Telefoon en internet
Telefoon
Recht op telefoneren
Binnen justitiële jeugdinrichtingen hebben jeugdigen op grond van artikel 44 lid 1 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (hierna: Bjj) het recht om ten minste tweemaal per week gedurende tien minuten één of meerdere telefoongesprekken te voeren met personen van buiten de inrichting. De tijden en plaatsen waarop de gesprekken mogelijk zijn staan vastgesteld in de huisregels. De kosten van de telefoongesprekken komen voor rekening van de jeugdige, tenzij de directeur anders bepaalt.
Binnen justitiële jeugdinrichtingen hebben jeugdigen op grond van artikel 44 lid 1 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (hierna: Bjj) het recht om ten minste tweemaal per week gedurende tien minuten één of meerdere telefoongesprekken te voeren met personen van buiten de inrichting. De tijden en plaatsen waarop de gesprekken mogelijk zijn staan vastgesteld in de huisregels. De kosten van de telefoongesprekken komen voor rekening van de jeugdige, tenzij de directeur anders bepaalt.
Toezicht
De directeur kan, op grond van artikel 44 lid 2, toezicht uitoefenen op een telefoongesprek van de jeugdige als dit noodzakelijk is ter vaststelling van de identiteit van de persoon met wie de jeugdige een gesprek voert of met één van de volgende belangen genoemd in artikel 41 lid 4 Bjj:
- de handhaving van de orde of de veiligheid binnen de inrichting;
- de voorkoming of de opsporing van strafbare feiten;
- de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven;
- de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van de jeugdige;
- de uitvoering van het perspectiefplan.
Het toezicht kan bestaan uit het beluisteren van een telefoongesprek of het uitluisteren van een opgenomen telefoongesprek. Van de aard en de redenen van het toezicht moet mededeling worden gedaan aan de jeugdige (artikel 44 lid 2 Bjj). Opgenomen telefoongesprekken mogen worden bewaard voor een periode van ten hoogste acht maanden.[1] Na deze periode moet het opgenomen gesprek worden gewist.
Een voorbeeld van een zaak waarin de directeur van de jeugdinrichting had besloten om toezicht uit te oefenen op de telefoongesprekken van klager, is de zaak van 16 februari 2022. De reden voor het toezicht was dat klager verdacht werd van een delict binnen een crimineel netwerk, waar een actuele geweldsdreiging van uitging en de directeur had aanwijzingen dat hij probeerde buiten reguliere en toegestane communicatiemiddelen contact te zoeken met anderen. De voorzitter van de beroepscommissie vond deze beslissing van de directeur tot het houden van toezicht niet op voorhand onredelijk of onbillijk en wees het verzoek tot schorsing af.[2]
Een voorbeeld van een zaak waarin de directeur van de jeugdinrichting had besloten om toezicht uit te oefenen op de telefoongesprekken van klager, is de zaak van 16 februari 2022. De reden voor het toezicht was dat klager verdacht werd van een delict binnen een crimineel netwerk, waar een actuele geweldsdreiging van uitging en de directeur had aanwijzingen dat hij probeerde buiten reguliere en toegestane communicatiemiddelen contact te zoeken met anderen. De voorzitter van de beroepscommissie vond deze beslissing van de directeur tot het houden van toezicht niet op voorhand onredelijk of onbillijk en wees het verzoek tot schorsing af.[2]
Weigering of beëindiging telefoongesprek
De directeur kan besluiten een bepaald telefoongesprek of telefoongesprekken te weigeren. De weigering van een bepaald gesprek of bepaalde gesprekken is voor een periode van maximaal vier weken toegestaan. Ook is het mogelijk dat de directeur een reeds aangevangen telefoongesprek beëindigt. Zowel de weigering als de beëindiging van een telefoongesprek moet noodzakelijk zijn met oog op een belang als bedoeld in artikel 41 lid 4 Bjj. De directeur moet deze beslissingen goed motiveren (artikel 44 lid 3 Bjj).
Telefonisch contact met geprivilegieerde personen en instanties
Als een jeugdige telefonisch contact wil met een geprivilegieerde persoon of instantie, dan moet hij hiervoor de mogelijkheid krijgen, mits hiertoe de noodzaak en gelegenheid bestaat (artikel 44 lid 5 Bjj). De geprivilegieerde personen en instanties zijn opgesomd in artikel 42 lid 1 Bjj.
Toezicht op telefoongesprekken met geprivilegieerden enkel toegestaan ter vaststelling van de identiteit van de betrokken geprivilegieerde persoon of instantie (artikel 44 lid 5 Bjj). Wanneer bij het houden van toezicht blijkt dat gesprekken met geprivilegieerden zijn opgenomen, moeten deze terstond worden gewist (artikel 50a lid 3 Reglement justitiële inrichtingen).
Een voorbeeld waarbij de jeugdige onterecht niet in de gelegenheid werd gesteld om met zijn advocaat te bellen, is de uitspraak van de RSJ van 16 juni 2021. In deze uitspraak werd de klager op zijn kamer geplaatst en wilde hij hiertegen rechtsmiddelen aanwenden, waardoor er noodzaak bestond om zijn advocaat te bellen. De directeur verklaarde dat er geen gelegenheid was om te bellen, maar heeft dit verder niet onderbouwd. De klager beweerde dat er wel gelegenheid bestond en dit heeft de directeur niet betwist. Op grond van deze omstandigheden werd het beroep gegrond verklaard en kreeg de jeugdige een tegemoetkoming van €10,-.[3]
In de uitspraak van 18 maart 2019 oordeelde de beroepscommissie dat er voor de klager geen noodzaak bestond om contact op te nemen met zijn advocaat. Klager had door een aangepast programma, wegens niet positief gedrag op de groep, twee belmomenten per dag. Tijdens zijn eerste belmoment besloot klager zelf om in bed te blijven liggen. In de middag wilde klager perse met zijn advocaat bellen, maar ondanks pogingen om een extra belmoment te krijgen, is dit geweigerd. Er bestond geen noodzaak om juist die middag met zijn advocaat te bellen en de jeugdige moest wachten op zijn tweede belmoment in de avond. De beroepscommissie is het eens met de directeur en achtte de klacht ongegrond.[4]
Internet
Contact met de buitenwereld via beeldbellen
Door de coronapandemie, waren fysieke bezoeken aan jeugdigen sterk beperkt. Dit leidde tot een grotere vraag naar alternatieve communicatiekanalen, zoals videobellen. Jeugdinrichtingen begonnen videobellen aan te bieden als vervanging voor fysieke bezoekuren. Beeldbellen of het voeren van gesprekken via Skype konden een alternatief bieden voor fysiek bezoek.
Door de coronapandemie, waren fysieke bezoeken aan jeugdigen sterk beperkt. Dit leidde tot een grotere vraag naar alternatieve communicatiekanalen, zoals videobellen. Jeugdinrichtingen begonnen videobellen aan te bieden als vervanging voor fysieke bezoekuren. Beeldbellen of het voeren van gesprekken via Skype konden een alternatief bieden voor fysiek bezoek.
Na de pandemie is de mogelijkheid tot beeldbellen in verschillende inrichtingen blijven bestaan, bijvoorbeeld in het geval er beperkingen zijn waardoor een familielid niet op bezoek kan komen of als familieleden ver weg wonen. Echter, er bestaat geen wettelijk recht op beeldbellen. De Bjj kent geen grondslag voor de mogelijkheid om via internet contact te houden met de buitenwereld.
Internet
Uit de praktijk blijkt dat jeugdigen nog weinig toegang tot internet hebben. In de meeste jeugdinrichtingen mogen jeugdigen bij uitzondering en onder begeleiding op internet. Dit is met name om praktische zaken te regelen, zoals bankzaken, dingen voor school of het aanvragen van een zorgverzekering.
Uit de praktijk blijkt dat jeugdigen nog weinig toegang tot internet hebben. In de meeste jeugdinrichtingen mogen jeugdigen bij uitzondering en onder begeleiding op internet. Dit is met name om praktische zaken te regelen, zoals bankzaken, dingen voor school of het aanvragen van een zorgverzekering.
MediaWise
In sommige jeugdinrichtingen hebben de jongeren op de interne school en op een aantal leefgroepen gecontroleerd toegang tot vastgestelde/gecontroleerde informatie via MediaWise.
In sommige jeugdinrichtingen hebben de jongeren op de interne school en op een aantal leefgroepen gecontroleerd toegang tot vastgestelde/gecontroleerde informatie via MediaWise.
Met MediaWise hebben jongeren toegang tot het internet via een beveiligde basiswebsite. Het is tevens een leeromgeving die bestaande onderwijs-, vrijheids- en behandelprogramma's in een gesloten instelling versterkt. MediaWise is specifiek voor deze groep jongeren ontwikkeld en biedt een platform met jongereninformatie.
Jongeren kunnen via de beveiligde omgeving van MediaWise tal van websites bezoeken zoals nu.nl, scula.nl, belastingdienst.nl en digid.nl. Ook kunnen ze oefenen en werken met onderwijs-, en presentatietools, ICT vaardigheden, zoals PowerPoint, rekentools en CMS training en communicatie- en gedragsvaardigheden (fotobewerking, portfolio's en digitale kranten maken).
Daarnaast leren medewerkers en jongeren via losse praktijkworkshops om te werken met de 21st century skills en leren zij meer over hun rechten en plichten, waardoor de jongeren actief kunnen deelnemen aan de maatschappij. Medewerkers en jongeren kunnen zelf informatie plaatsen over activiteiten, schoolprogramma's en doorlinken naar belangrijks sites in de regio, zoals scholen en zorginstellingen.
MediaWise wordt per instelling op maat gemaakt en is tot stand gekomen in overleg met het ministerie van Veiligheid & Justitie (Dienst Justitiële Inrichtingen). Meer informatie over MediaWise vindt u hier.