Klachtenregeling in de Wvggz en de Wzd
De Wet verplichte ggz (hierna: Wvggz) en de Wet zorg en dwang (hierna: Wzd) kennen beide een eigen klachtenregeling, die erg op elkaar lijken. Het verschil tussen beide regelingen is gelegen in het soort beslissingen waartegen een klacht gericht kan zijn.
Klachtencommissies
De klachtenregelingen zijn te vinden in hoofdstuk 10 van de Wvggz en hoofdstuk 4 van de Wzd. Op grond van art. 10:1 Wvggz/art. 53 Wzd roept een zorginstelling een klachtencommissie in het leven. Let op, de de Wvggz en Wzd spreken dus van klachtencommissies, terwijl de beginselenwetten spreken over beklagcommissies. De klachtencommissie bestaat uit een oneven aantal, maar ten minste drie, leden. Deze leden zijn niet werkzaam bij of voor de zorgaanbieder waar de klachtencommissie optreedt. De taak van de klachtencommissie is om vanuit een onafhankelijke positie zicht te houden op, in het geval van de Wvggz, de ontwikkelingen bij het verlenen van (verplichte) zorg aan personen met een psychische stoornis (artikel 10:2 Wvggz) of, in het geval van de Wzd, het verlenen van (onvrijwillige) zorg aan psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (art. 54 Wzd).
Wettelijke vereisten voor het indien van een klacht
Een klacht kan schriftelijk en gemotiveerd ingediend worden bij de klachtencommissie door de persoon die zorg krijgt op grond van de Wvggz of Wzd, of diens vertegenwoordiger of nabestaande (art. 10:3 Wvggz/art. 55 Wzd). De Wvggz en de Wzd stellen geen termijn voor het indienen van een klacht.
NB: Een persoon die verblijft in een kliniek waar ook ter beschikking gestelden verblijven, kan dus niet een klacht indienen bij een beklagcommissie (op grond van de Bvt). De beklagcommissie is onbevoegd te oordelen over een klacht van en persoon die verblijft op een Wvggz- of Wzd-titel. [1]
Zoals gezegd verschillen de regeling waar het gaat om de beslissingen waartegen een klacht ingediend kan worden. Op grond van art. 10:3 Wvggz moet een klacht gericht zijn tegen een van de volgende beslissingen of verplichtingen in de Wvggz:
- De beslissing van de zorgverantwoordelijke om schriftelijk vast te leggen dat hij de betrokkene niet in staat acht tot redelijke waardering van zijn belangen ter zake van zorg of de uitoefening van rechten en plichten op grond van deze wet (als bedoeld in artikel 1:5 Wvggz).
- Het opstellen van een zelfbindingsverklaring door betrokkene en de zorgverantwoordelijke (als bedoeld in artikel 4:1, lid 2 Wvggz).
- De beslissing tijdelijk verplichte zorg te verlenen voorafgaand aan de crisismaatregel (als bedoeld in artikel 7:3 Wvggz).
- De verplichting van de zorgverantwoordelijke zorg te dragen voor het bijhouden van het dossier van de betrokkene (als bedoeld in artikel 8:4 Wvggz).
- De verplichting van de zorgaanbieder om de zorg genoemd in de crisismaatregel en zorgmachtiging te verlenen (als bedoeld in artikel 8:7 Wvggz).
- De verplichtingen waar de zorgverantwoordelijke aan moet hebben voldaan voordat overgegaan kan worden tot het verlenen van verplichte zorg (als bedoeld in artikel 8:9 Wvggz).
- De beslissing van de zorgverantwoordelijke tot het verlenen van verplichte zorg waar de crisismaatregel en zorgmachtiging niet in voorziet (als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz), de duur van deze tijdelijke verplichte zorg en formele vereisten die aan deze beslissing worden gesteld (als bedoeld in artikel 8:12 en 8:13 Wvggz).
- Een beslissing van de zorgverantwoordelijke tot onderzoek bij een gegrond vermoeden van aanwezigheid van verboden of gevaarlijke voorwerpen binnen de accommodatie (als bedoeld in artikel 8:14 Wvggz).
- Het opstellen van de huisregels door de zorgaanbieder (als bedoeld in artikel 8:15 Wvggz).
- Het toewijzen van de verantwoordelijkheid tot het verlenen van zorg op grond van een crisismaatregel of zorgmachtiging door de geneesheer-directeur aan een andere zorgaanbieder, geneesheerdirecteur of andere zorgverantwoordelijke (als bedoeld in artikel 8:16 Wvggz)
- De beslissing van de geneesheer-directeur tot tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg (als bedoeld in artikel 8:17 Wvggz).
- De beslissing van de geneesheer-directeur tot het stellen van voorwaarden aan de beëindiging van de verplichte zorg en het intrekken van de beslissing tot beëindiging bij niet-naleving van deze voorwaarden (als bedoeld in artikel 8:18 lid 8 en 12 Wvggz)
- De formele vereisten aan de voorwaarden die gesteld kunnen worden bij de beslissing tot tijdelijke onderbreking of beëindiging van de verplichte zorg (als bedoeld in artikel 8:20 Wvggz).
- De verplichting van de zorgverantwoordelijke om de uitvoering van de verplichte zorg te evalueren indien het voornemen bestaan deze te beëindigen (als bedoeld in artikel 8:21 Wvggz)
- De verplichting tot geheimhouding van de zorgaanbieder en de geneesheer-directeur (als bedoeld in artikel 8:34 Wvggz).
- De verplichting van de geneesheer-directeur om een zorgverantwoordelijk aan te wijzen voor betrokkene (als bedoeld in artikel 9:3 Wvggz).
- De verplichting van de zorgverantwoordelijke om zorg te dragen dat zo spoedig mogelijk na opneming een zorgplan wordt opgesteld (als bedoeld in artikel 9:4 Wvggz).
- De voorwaarden die zijn gesteld aan het laten plaats vinden de behandeling van betrokkene (als bedoeld in artikel 9:5 en 9:6 Wvggz).
- De verplichting om de duur van de in de zelfbindingsverklaring voorziene duur van de behandeling op te nemen in het zorgplan van de betrokkene (als bedoeld in artikel 9:7 Wvggz).
- De beslissing van de zorgverantwoordelijk om tijdelijk middelen of maatregelen toe te passen waarin het zorgplan niet voorziet om een noodsituatie af te wenden (als bedoeld in artikel 9:8 Wvggz).
- Een beslissing van de zorgverantwoordelijke inhoudende een beperking van het recht op het ontvangen van bezoek (als bedoeld in artikel 9:9 Wvggz).
Op grond van art. 55 Wzd moet een klacht gericht zijn tegen een beslissing of (niet) nakoming van een verplichting over:
- de vraag of een cliënt in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake van een beslissing die hem betreft (als bedoeld in art. 3 lid 1 Wzd en art. 22 lid 9 Wzd).
- het opnemen van onvrijwillige zorg in het zorgplan (als bedoeld in 10 en 11 Wzd)
- het uitvoeren van het zorgplan voor zover dit betrekking heeft op het uitvoeren van onvrijwillige zorg (als bedoeld in artt. 12 en 13 Wzd)
- zorg in onvoorziene situaties (als bedoeld in art. 15 Wzd)
- bijhouden van het dossier voor zover dit betrekking heeft op het uitvoeren van onvrijwillige zorg (als bedoeld in art. 16 Wzd).
- Verlof en ontslag (als bedoeld in art. 47 en 48 Wzd).
Behandeling van de klacht door de klachtencommissie
De klachtencommissie treft op grond van artikel 10:4 Wvggz/art. 56 Wzd een regeling die waarborgt dat de behandeling van de klacht plaatsvindt zonder inmenging van een persoon tegen wiens beslissing de klacht gericht is, op een manier die beide partijen in staat stelt gehoord te worden en die plaatsvindt op een locatie die voor de betrokkene dan wel cliënt gemakkelijk bereikbaar is. Beide partijen kunnen zich laten bijstaan door een persoon die zij daartoe aangewezen hebben.
De klachtencommissie is verplicht een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen binnen 14 dagen na ontvangst van de klacht, tenzij de beslissing of nakoming van een verplichting ten tijde van de indiening van de klacht geen gevolg meer heeft. In dat geval is de termijn voor het nemen van een beslissing vier weken (art. artikel 10:5 Wvggz/art. 56a Wzd).
Beslissingen van de klachtencommissie
Op grond van artikel 10:5 Wvggz/art. 56a Wzd kan een klachtencommissie een beslissing waartegen een klacht gericht is schorsen. Nadat de klachtencommissie zich over een klacht gebogen heeft, kan de beslissing op grond van art. 10:6 Wvggz/art. 56b Wzd het volgende inhouden:
- onbevoegd-verklaring van de klachtencommissie;
- niet-ontvankelijkverklaring van de klacht;
- ongegrondverklaring van de klacht; of
- gegrondverklaring van de klacht.
Een klacht die wordt ingediend op grond van de Wvggz en die betrekking heeft op de inhoud van de (machtiging tot voortzetting van de) crisismaatregel of de zorgmachtiging, zal niet-ontvankelijk worden verklaard (artikel 10:6 Wvggz). Hetzelfde geldt voor klachten die zijn ingediend op grond van de Wzd en die betrekking hebben op een besluit of rechterlijke machtiging tot opname en verblijf of beschikking tot inbewaringstelling (art. 56b lid 2 Wzd). Bij een gegrondverklaring van een klacht kan de klachtencommissie de bestreden beslissing geheel of gedeeltelijk vernietigen en een opdracht geven tot het nemen van een nieuwe beslissing (art. 10:6 Wvggz/art. 56b Wzd).
De klachtencommissie kan, op verzoek van klager, tevens besluiten over een schadevergoeding door de zorgaanbieder. Deze wordt na billijkheid vastgesteld nadat de zorgaanbieder is gehoord (art. 10:11 Wvggz/art. 56g Wzd).
Beroep
Nadat de klachtencommissie een beslissing heeft genomen of indien dit niet tijdig is gebeurd, kan de klager een schriftelijk, gemotiveerd verzoekschrift indienen bij de rechter verkrijging van een beslissing over de klacht. De termijn hiervoor bedraagt zes weken (art. 10:7 Wvggz/art. 56c Wzd). De rechter beslist binnen vier weken na ontvangst van het verzoekschrift. Tegen deze beslissing staat geen hoger beroep open (art. 10:9 Wvggz/art. 56e Wzd).
___________________________________________________
[1] RSJ 11 december 2020, R-20/7920/TA en R-20/7926/TA.