Sla inhoud over

Jurisprudentie

Hieronder vindt u de uitspraken van de beklagcommissies. Voor de uitspraken van de RSJ kunt u de jurisprudentiedatabank raadplegen.

28 juli 2016, KC 2016/040
Klager beklaagt zich over het niet doorgaan van een reeds toegekend incidenteel verlof om afscheid te nemen van zijn grootvader. Volgens de beklagcommissie mag van de directie worden verwacht dat zij handelt als een betrouwbare partij en opgewekt vertrouwen waar maakt. De directie had daarom inspanningen moeten verrichten om het reeds toegekende verlof mogelijk te maken. Tevens meegewogen wordt dat er in casu sprake was van een beladen afscheid. Het beklag wordt gegrond verklaard, met toekenning van een compensatie aan klager van 50 euro.

9 juni 2015, KC 2015/025

Klager beklaagt zich over de gang van zaken omtrent het aanvragen van strafonderbreking en incidenteel verlof. Door onwetendheid van de casemanager is er veel tijd verspild aan het aanvragen van strafonderbreking in plaats van incidenteel verlof. De directie voert aan dat klager eerst strafonderbreking wilde aanvragen. Toen dit verzoek was afgewezen, wilde klager pas een verzoek tot incidenteel verlof in dienen. De beklagcommissie is allereerst van oordeel dat de directeur niet bevoegd was om het verzoek tot incidenteel verlof van klager te beoordelen. Hierdoor is sprake van het onbevoegd nemen van een beslissing op het verzoek om incidenteel verlof van klager. Wat betreft de gang van zaken bij de aanvraag is de beklagcommissie van oordeel dat de directeur klager slechts kan adviseren bij het indienen van een verzoek om de inrichting te verlaten. Uit de stukken is voldoende gebleken dat klager is geadviseerd en dat klager een verzoek tot strafonderbreking wilde indienen. Dit vanwege de duur en de reden van het verzoek. De beklagcommissie is dan ook van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat klager onjuist is voorgelicht. Klacht wordt ongegrond verklaard.

14 augustus 2015, KC 2016/044
Het klaagschrift is gericht tegen de beslissing om niet in een meerpersoonscel te mogen verblijven samen met een specifieke medegedetineerde. Ingevolge artikel 16 lid 2 Pbw wijst de directeur iedere gedetineerde een verblijfsruimte toe. De beklagrechter stelt vast dat klager heeft verzocht om samen met een specifieke medegedetineerde dubbel op cel te worden geplaatst. Als reden hiervoor voert klager aan dat hij epilepsie heeft en hij vertrouwt de betreffende medegedetineerde. Naar het oordeel van de beklagrechter is de directeur bevoegd te beslissen welke verblijfsruimte hij aan een gedetineerde toekent. De beklagrechter oordeelt dat klager geen recht heeft om met een door hem gekozen medegedetineerde in een MPC te verblijven. De klacht wordt ongegrond verklaard.

30 januari 2012, KC 2012/061
Niet gebleken van een duurzame relatie tussen klager en de betreffende mevrouw en niet aannemelijk geworden dat mevrouw niet bij klager op bezoek kan komen. Derhalve is afwijzing verlof niet onredelijk of onbillijk. Klacht ongegrond.

3 december 2007, KC 2008/041
Afwijzing op verzoek van klager tot incidenteel verlof . Klagers verzoek is afgewezen op grond van art. 4 RTVI. Beslissing directeur niet onredelijk, daar de RTVI de directeur geen ruimte laat verlof toe te kennen aan een vreemdeling zonder verblijfstitel wiens uitzetting gelast wordt na het uitzitten van zijn straf. Of er sprake is van een gebeurtenis in de persoonlijke levenssfeer waarvoor de aanwezigheid van klager genoodzaakt is komt de beklagrechter niet meer toe. Klacht ongegrond.

23 april 2007, KC 2008/044
Verzoek tot incidenteel verlof wegens overlijden direct familielid afgewezen. Onderzoek kon niet vaststellen of het om een direct familielid ging. De directeur heeft voldoende inspanning geleverd om familierechtelijke betrekkingen te achterhalen. De beslissing van de directeur is niet onredelijk. Omdat klaagster niet kan lezen en schrijven is de beslissing mondeling aan haar meegedeeld. De beslissing is niet onvoldoende gemotiveerd. Op de schriftelijke beslissing is enkel naar wetsartikelen verwezen. De beklagrechter merkt op dat dit niet de schoonheidsprijs verdient. Beklag ongegrond
.