Jurisprudentie Medische zorg gedetineerden
Hieronder vindt u de uitspraken van de beklagcommissies. Voor de uitspraken van de RSJ kunt u de jurisprudentiedatabank raadplegen.
Klager klaagt erover dat hij niet goed medisch wordt verzorgd. In verband met zijn medische situatie dient hij speciale voeding te krijgen. Deze voeding heeft hij pas anderhalve maand na binnenkomst in JC Zaanstad gekregen terwijl toegezegd was dat hij in JC Zaanstad alle mogelijke medische zorg aan hem zou worden geboden. Volgens de directie krijgt klager vanaf 13 augustus 2021 vijf keer per dag Nutridrink in aanvulling op de normale maaltijden. De beklagcommissie stelt vast dat op basis van de stukken niet kan worden vastgesteld vanaf wanneer aan klager Nutridrink is verstrekt. Klager heeft in ieder geval tussen 10 en 13 augustus 2021 geen Nutridink verstrekt gekregen, terwijl de juiste verzorging een belangrijke voorwaarde was voor de komst van klager na zijn strafonderbreking. De beklagcommissie is dan ook van oordeel dat de directie haar zorgplicht heeft schonden en zal het beklag zodoende gegrond verklaren. Aan klager wordt een tegemoetkoming toegekend van € 25,-.
4 mei 2021, KC 2021/023
Klaagster beklaagt zich erover dat haar de toegang tot medische zorg is ontzegt. Zij had een afspraak met de psycholoog tijdens arbeidstijd, maar de arbeidsmedewerker heeft zonder klaagster in te lichten deze afspraak afgezegd. Klaagster stelt dat de psycholoog valt onder de medische dienst. De directie heeft aangegeven dat normaliter afspraken bij de medische dienst, op de afspraken met de arts na, worden ingepland buiten de uren dat klaagster aan het werk is. De psycholoog weet dat afspraken buiten arbeidstijd moeten worden gepland. De beklagcommissie stelt vast dat een psycholoog geen studie medicijnen afgerond en daarom geen arts is. Daarnaast betreft psychische zorg tweedelijns zorg. Een bezoek aan de psycholoog kan echter alleen plaatsvinden na doorverwijzing van de medische dienst, wat ook in klaagsters geval is gebeurd. Nu echter uit de overgelegde stukken niet is gebleken wanneer de afspraak plaatsvond en ook niet waarom deze al dan niet is doorgegaan, kan de beklagcommissie niet anders kan dan de klacht ongegrond verklaren.
4 augustus 2020, KC 2020/018
Klager beklaagt zich over de beslissing van de directeur om een medegedetineerde bij hem op cel te plaatsen ten tijde van de coronacrisis, waardoor de zorgplicht jegens klager is geschonden en de anderhalve meter norm in een meerpersoonscel niet gehandhaafd kan worden. De beklagrechter overweegt dat plaatsing van gedetineerden in een MPC in beginsel betekent dat de door de RIVM aanbevolen afstand van 1,5 meter niet in acht kan worden genomen en dat dit onvermijdelijk een extra risico met zich brengt. Uit de inlichtingen van de directie is voldoende gebleken dat de extra gezondheidsrisico´s met de plaatsing van een nieuwe celgenoot zoveel mogelijk zijn beperkt en dat er voldoende maatregelen zijn getroffen om deze risico’s aanvaardbaar te maken. Klacht ongegrond.
4 april 2012, KC 2012/102
Klager beklaagt zich erover dat hij bij een ziekmelding twee dagen is ingesloten. Hij heeft zich de tweede dag beter gemeld maar moest echter ingesloten blijven. De directeur licht toe dat de huisregels onlangs zijn gewijzigd op het punt van de ziekmelding en thans geldt een ziekmelding voor twee dagen. De voorzitter van de beklagcommissie acht de gewijzigde huisregel in strijd met hogere regelgeving, te weten art. 23, eerste lid, aanhef en onder c, van de Pbw. De voorzitter is van oordeel dat klager de dag na zijn ziekmelding in de gelegenheid gesteld had moeten worden weer deel te nemen aan het dagprogramma nu hij zich op die dag weer beter heeft gemeld. De klacht wordt gegrond verklaard en aan klager wordt een tegemoetkoming toegekend ter hoogte van € 7,50
30 januari 2012, KC 2012/063
Nu niet weerlegd is, dat klager slechts zeer beperkt aangepaste voeding heeft ontvangen na de ingreep van de tandarts, is de beklagcommissie van oordeel dat de directeur niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Beklag gegrond.