Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2013/013

Datum uitspraak:
10/12/2012
Artikel:
36 Bvt
Samenvatting:
Aan klager is geweigerd zijn advocaat te bellen. Het mobiele nummer van zijn advocaat dat klager heeft gekregen staat niet op de bellijst. Daarnaast was bij het personeel niet bekend of dit daadwerkelijk een telefoonnummer van een advocaat betrof. De beklagrechter concludeert dat klager - op grond van artikel 38, vierde lid Bvt - het recht heeft met zijn rechtsbijstandverlener telefoongesprekken te voeren en dat op dergelijke gesprekken geen andere controle wordt uitgeoefend dan noodzakelijk is om de identiteit van de persoon of instantie met wie de patiënt een telefoongesprek voert of wenst te voeren vast te stellen. Niet gebleken is dat van de kliniek op dat moment niet verlangd kon worden dat deze (beperkte) controle werd uitgeoefend. Het beklag wordt gegrond verklaard.
Uitspraak:

DE BEKLAGCOMMISSIE UIT DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ [..].

De alleensprekende beklagrechter heeft kennis genomen van een op 30 oktober 2012 bij het secretariaat ingekomen klaagschrift van [..].

Het klaagschrift, gedateerd op 24 oktober 2012, is er tegen gericht dat klager is beperkt in het contact met zijn raadsman.

Het hoofd van [..] heeft schriftelijk op de klacht gereageerd. Klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen.

De klachten zijn behandeld ter zitting van 19 november 2012 in bijzijn van klager en [..], juridisch medewerkster en [..].

Het standpunt van klager

Klager beklaagt zich over de beperking van het contact met zijn raadsman. Klager wilde op 24 oktober 2012 telefonisch contact met zijn advocaat hebben. Hij belde eerst een nummer op zijn bellijst en kreeg de vrouw van de advocaat aan de lijn. Zij gaf hem het mobiele nummer van de advocaat. De aanwezige staf weigerde dit nummer te draaien, omdat het nummer niet was gescreend. In het verleden werd wel altijd door de staf geluisterd of de persoon die de telefoon opneemt de te bellen persoon is. Door screening te eisen van een geprivilegieerd contact worden de kliniekregels overtreden en is klager de toegang tot zijn advocaat ontzegd. Het betreffende staflid was [..], maar zij had hierover contact met vast staflid [..].

Tijdens de beklagzitting heeft klager verklaard dat de afdelingscoördinator hem op 24 oktober 2012 zelf is komen uitleggen dat het telefoonnummer niet gebeld kon worden omdat het gescreend moest worden. Tevens is hierbij gezegd dat hierover contact met de maatschappelijk werker moest worden opgenomen. Klager heeft de normale procedure uitgelegd aan de coördinator en de groepskracht. De advocaat van klager wist niet dat klager die dag zou bellen. Hij werkt vanuit huis. Het staflid heeft via de portier laten bellen. Als het nummer niet bekend is, dan wordt altijd even geluisterd of de persoon die opneemt degene is die moet worden bereikt. Klager beklaagt zich enkel vanwege de gang van zaken. Hij heeft de volgende dag met zijn raadsman gesproken en heeft geen schade opgelopen. Hij verlangt dan ook geen tegemoetkoming indien zijn klacht gegrond wordt verklaard.

Het standpunt van de kliniek

Klager geeft aan dat hij op 24 oktober 2012 heeft gebeld naar zijn advocaat via het reguliere nummer, zoals dat bij de kliniek bekend is. Omdat zijn advocaat niet aanwezig was, kreeg hij het mobiele telefoonnummer van de advocaat door. Dit nummer heeft hij op een papiertje opgeschreven en hij heeft vervolgens aan de groepsleiding gevraagd om dit te bellen. Aangezien dit nummer niet bekend was bij de groepsleiding of de portiers en ook niet terug was te vinden dat dit nummer inderdaad van de advocaat is, heeft de coördinator besloten om klager op dat moment niet naar dat nummer te laten bellen. Een andere mogelijkheid was geweest dat de groepsleiding het nummer had gebeld en had geverifieerd dat het de advocaat betrof. Hier is niet voor gekozen, waarschijnlijk omdat er een oproepkracht op de afdeling stond. Er is echter geen sprake van een situatie dat klager wordt geweigerd om te bellen naar zijn advocaat. Een ander misverstand betreft de opmerking over het screenen. Er is tegen klager gezegd dat het geen gescreend telefoonnummer was. Hiermee is echter niet bedoeld dat de advocaat het screeningsproces moet doorlopen. De kliniek verzoekt de beklagrechter om de klacht ongegrond te verklaren.

De beoordeling

Ingevolge de artikelen 56 en 57 Bvt kan een verpleegde in beklag tegen daarin genoemde door of namens het hoofd van de kliniek genomen beslissingen.

Op grond van artikel 38, vierde lid Bvt heeft een patiënt het recht met zijn rechtsbijstandverlener

(artikel 36, eerste lid onder i) telefoongesprekken te voeren op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen.

Ingevolge artikel 11.9.1 hebben patiënten het recht telefoongesprekken te voeren met o.a. de rechtsbijstandverlener van de patiënt. Ingevolge artikel 11.9.2 van de kliniekregels kunnen geprivilegieerde telefoongesprekken gevoerd worden op de tijden vooraf vastgesteld via de telefoon in de spreekkamer van de afdeling. De gesprekken kunnen alleen worden gevoerd indien de verpleging en/of behandeling niet wordt belemmerd.  Ingevolge artikel 11.9.3 van de kliniekregels wordt op deze gesprekken geen ander toezicht uitgeoefend dan noodzakelijk is om de identiteit van de persoon of instantie met wie de patiënt een telefoongesprek voert of wenst te voeren vast te stellen.

De beklagrechter stelt vast dat klager op 24 oktober 2012 toestemming van de kliniek heeft gekregen om zijn advocaat te bellen. Klager heeft het hem bekende telefoonnummer gebeld en kreeg de echtgenote van de advocaat aan de lijn. Zij gaf hem het mobiele telefoonnummer van de advocaat. De aanwezige staf heeft geweigerd om dit telefoonnummer te bellen, omdat het niet gescreend was. De coördinator heeft klager later uitgelegd dat dit telefoonnummer gescreend moest worden en heeft klager hiervoor verwezen naar de maatschappelijk werker.

De beklagrechter concludeert dat klager - op grond van artikel 38, vierde lid Bvt - het recht heeft met zijn rechtsbijstandverlener telefoongesprekken te voeren en dat op dergelijke gesprekken geen andere controle wordt uitgeoefend dan noodzakelijk is om de identiteit van de persoon of instantie met wie de patiënt een telefoongesprek voert of wenst te voeren vast te stellen. Niet gebleken is dat van de kliniek op dat moment niet verlangd kon worden dat deze (beperkte) controle werd uitgeoefend. Op grond van artikel 11.9.3 van de kliniekregels had de staf dan ook de identiteit van de persoon waarmee klager wenste een telefoongesprek te voeren kunnen en moeten vaststellen. De staf wist dat klager zijn raadsman probeerde te bereiken en had moeten weten dat een raadsman valt onder de geprivilegieerde personen.

De beklagrechter is dan ook van oordeel dat de inrichting op onjuiste gronden heeft geweigerd het door klager overhandigde mobiele telefoonnummer van zijn raadman te (laten) bellen, waardoor klagers recht op het voeren van telefoongesprekken met zijn rechtsbijstandverlener zonder goede reden is geschonden. Het beklag zal dan ook gegrond worden verklaard.

Nu klager wel de volgende dag met zijn raadsman heeft gesproken en heeft aangegeven geen compensatie te willen ontvangen omdat hij uiteindelijk geen schade heeft opgelopen, zal aan klager geen tegemoetkoming worden toegekend.

Aanvullend merkt de beklagrechter op dat van alle medewerkers van een inrichting in de zin van de BvT mag worden verwacht dat zij op de hoogte zijn van de regels omtrent het voeren van gesprekken met geprivilegieerde personen/instanties en het screenen van andere personen.

BESLISSING

De alleensprekende beklagrechter verklaart het beklag gegrond.

Aldus gegeven door de alleensprekende beklagrechter, dhr. mr. [..], bijgestaan door [..] (secretaris), op 10 december 2012.