Media jeugdigen

Contact met de media

Artikel 45 lid 1 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (hierna: Bjj) geeft de jeugdige de mogelijkheid om in contact te treden met vertegenwoordigers van de media. De directeur kan toestemming geven voor contact tussen de jeugdige en de media, voor zover dit zich verdraagt met de volgende belangen:

• De handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting;
• de bescherming van de openbare orde en de goede zeden;
• de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van de jeugdige;
• de uitvoering van het perspectiefplan;
• de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen dan de jeugdige;
• de voorkoming of opsporing van strafbare feiten.

Procedure

Procedurele regels zijn neergelegd in de circulaire Contacten tussen jeugdigen/directeuren en media van 5 juli 2000. Als de jeugdige contact wenst met een vertegenwoordiger van de media, of andersom, dan moet hiervoor een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de directeur van de desbetreffende justitiële jeugdinrichting. Het maakt daarbij niet uit wie de initiatiefnemer is.[1] 

Het schriftelijk ingediende verzoek moet een uiteenzetting van het onderwerp van gesprek en het kader waarbinnen het onderwerp wordt geplaatst bevatten. Ook moet het ter advies worden voorgelegd aan de persvoorlichter van de Dienst Justitiële Inrichtingen als het gaat om één van de volgende situaties:

• het onderwerp heeft betrekking op (de verdenking van) het plegen van een delict door de jeugdige of op diens (lopende) strafprocedure; 
• de jeugdige wordt verdacht van of is veroordeeld wegens een gewelds- of zedendelict; 
• het een jeugdige vreemdeling betreft in afwachting van (een beslissing tot al dan niet) uitzetting; 
• het onderwerp (in)direct betrekking heeft op een beleidsterrein van het Ministerie van Veiligheid & Justitie; 
• het opvattingen betreft van bewindslieden; 
• het werkzaamheden of opvattingen betreft van ambtenaren van het (kern) departement van het Ministerie van Veiligheid & Justitie of van het hoofdkantoor van de Dienst Justitiële Inrichtingen; 
• het ernstige incidenten betreft zoals gijzelingen, suïcides en ontsnappingen; 
• het onderwerp een ‘landelijke uitstraling’ heeft.

In het geval toestemming wordt verleend wordt een schriftelijke overeenkomst gesloten met de vertegenwoordiger van de media volgens het model in bijlage 1 van de circulaire Contacten tussen jeugdigen/directeuren en media’.

Voorwaarden

Met het oog op de bescherming van de belangen als genoemd in artikel 45 lid 1 Bjj kan de directeur aan de toegang van een vertegenwoordiger van de media tot de inrichting voorwaarden verbinden. Hierbij kun je denken aan afspraken omtrent het vóór publicatie of uitzending kennis nemen van het journalistieke product, of aan het bedingen van een vetorecht aangaande de openbaarmaking. Als de vertegenwoordiger van de media de opgelegde voorwaarden niet nakomt, kan de directeur hem uit de inrichting doen verwijderen (artikel 45 lid 2 Bjj).

Toezicht

Op het contact met de vertegenwoordiger van de media mag de directeur toezicht uitoefenen als dit noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in artikel 45 lid 1 Bjj. Dit toezicht kan bestaan uit het beluisteren of het opnemen van een gesprek tussen de bezoeker en de jeugdige. De directeur moet motiveren waarom dit toezicht noodzakelijk is. Tevoren moet aan de betrokkenen mededeling worden gedaan van de aard en de redenen van het toezicht (artikel 45 lid 3 Bjj juncto artikel 43 lid 4 Bjj).

De vertegenwoordiger van de media moet zich bij binnenkomst in de inrichting op deugdelijke wijze legitimeren. De directeur kan bepalen dat hij of zij aan zijn kleding wordt onderzocht op de aanwezigheid van voorwerpen die een gevaar kunnen opleveren voor de orde of de veiligheid in de inrichting. Dit onderzoek kan ook betrekking hebben op meegebrachte voorwerpen. De directeur is bevoegd dergelijke voorwerpen voor de duur van het bezoek onder zich te nemen tegen afgifte van een bewijs van ontvangst. Ook mag hij voorwerpen aan een opsporingsambtenaar ter hand stellen met het oog op de voorkoming of de opsporing van strafbare feiten (artikel 45 lid 3 Bjj juncto artikel 43 lid 5 Bjj).

                                                                                                                                                            

[1] Een opvallend voorbeeld waarbij geen toestemming was gevraagd voor contact met de media, deed zich voor in 2019: 'Rapper scoort hit vanuit de cel', RTL Nieuws, 7 maart 2019