KC 2013/093
- Datum uitspraak:
- 21/08/2013
- Artikel:
- 48 Pbw
- Samenvatting:
- Het is landelijk beleid dat gedetineerden geen gebruik maken van internet. Er bestaat dan ook geen recht op internetgebruik. Alleen in het kader van reïntegratie of onderwijs wordt wel gebruik gemaakt van internet. Voor het voorbereiden van een cassatieverzoek is het gebruik van internet niet noodzakelijk omdat er ook alternatieven voorhanden zijn. De directeur kon daarom het verzoek van klager afwijzen, aldus de beklagcommissie.
- Uitspraak:
COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ [..].
Beslissing van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht op het op 11 juni 2013 ontvangen klaagschrift van de heer [..].
De directie heeft bij schrijven d.d. 13 juni 2013 de beklagcommissie inlichtingen ter zake van voormeld klaagschrift verstrekt.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van het klaagschrift d.d. 22 juli 2013 heeft de beklagcommissie klager en een lid van de directie gehoord.
De inhoud van de bovengenoemde stukken dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Inhoud van het beklag.Klager beklaagt zich over de weigering van zijn verzoek tot toegang van de databases van de Hoge Raad en EHRM.
Standpunten van klager en directie.Klager verklaart, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik ben verwikkeld in een lange strafzaak met veel dossiers. Op dit moment is mijn zaak in de cassatiefase en naast mijn advocaat wil ik zelf ook iets doen. Twee weten meer dan één. Ik heb in de bibliotheek gezocht, maar daar vind ik alleen juridische algemene informatie. Er is bijvoorbeeld geen informatie over cassatie beschikbaar. Op grond van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) moet de directie mij toegang geven tot juridische informatie. Het gaat dan om rechtspraak.nl en de website van het Europese hof, daar kan ik allerlei jurisprudentie vinden.
Mijn advocaat procedeert onder toevoeging, want ik heb alleen inkomsten uit arbeid in de inrichting
Ik kan dus niet zomaar voor alles een beroep doen op mijn advocaat.
Er is internettoegang mogelijk voor gedetineerden. Dat heeft misschien een ander doel, maar is wel beschikbaar. De bibliotheek kan geen specifieke informatie aan mij doorgeven, want ik weet niet welke vonnissen ik moet hebben. Ik weet niet welke zaken voor mij relevant zijn. Ik had hier graag met de directeur overgesproken in plaats van gelijk een formele beslissing te ontvangen.
De directie voert aan, verkort en zakelijk weergegeven:Ik verwijs naar het verweerschrift. Klager verzoekt om toegang tot internet, maar is niet specifiek in zijn verzoek. Klager geeft nu pas aan dat het hem om rechtspraak.nl. Deze site staat op de white list. Het raadplegen van internet is echter primair bedoeld voor resocialisatie en niet bestudering van een strafzaak. Er zijn ook andere mogelijkheden. De bibliotheek kan alle juridische informatie aanleveren, ook informatie die niet in de eigen collectie beschikbaar is. Het duurt alleen wat langer, dan als je het op internet raadpleegt.
Ik ben niet bekend met het feit dat klager geen beroep kan doen op zijn advocaat.
Ter zitting verklaart klager dat de ondersteuning door zijn advocaat minimaal is waardoor hij zich genoodzaakt ziet zelf juridische informatie te zoeken. De directeur was hiervan niet op de hoogte. Klager heeft in zijn verzoek van 29 april 2013 onder punt 3 verzocht om toegang tot andere bronnen van jurisprudentie, dit is niet specifiek omschreven. Klager verklaart op zitting hiermee te bedoelen de toegang tot rechtspraak.nl.
De beklagcommissie stelt dat bovenstaande informatie aanleiding kan geven tot het nemen van een andere beslissing. De beklagcommissie verzoekt de directeur om in dit licht uit te zoeken of er mogelijkheden zijn om klager een digitale werkplek ter beschikking te stellen en daarmee de mogelijkheid te geven voor toegang tot rechtspraak.nl.
Op 5 augustus 2013 heeft de directeur de aan de beklagcommissie medegedeeld dat ondanks de aanvullende argumenten, de eerder genomen beslissing in stand blijft.
De beoordeling.De beklagcommissie overweegt dat klager zich beklaagt over de beslissing van 30 mei 2013 dat zijn verzoek tot toegang tot raadplegen van databases via internet is afgewezen. Bij het nemen van de beslissing is een afweging gemaakt tussen het veiligheidsbelang van de inrichting en het procesbelang van klager. Het veiligheidsbelang van de inrichting heeft hierin zwaarder gewogen.
OntvankelijkheidDe beslissing van 30 mei 2013 is op 7 juni 2013 aan klager uitgereikt. Klager dient op 10 juni 2013 beklag in tegen deze beslissing, waarmee hij ontvankelijk is zijn beklag.
InhoudelijkUit inlichtingen van de directie blijkt dat het landelijk beleid is dat gedetineerden geen gebruik kunnen maken van internet. Er bestaat geen recht op internet. Klager is het hier niet mee eens en geeft aan dat een hoog beveiligde vorm van internet mogelijk is via het project “internet voor gedetineerden”. De directeur voert aan dat dit is opgezet voor gedetineerden in het kader van reïntegratie of onderwijs, en dus alleen voor die doelen beschikbaar is.
De beklagcommissie stelt vast dat er binnen de inrichting mogelijkheden voor gedetineerden bestaan om van internet gebruik te maken. De voorwaarden waaronder dit mogelijk is zijn echter niet van toepassing op klager. Klager verklaart dat hij toegang tot internet nodig heeft ter voorbereiding van zijn verdediging en beroept zich op artikel 6, derde lid, onderdeel b van het EVRM. Op die gronden verzoekt hij van internet gebruik te kunnen maken.
De beklagcommissie stelt voorop dat klager in staat dient te worden gesteld om zich op de behandeling van enige gerechtelijke procedure voor te bereiden. Dit is een fundamenteel recht, waaraan evenwel onder bepaalde omstandigheden, waaronder veiligheidsoverwegingen, beperkingen gesteld kunnen worden. Dat betekent dat de directeur bij de beoordeling van een verzoek van een gedetineerde om hem in de gelegenheid te stellen zich te kunnen voorbereiden op de verdediging, een zorgvuldige afweging dient te maken tussen de belangen van de inrichting en het belang dat klager heeft bij een adequate voorbereiding in het kader van een hem betreffende gerechtelijke procedure.
VeiligheidsbelangDe beklagcommissie kan zich voorstellen dat gezien de aard van het delict in de internetsfeer ligt er zeer terughoudend met internettoegang voor klager wordt omgegaan. Als gebruik wordt gemaakt van de faciliteiten voor reïntegratie of het onderwijs, is alleen toegang mogelijk tot de adressen die op de zogenoemde white list staan. Dit zijn landelijke toegestane adressen die vooraf zijn gecontroleerd, waardoor geen misbruik zou kunnen plaatsvinden. Ook de site ‘rechtspraak.nl’ is een van die toegestane adressen.
De beklagcommissie is van oordeel dat er op grond van veiligheid er geen reden is om klager de toegang tot internet te weigeren. Klager kan alleen gebruik maken van veilige adressen. Indien verkeerd gebruik mogelijk zou zijn, zou dit adres niet op de white list staan. Rechtspraak.nl staat op de white list en kan derhalve geraadpleegd worden. Klager heeft tevens verzocht tot toegang tot de website van het Europese hof. Aangezien dit adres niet op de white list staat, zou klager hier om die reden geen gebruik van kunnen maken.
ProcesbelangKlager verklaart dat hij maar een beperkt beroep kan doen op zijn raadsman vanwege het feit dat hij onder toevoeging procedeert. De beklagcommissie is van oordeel dat dit argument noch door klager noch door zijn advocaat nader wordt onderbouwd. Daarnaast is de beklagcommissie van oordeel dat de raadsman dezelfde inspanningsverplichting heeft als hij onder toevoeging procedeert als bij volledig betalende cliënten. Dit standpunt wordt uitgedragen door de Orde van Advocaten en hier is ook de raadsman van klager aan gehouden.
Ondanks dat het binnen de inrichting onder bepaalde voorwaarde mogelijk is om toegang te krijgen tot het internet, is die mogelijkheid om van internet gebruik te maken in de Penitentiaire beginselenwet niet geregeld. Aan klager wordt wel de mogelijkheid geboden om via zijn advocaat de gewenste jurisprudentie die klager nodig meent te hebben voor de voorbereiding van zijn verdediging in zijn strafzaak op grond van het vrije verkeer met zijn advocaat in te voeren. Ook kan klager via zijn advocaat vernemen welke jurisprudentie in zijn strafzaak van belang is en die (vervolgens) opvragen bij de bibliotheek.
De beklagcommissie is van oordeel dat, alles in overweging nemend, de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk kon worden aangemerkt. Internettoegang is alleen toegestaan voor onderwijs en reïntegratie. De omstandigheden van klager zijn niet zodanig dat hier voor hem een uitzondering op gemaakt dient te worden. Klager heeft voldoende mogelijkheden om zijn verdediging voor te bereiden en zijn procesbelang is niet geschaad indien hij geen toegang heeft tot het internet.
Mitsdien wordt als volgt besloten.
De beslissingDe beklagcommissie,
verklaart de klacht ongegrond
Deze beslissing is gegeven op 21 augustus 2013 door mr. [..], voorzitter, [..] en [..], leden in tegenwoordigheid van de secretaris, ir. [..].