Jurisprudentie
Hieronder vindt u de uitspraken van de beklagcommissies. Voor de uitspraken van de RSJ kunt u de jurisprudentiedatabank raadplegen.
Klager is op 6 december 2021 overgeplaatst vanuit JC Zaanstad naar PI Nieuwegein. In JC Zaanstad zat klager sinds 3 jaar in een EPC. Klager stelde dat hij al deze tijd een contra-indicatie had voor de plaatsing in een MPC. Hij heeft bij binnenkomst een gesprek met de psycholoog aangevraagd. Op 21 december 2021 is besloten dat klager in PI Nieuwegein geen contra-indicatie meer had en op 31 december 2021 is hij in een MPC geplaatst. Klager stond toen nog op de wachtlijst voor de psycholoog. In januari 2022 heeft een psycholoog vanuit JC Zaanstad klager bezocht en geoordeeld dat hij wel recht had op een contra-indicatie, waarna klager omstreeks 23 januari 2022 weer in een EPC is geplaatst. Er waren naar het oordeel van de beklagrechter ten tijde van de beslissing van de directeur voldoende omstandigheden bekend op grond waarvan de directeur eerst onderzoek had moeten verrichten naar de contra-indicatie in de eerdere inrichting en/of een psycholoog had moeten raadplegen over klagers geschiktheid voor plaatsing in een MPC, alvorens klager te laten plaatsen in een MPC. De beklagrechter is van oordeel dat de directeur onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn zorgplicht. De beslissing om klager in een MPC te plaatsen dient dan ook als onredelijk en onbillijk te worden aangemerkt. De beklagrechter verklaart het beklag gegrond en kent een tegemoetkoming van € 30,00 toe.