Sla inhoud over

Jurisprudentie Medische zorg jeugdigen

Hieronder vindt u de uitspraken van de beklagcommissies. Voor de uitspraken van de RSJ kunt u de jurisprudentiedatabank raadplegen.

14 maart 2016, KC 2016/019

Klager beklaagt zich erover dat hij zijn arm brak bij het fixeren en vervolgens niet tijdig de juiste medische hulp kreeg. De beklagcommissie constateert dat gebleken noch gesteld is ter zitting dat er excessief geweld is toegepast. Een uur na het incident is geconstateerd dat er wat aan de hand was met de arm van klager. De huisartsenpost heeft aangegeven dat er geen noodzaak was dezelfde dag te komen. De directeur erkent dat de pijnstillers wel eerder uitgereikt konden worden. De beklagcommissie acht de klacht deels gegrond voor wat betreft het te laat uitreiken van pijnstillers en voor het overige ongegrond. Geen compensatie. In beroep heeft de RSJ het beroep gegrond verklaard voor zover gericht tegen het niet tijdig uitreiken van de pijnstillers en alsnog een compensatie toegekend, van 50 euro (zie de eerste onderstaande uitspraak van de RSJ 28 juni 2016, nr. 16/0915/JA).

8 mei 2012, KC 2012/105
Klager beklaagt zich over machtsmisbruik door de inrichting, door hem in de afzondering te plaatsen en hem vervolgens na zijn correctieplaatsing over te plaatsen naar een andere inrichting. Ten tweede beklaagt klager zich erover dat tijdens het overbrengen van klager naar de afzonderingsruimte geen acht is geslagen op zijn medische staat. Tot slot stelt klager dat hem de toegang tot medische hulpverlening en raadpleging van zijn advocaat is ontzegd. Daarnaast stelt klager dat hem water is onthouden. Ten aanzien van het eerste onderdeel overweegt de beklagcommissie dat zij niet over concrete informatie beschikt dat bij klager de verwachting gewekt zou zijn dat hij na de tijdelijke overplaatsing terug kon keren. Tijdens de gesprekken is duidelijk geworden dat klager vanwege een verstoorde behandelrelatie niet kon terugkeren naar de inrichting. De beklagcommissie verklaart het beklag onder onderdeel 1 ongegrond. Ten aanzien van het tweede onderdeel overweegt de beklagcommissie dat juist door te handelen zoals is gehandeld, blijk is gegeven van een persoonsgerichte aanpak waarbij rekening is gehouden met de medische staat van klager. Onderdeel 2 van de klacht wordt ongegrond verklaard. Ten aanzien van het derde onderdeel is de beklagcommissie van oordeel dat klager niet de toegang tot medische hulpverlening is ontzegd en dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hem water is onthouden. De klacht wordt op deze punten ongegrond verklaard. Ten aanzien van het contact opnemen met de advocaat wordt de klacht gegrond verklaard zonder toekenning van tegemoetkoming. In de onderhavige situatie had klager bij uitstek belang bij het bellen van zijn advocaat.