de directeur alles afwegende onredelijk en onbillijk. Vernietiging uitspraak ten aanzien van een opdracht voor een nieuwe beslissing. Beroep voor het overige ongegrond. Tegemoetkoming € 10,-.


RSJ 18 juli 2018, 18/0024/GA
Klager heeft zonder toestemming contact opgenomen met de gedetineerdenbelangenvereniging BONJO. Valt het contact met de BONJO onder ‘contacten met de pers’? De RSJ bevestigt het standpunt van de directeur dat ook hier sprake is van contacten met de pers waarvoor toestemming nodig is. Klager had de voorgeschreven procedure moeten volgen. Beroep van klager ongegrond.

RSJ 11 april 2018, 17/2167/GA
De directeur moet, iedere keer dat een gedetineerde verzoekt om een gesprek te mogen voeren met een vertegenwoordiger van de media, een afweging maken tussen het belang van klager en de belangen zoals genoemd in artikel 40 van de Pbw. De categoriale weigering klager met een vertegenwoordiger van de media te laten spreken, is in strijd met de wet en de circulaire ‘contacten tussen gedetineerden/directeuren en media’. Beroep klager gegrond.

RSJ 14 oktober 2015, 15/1490/GA en 15/2030/GA
Beslissing tot toezicht op in- en uitgaande post en toezicht op belgedrag ter voorkoming dat klager contact zou zoeken met de media niet onredelijk/onbillijk. Beroep klager ongegrond.

RSJ 9 januari 2014, 13/3585/GA
Het beklag betreft een disciplinaire straf van 14 dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie, wegens het zonder toestemming van de directeur onderhouden van contacten met journalisten van De Telegraaf. Klager moet op de hoogte zijn geweest dat voor gesprek met journalisten de toestemming van de directeur is vereist. Beroep klager ongegrond.

RSJ 29 oktober 2013, 13/1823/GA en 13/2338/GA
Brief gericht aan "Een Vandaag" geen poststuk voor geprivilegieerde ontvanger. Directeur kon brief laten openen en controleren. Nu contact met (vertegenwoordigers van) de media slechts met toestemming van de directeur is toegelaten, kon directeur weigeren betreffende brief te verzenden. Beroepen klager ongegrond.

RSJ 1 november 2012, 12/1243/GA
Beslissing van directeur om verzoek van klager om gesprek te hebben met vertegenwoordiger van de Volkskrant over zijn deradicalisatie op voorhand af te wijzen in strijd met redelijkheid en billijkheid. Stukken van DJI waaruit blijkt dat mediacontact van klager zich niet verdraagt met belangen slachtoffers ontbreken. Stelling dat mediacontact zich niet verdraagt met orde en veiligheid in inrichting niet houdbaar, nu niet is gebleken dat klager, van wie reeds eerder een artikel is gepubliceerd, problemen heeft met medegedetineerden. Beroep directeur ongegrond.

RSJ 19 april 2012, 11/3465/GA
Onvoldoende aannemelijk dat gelet op orde en veiligheid in de inrichting het noodzakelijk was een brief aan de redactie van het magazine Panorama niet te verzenden. Beroep klager gegrond.

RSJ 24 juli 2007, 07/0943/GA-tussenbeslissing
De beroepscommissie acht zich vooralsnog onvoldoende voorgelicht om op het beroep van klager te kunnen beslissen. Zij acht het wenselijk dat op schrift gestelde adviezen van de advocaat-generaal en van de vertegenwoordiger van DJI worden overgelegd, nu deze - mondeling gegeven - adviezen voor de directeur aanleiding waren om het verzoek van klager af te wijzen. De beroepscommissie zal daarom de behandeling van het beroep aanhouden.

RSJ 29 augustus 2006, 06/1371/GA
Klager zit in vreemdelingenbewaring en wil een interview geven, hetgeen is afgewezen. Klager is volgens de Pbw gedetineerde waardoor circulaire mediacontacten van toepassing is. Klager is verdachte in een nog aanhangige strafzaak met meerdere verdachten, waaraan veel media-aandacht is besteed. Advocaat-generaal heeft negatief geadviseerd. Beroep directeur gegrond.

RSJ 29 maart 2005, 05/0062/GA
Een door een journalist gedaan verzoek om een interview met klager is afgewezen. Nu het verzoek niet door klager is ingediend, betreft dit geen door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing. Klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

RSJ 7 oktober 2002, 02/1286/GA
Aanvraag om gesprek / interview met vertegenwoordiger van de pers gemotiveerd afgewezen. Beslissing directeur niet in strijd met de wet en, gelet op de omstandigheden, ook niet onredelijk en onbillijk. Beroep directeur gegrond.