Sla inhoud over

Nieuwe uitspraken

  • KC 2024/007

    Geplaatst: 30/04/2024

    Dat in de PI niet wordt gewerkt met de term arbeidsongeschikt, maar arbeidsbeperkt, is in beginsel te volgen. Het is wel van groot belang om vast te stellen in welke mate een gedetineerde arbeidsbeperkt is. In het geval van klager speelt dit des te meer, omdat hij door oogletsel ook niet kan deelnemen aan andere activiteiten. Hij is hierdoor al op verschillende momenten ingesloten. Het is de beklagrechter niet duidelijk geworden in hoeverre de medische dienst klager geschikt acht om deel te nemen aan enige vorm van arbeid. Ook heeft de beklagrechter niet vernomen in hoeverre aangepaste arbeid aan klager is aangeboden in het verleden. De beklagrechter gaat er daarom van uit dat er in het verleden geen aangepaste arbeid aan klager is aangeboden. De beslissing van de directeur om klager gedurende het arbeidsblok in te sluiten in zijn cel wordt daarom als onredelijk en onbillijk aangemerkt. De beklagrechter verklaart de klacht gegrond en kent een tegemoetkoming van € 100,- toe. De beklagrechter draagt de directie verder op om de mogelijkheden te onderzoeken om de arbeidsuren op een passende manier in te vullen en binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen.

    Lees verder

  • KC2024/004

    Geplaatst: 15/02/2024

    Klager nam in PI Dordrecht geen deel aan arbeid vanwege een disciplinaire straf. Klager werd overgeplaatst en ten tijde van de klacht stond klager zes weken op de wachtlijst in de Schie. Hij ontvangt geen wachtgeld. De hoofdregel in de Rag is dat een gedetineerde die arbeid wil verrichten, maar dat vanwege onvoldoende beschikbaarheid niet kan, in beginsel recht heeft op wachtgeld. In dit geval ontving klager geen wachtgeld, omdat hij na het ondergaan van een disciplinaire straf op de wachtlijst stond, waarbij de directeur zich baseert op het bepaalde in het Arbeidsreglement. De uitzondering in het Arbeidsreglement verhoudt zich niet met de hoofdregel, terwijl de in de Rag voorziene uitzonderingen niet opgaan. De beklagcommissie ziet geen mogelijkheden om aansluiting te zoeken bij artikel 9a Rag. Dit ziet erop dat gedetineerden geen financiële vergoeding ontvangen als zij zijn uitgesloten voor de arbeid vanwege een ordemaatregel of disciplinaire straf. Deze bepaling biedt geen grondslag voor ontzegging van wachtgeld als gevolg van plaatsing op de wachtlijst na afloop van een straf.   Dat gedetineerden die op de wachtlijst staan door een ordemaatregel of disciplinaire straf, de eerste twee weken ingesloten mogen worden gedurende het arbeidsblok, kan evenmin grondslag vormen om wachtgeld te ontzeggen. Ingesloten worden betekent niet automatisch dat je geen wachtgeld krijgt. Het beklag wordt gegrond verklaard. De directeur wordt opgedragen met inachtneming van de uitspraak binnen twee weken een nieuw besluit te nemen.

    Lees verder

  • KC 2024/003

    Geplaatst: 05/02/2024

    Klager wil toestemming van de directeur om contact te mogen hebben met de media. De directeur heeft dit verzoek van klager afgewezen. De directeur heeft het verzoek vervolgens nog tweemaal afgewezen, naar aanleiding van een opdracht van de beklagcommissie en/of de beroepscommissie om een nieuwe beslissing te nemen. Tegen de laatste afwijzing richt de onderhavige klacht zich. De beklagcommissie is van oordeel dat de directeur in de beslissing voldoende heeft gemotiveerd waarom hij de belangen van de nabestaanden op dit moment zwaarwegender acht dan de belangen van klager. Dat de documentaire ook zonder klagers medewerking zal verschijnen maakt dit wat betreft de beklagcommissie niet anders, nu de nabestaanden hebben gemotiveerd waarom juist de medewerking van klager bezwaren oplevert en dat de documentaire zonder klagers medewerking van een andere aard is. Hoewel de wens van klager om ook zijn visie op het Passage-proces en de wijze waarop hij zijn levenslange gevangenisstraf ervaart te uiten invoelbaar is, is de beklagcommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur, vierenhalf jaar na het onherroepelijk worden van de veroordeling van klager, niet onredelijk of onbillijk is. Daarbij overweegt de beklagcommissie wel dat de belangen van de nabestaanden na verloop van tijd niet langer op basis van de overweging dat zij baat hebben bij rust kunnen prevaleren boven het belang van klager om zijn visie middels de media te uiten. Waarbij een rol speelt dat het Passage-proces nog altijd veel media-aandacht genereert en dat de nabestaanden, ook zonder klagers verschijning in de media, geconfronteerd zullen worden met het leed dat hen is aangedaan. Naar het oordeel van de beklagcommissie is de beslissing van de directeur voldoende onderbouwd en blijkt uit de beslissing tevens van een juiste belangenafweging. Tegen deze beslissing heeft klager beroep ingesteld.

    Lees verder

  • KC 2024/002

    Geplaatst: 30/01/2024

    Klager stelt dat de prijzen van de inrichtingswinkel verhoogd zijn na bestelling en bij levering en klaagt over de misleidende informatie op de bestellijst daarover. De directie geeft aan dat er geen sprake is van een beslissing door of namens de directeur en dat klager over zijn algemeenheid klaagt over het feitelijk handelen van de winkel. Door de directie wordt mogelijk gemaakt dat gedetineerden wekelijks boodschappen kunnen doen via de winkel en daarmee heeft zij haar zorgplicht dus niet geschonden. Er is geen wijziging in de werkwijze waarover de directie klager had moeten informeren. Al met al verzoekt zij de klacht ongegrond te verklaren. De beklagcommissie merkt op dat het handelen van de winkel eerder aan de orde is geweest, dat de directie stelt hier niet blij mee te zijn, maar dat de directie daar verder niets aan doet. Voor nu is de beklagcommissie van oordeel dat de klacht ongegrond is, maar dit kan in de nabije toekomst anders is als de directie niet in onderhandeling treedt met de winkel.

    Lees verder