Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2012/105

Datum uitspraak:
08/05/2012
Artikel:
24, 27 Bjj
Samenvatting:
Klager beklaagt zich over machtsmisbruik door de inrichting, door hem in de afzondering te plaatsen en hem vervolgens na zijn correctieplaatsing over te plaatsen naar een andere inrichting. Ten tweede beklaagt klager zich erover dat tijdens het overbrengen van klager naar de afzonderingsruimte geen acht is geslagen op zijn medische staat. Tot slot stelt klager dat hem de toegang tot medische hulpverlening en raadpleging van zijn advocaat is ontzegd. Daarnaast stelt klager dat hem water is onthouden. Ten aanzien van het eerste onderdeel overweegt de beklagcommissie dat zij niet over concrete informatie beschikt dat bij klager de verwachting gewekt zou zijn dat hij na de tijdelijke overplaatsing terug kon keren. Tijdens de gesprekken is duidelijk geworden dat klager vanwege een verstoorde behandelrelatie niet kon terugkeren naar de inrichting. De beklagcommissie verklaart het beklag onder onderdeel 1 ongegrond. Ten aanzien van het tweede onderdeel overweegt de beklagcommissie dat juist door te handelen zoals is gehandeld, blijk is gegeven van een persoonsgerichte aanpak waarbij rekening is gehouden met de medische staat van klager. Onderdeel 2 van de klacht wordt ongegrond verklaard. Ten aanzien van het derde onderdeel is de beklagcommissie van oordeel dat klager niet de toegang tot medische hulpverlening is ontzegd en dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hem water is onthouden. De klacht wordt op deze punten ongegrond verklaard. Ten aanzien van het contact opnemen met de advocaat wordt de klacht gegrond verklaard zonder toekenning van tegemoetkoming. In de onderhavige situatie had klager bij uitstek belang bij het bellen van zijn advocaat.
Uitspraak:

De meervoudige beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht heeft in de beklagzaak van […] (hierna te noemen: klager) kennis genomen van:

-                     een klaagschrift gedateerd 17 november 2011, ingediend namens klager door mr. […], advocaat te Hilversum, per fax ingekomen via de maandcommissaris op het secretariaat van de beklagcommissie;

-                     een brief van de directeur van […], inhoudende de reactie van de directie op de klacht, ingekomen op het secretariaat op 5 december 2011;

-                     een faxbericht van mr. […] voornoemd, ingekomen op het secretariaat van de beklagcommissie op 9 december 2011, met bijgaand een tweetal faxberichten van 5 december 2011 en 9 december 2011;

-                     een verzoek tot rogatoir horen van klager aan de beklagcommissie van de commissie van toezicht van […], d.d. 16 december 2011;

-                     een brief van klager, ingekomen op het secretariaat van de beklagcommissie op 4 januari 2012, inhoudende een aanvulling op de klacht van 17 november 2011 met als bijlagen een e-mail met betrekking tot de correctieplaatsing van klager in Forensisch Centrum […] van 11 november 2011, een brief vanuit Forensisch Behandelcentrum […] aan klager waarin wordt aangegeven dat zijn correctieplaatsing wordt verlengd met twee weken en een uitwerking van de vragen die klager heeft moeten beantwoorden tijdens zijn correctieplaatsing in Forensisch Centrum […];

-                     een proces-verbaal van het rogatoir verhoor van 8 februari 2012 van klager binnen […], ingekomen op het secretariaat van de beklagcommissie op 1 maart 2012;
 

waarvan de inhoud hier als ingelast dient te worden beschouwd.
 

Het is staande praktijk in […] en conform artikel 65, vierde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (verder: Bjj) dat bij iedere ontvangen klacht of grief de mogelijkheid van bemiddeling wordt onderzocht. Nadat uit het bericht van de maandcommissaris bleek dat bemiddeling in deze zaak door de klager werd afgewezen, is klager gehoord door de voorzitter van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht van […]. Voorts is de klacht behandeld ter zitting van de beklagcommissie op 8 mei 2012, alwaar de heer […], behandelcoördinator in [...], nog nader is gehoord. Ofschoon uitgenodigd, is de advocaat van klager niet ter zitting verschenen.
 

Met toepassing van artikel 72, eerste lid Bjj is de uitspraaktermijn verlengd tot heden.

Klacht:

De klacht betreft een klacht tegen het optreden tegenover klager door […] op 10 november 2011. De klacht bestaat uit drie onderdelen.

In het eerste deel klaagt klager over machtsmisbruik door […], door klager in afzondering te plaatsen en hem vervolgens na zijn correctieplaatsing op Forensisch Centrum […](hierna […]) over te plaatsen naar […].

In het tweede deel van de klacht klaagt klager dat tijdens het overbrengen van klager naar de afzonderingsruimte separeer geen acht is geslagen op de medische staat van klager als gevolg van een ingrijpende rugoperatie.

In het derde deel van de klacht stelt klager dat hem de toegang tot medische hulpverlening en tot het raadplegen van zijn advocaat is ontzegd. Daarnaast stelt klager dat hem water is onthouden.
 

Bevindingen:

Klager heeft ter zitting binnen […] een verklaring afgelegd. Het proces-verbaal dat van dit verhoor is opgemaakt, is aan deze beschikking gehecht en dient als hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
 

Namens de directie van […] heeft de behandelcoördinator (hierna te noemen: […]) ter zitting - zakelijk weergegeven en in aanvulling op de brief van […] van 30 november 2011 - het volgende naar voren gebracht. Uit hetgeen uit de gesprekken op […], in het bijzijn van de behandelcoördinator van […], naar voren is gekomen, blijkt dat klager niet inziet wat hij heeft gedaan. Klager is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Daarnaast is hij narcistisch. De gedragswetenschapper van […] heeft geconcludeerd dat het door klager getoonde gedrag past bij zijn persoonlijkheidsproblematiek. Klager heeft tijdens het gesprek en in zijn additionele opdracht aangegeven, dat wanneer naar zijn idee de communicatie niet het gewenste resultaat oplevert, hij zich zal wenden tot zijn advocaat en dat hij zich zal beroepen op de Bjj. Dit gedrag past niet binnen het regime van de beperkt beveiligde inrichting van […], waardoor […] niet de geschikte plek bleek te zijn voor behandeling van klager. Als klager via zijn raadsman wil communiceren, ontbreekt iedere vorm van contact, hetgeen een voorwaarde is voor een goede behandelrelatie. Naar aanleiding van het vorengaande is door […] besloten dat klager na zijn correctieplaatsing niet terug zou kunnen keren naar de instelling en dat hij naar […], zou worden overgeplaatst. Tot slot is het zo dat […] in de communicatie met klager altijd een slag om de arm heeft gehouden voor wat betreft de terugplaatsing van klager binnen de instelling. De behandelcoördinator merkt op dat er nooit sprake is geweest van machtsmisbruik.
 

Naar aanleiding van het incident heeft een evaluatie plaatsgevonden. Uitkomst van deze evaluatie is dat de betrokken medewerkers correct hebben gehandeld. Met betrekking tot het fysieke ingrijpen heeft […] voor klager een speciaal protocol wegens zijn rugklachten opgesteld. De medewerkers zijn met dit protocol bekend. Door het niet meewerken aan de aanwijzingen van de groepsleider heeft klager zichzelf in de positie gemanoeuvreerd dat fysiek ingrijpen noodzakelijk was. Doordat de medewerkers zich bewust waren van de rugklachten van klager, is de kans groot dat zij klager meer ruimte hebben gegeven dan tijdens een normale fixatie. Als gevolg hiervan is het mogelijk geweest dat klager tijdens zijn fixatie twee medewerkers van […] heeft kunnen bijten. De medewerkers waren op de hoogte van het feit dat klager agressief kan zijn. Omdat klager weigerde mee te werken is hij in een separeerdeken met riemen eromheen vervoerd van de beperkt beveiligde inrichting naar het hoofdgebouw, alwaar hij in 'het bad' (lees: de binnenkomstruimte) is gelegd. Bij binnenkomst was klager zodanig agressief dat hij in ‘het bad' moest blijven ter kalmering. Tijdens klagers verblijf in 'het bad' is een verpleegkundige van de medische dienst bij klager gaan kijken. Deze medewerker heeft toen de inschatting gemaakt dat een fysiek bezoek aan klager niet veilig was. Uit de manier van gedragen en bewegen van klager is geconcludeerd dat klager geen letsel op zou hebben gelopen door het incident. Door de agressie van klager heeft hij de toenadering van de medische hulpverlening onmogelijk gemaakt. Daarnaast is nog contact gezocht met een externe arts. Deze heeft de inschatting gemaakt dat het niet nodig was om te komen. Uiteindelijk is klager rustig onder begeleiding van vier medewerkers meegelopen naar de afzonderingsruimte, waar hem kenbaar is gemaakt dat hij zou worden overgeplaatst naar […].
 

De behandelcoördinator en een gedragswetenschapper hebben klager in de separeer (afzonderingsruimte) gehoord, waarbij klager met bidons gevuld met water bleef gooien. Er was verder geen enkele aanleiding om klager water te onthouden. Als klager daadwerkelijk zonder water zou hebben gezeten, had hij de twee mensen die buiten de separeercel waren gestationeerd kunnen benaderen. De behandelcoördinator vervolgt dat […] klager het recht om zijn advocaat te bellen heeft ontnomen in het kader van de orde en veiligheid binnen […]. In dit kader is besloten dat klager zich niet meer mocht bewegen binnen de instelling. Ook was de noodzaak tot telefonisch contact niet van dien aard dat de orde en veiligheid op het spel zouden moeten worden gesteld. Daarnaast zijn er geen looptelefoons aanwezig binnen het gebouw, waardoor een mobiele telefoon niet te faciliteren was. Klager heeft op dat moment dus geen contact kunnen en mogen opnemen met zijn raadsman. Daarbij komt dat klager niet lang in de separeercel heeft gezeten, omdat hij de volgende ochtend is overgeplaatst naar […]. Ten slotte geeft de behandelcoördinator aan dat het niet tot de taak van […] behoort om het initiatief te nemen namens klager de raadsman op de hoogte te stellen van het incident en de plaatsing in de separeer/afzondering.
 

Overwegingen:

Ten aanzien van onderdeel 1 van de klacht:

In artikel 27 van de Bjj is - voor zover hier van belang - het volgende bepaald:

Lid 1: De directeur is bevoegd een jeugdige, na overleg met een gedragsdeskundige en de selectiefunctionaris, tijdelijk over te plaatsen op de gronden genoemd in artikel 24, eerste lid, onder a en b.

Lid 3: De tijdelijke plaatsing duurt ten hoogste veertien dagen. De directeur kan deze tijdelijke plaatsing eenmaal voor ten hoogste veertien dagen verlengen, indien hij na overleg met een gedragsdeskundige, de directeur van de inrichting waar de tijdelijke plaatsing ten uitvoer wordt gelegd en de selectiefunctionaris tot het oordeel is gekomen dat de noodzaak en de mogelijkheden hiertoe nog bestaan.

Lid 4: Na de tenuitvoerlegging van de tijdelijke plaatsing dan wel de verlenging hiervan wordt de jeugdige teruggeplaatst in de inrichting waarin de maatregel werd opgelegd.
 

In artikel 24 van de Bjj is - voor zover hier van belang - het volgende bepaald:

Lid 1: De directeur kan de jeugdige uitsluiten van het verblijf in de groep of de deelname aan een of meer activiteiten behoudens het dagelijks verblijf in de buitenlucht:

a. indien dit in het belang van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming noodzakelijk is.
 

De beklagcommissie stelt vast dat de lezing van […] over het voorgevallen incident verschilt met die van klager. Gebleken is dat klager geen inzicht toont in hetgeen hij heeft gedaan. Tijdens het gesprek op […], in het bijzijn van de behandelcoördinator en de gedragswetenschapper van […], en uit de door klager in te vullen additionele opdracht, is naar voren gekomen dat klager zich zal terugtrekken op zijn kamer en dat hij zich zal wenden tot zijn advocaat wanneer communicatie naar zijn idee niet tot het gewenste resultaat leidt. […] heeft aangegeven dat dit gedrag van klager niet past binnen het regime en de geldende werkwijze. Naar aanleiding hiervan is door […] geconcludeerd dat iedere vorm van goed contact voor een goede behandelrelatie ontbreekt en dat klager na zijn tijdelijke overplaatsing niet terug kon keren naar […]. Hoewel klager stelt dat […] aan zijn advocaat zou hebben medegedeeld dat hij zou kunnen terugkeren naar […], beschikt de beklagcommissie niet over concrete informatie dat bij klager de verwachting zou zijn gewekt dat hij terug zou kunnen keren naar […]. Zijn overplaatsing naar […] was een tijdelijke overplaatsing op grond van artikel 27 Bjj. Tijdens de gesprekken in […] is duidelijk geworden dat klager vanwege een dusdanig verstoorde behandelrelatie niet kon terugkeren naar […]. De beklagcommissie kan zich hierin vinden en verklaart de klacht op dit punt ongegrond.
 

Ten aanzien van onderdeel 2 van de klacht:

Ten aanzien van het standpunt van klager dat tijdens het overbrengen naar de separeercel/afzonderingsruimte geen acht is geslagen op de medische staat van klager als gevolg van een ingrijpende rugoperatie, overweegt de beklagcommissie als volgt.
 

Door te weigeren zijn medewerking te verlenen aan de groepsleiding van […] en zich uiteindelijk te verzetten tijdens zijn fixatie heeft klager zichzelf in de positie gebracht dat hij onder dwang naar de separeercel diende te worden gebracht. Dat klager door het incident twee maanden last van zijn rug heeft gehad, is door […] betwist en niet nader door klager onderbouwd.

Door […] is ter zitting naar voren gebracht dat naar aanleiding van het incident een evaluatie heeft plaatsgevonden, waaruit geconcludeerd is dat de betrokken medewerkers correct hebben gehandeld. Met betrekking tot fysiek ingrijpen jegens klager is binnen […] een speciaal protocol vastgesteld, hetgeen gericht was op het niet hoeven buigen de  rug van klager. Alle betrokken medewerkers zijn bekend met dit protocol. Juist door inachtneming van dit protocol hebben de medewerkers klager meer ruimte gegeven tijdens zijn fixatie dan bij een ander persoon zou gebeuren. Als gevolg hiervan is het mogelijk geweest dat klager twee medewerkers van […] heeft kunnen bijten. Juist vanwege klagers lichamelijke problematiek is hij in een separeerdeken gewikkeld, ter overbrenging van de beperkt beveiligde inrichting binnen […] naar het hoofdgebouw. Daarnaast waren de betrokken medewerkers op de hoogte van het feit dat klager in het kader van zijn persoonlijkheidsproblematiek agressief kan zijn. Juist door zo te handelen, heeft […] naar het oordeel van de beklagcommissie blijk gegeven van een persoonsgerichte aanpak waarbij rekening is gehouden met de medische staat van klager als gevolg van een ingrijpende rugoperatie. De beklagcommissie zal daarom ook dit deel van de klacht ongegrond verklaren.
 

Ten aanzien van onderdeel 3:

In het derde onderdeel van de klacht, klaagt klager erover dat hem de toegang tot medische hulpverlening en tot het raadplegen van zijn advocaat is ontzegd. Daarnaast stelt klager dat hem water is onthouden. Ten aanzien van dit onderdeel van de klacht, overweegt de beklagcommissie als volgt.
 

De beklagcommissie stelt vast dat klager gedurende langere tijd in ‘het bad’ heeft verbleven, alwaar iemand van de medische dienst hem is komen bezoeken. Omdat klager zodanig agressief was dat een fysiek bezoek aan klager niet veilig was en hij zich gedroeg en bewoog als ware hij ongedeerd, heeft […] geconcludeerd dat klager geen letsel zou hebben opgelopen door het incident. Toch heeft […] later telefonisch een externe arts geraadpleegd. Deze arts heeft geconcludeerd dat het niet noodzakelijk was dat klager persoonlijk zou worden bezocht. De beklagcommissie is vanwege deze omstandigheden van mening dat aan klager niet de toegang tot de medische hulpverlening is ontzegd en zal de klacht op dit punt ongegrond verklaren.
 

Met betrekking tot het onthouden van water overweegt de beklagcommissie dat onvoldoende duidelijk is geworden dat klager daadwerkelijk water is onthouden. Klager geeft aan dat hij meerdere malen om water heeft gevraagd, terwijl […] aangeeft dat klager geen gelegenheid bood om hem dit water op een verantwoorde wijze te geven. Gebleken is dat klager tijdens zijn verblijf in de separeercel met bidons gevuld met water gooide. Verder had klager de twee medewerkers die zich buiten de separeercel ophielden om toezicht te kunnen houden, kunnen vragen om water. Nu klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hem daadwerkelijk water is onthouden, verklaart de beklagcommissie de klacht eveneens op dit punt ongegrond.
 

Voorts overweegt de beklagcommissie met betrekking tot het feit dat klager geen contact heeft mogen opnemen met zijn advocaat het volgende. Het is gebleken dat […] klager het recht om zijn advocaat te bellen heeft ontnomen in het kader van de orde en veiligheid binnen […] . Besloten is dat klager zich niet meer mocht bewegen binnen de instelling. De noodzaak tot telefonisch contact was volgens […] niet van dien aard dat de orde en veiligheid binnen de inrichting op het spel zouden moeten worden gesteld. De beklagcommissie is echter van mening dat klager in de onderhavige situatie bij uitstek belang had bij het bellen van zijn advocaat. Dat er geen mobiele telefoons binnen […] voorhanden waren, doet daar niets aan af. Voorts is gebleken dat klager reeds op een eerder moment rustig was meegelopen naar de separeercel en het derhalve mogelijk bleek om hem op enig moment te kalmeren. De beklagcommissie overweegt dat het contact met de advocaat mogelijk zelfs de-escalerend had kunnen werken. In algemene zin hecht de beklagcommissie eraan te benadrukken dat […] alles in het werk dient te stellen om in een geval als het onderhavige de jongere in staat te stellen een advocaat te raadplegen. Indien dit niet mogelijk lijkt door de psychische of lichamelijke toestand van de jongere, zou […], al dan niet door tussenkomst van derden, zoals bijvoorbeeld de ouders van de jongere, de advocaat zelfstandig kunnen informeren, indien de jongere hier om vraagt. Op dit punt is de beklagcommissie van oordeel dat de klacht gegrond dient te worden verklaard. De beklagcommissie zal hier echter geen tegemoetkoming aan verbinden, omdat niet gebleken is dat klager hiervan nadeel heeft ondervonden.
 

BESLISSING:

De beklagcommissie:

-                     verklaart de onderdelen 1 en 2 van de klacht ONGEGROND;

-                     verklaart onderdeel 3 van de klacht GEGROND voor wat betreft de mogelijkheid om in contact te treden met een advocaat;

-                     Verklaart onderdeel 3 van de klacht voor het overige ONGEGROND.