Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2013/095

Datum uitspraak:
10/09/2013
Artikel:
60 Pbw
Samenvatting:
Voor het beoordelen van toezichtmaatregelen is de directeur voor een deel afhankelijk van informatie die door het GRIP beschikbaar wordt gesteld, ten aanzien van een plaatsing op de GVM-lijst. De directeur dient daarbij een eigen belangenafweging te maken. De beklagcommissie is van oordeel dat uit de door klager bestreden informatie van het GRIP waarvan de betrouwbaarheid niet vaststaal onvoldoende viel af te leiden dat maatregelen noodzakelijk waren.
Uitspraak:

COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ [..].
Beslissing van de beklagcommissie uit de commissie van toezicht op het 12 juli 2013 en 7 augustus 2013 ontvangen klaagschrift van de heer [..].

De directie heeft bij schrijven d.d. 2 augustus 2013 en 8 augustus de beklagcommissie inlichtingen ter zake van voormeld klaagschrift verstrekt.

Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van het klaagschrift d.d. 19 augustus 2013 heeft de beklagcommissie klager en een lid van de directie gehoord.

De inhoud van de bovengenoemde stukken dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

Inhoud van het beklag
Klager beklaagt zich over de verlenging van de opgelegde toezichtmaatregelen in verband met de hoge plaatsing op de GVM-lijst in de periode van 5 juli 2013 tot 2 augustus 2013 en in de periode van 2 augustus 2013 tot 30 augustus 2013

Standpunten van klager en directie
Klager verklaart, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik ben op 31 oktober 2012 aangehouden. De informatie van de politie is op 31 januari 2013 beschikbaar gesteld. De informatie en de bronnen kunnen niet worden getoetst. De informatie was in november 2012 bekend en pas in april zijn toezichtmaatregelen opgelegd. Nergens blijkt uit dat ik tijdens detentie criminele activiteiten heb gepleegd. Op 12 juli 2013 moest ik voorkomen in een strafzaak waar voor alle verdachten de voorlopige hechtenis is geschorst. Ik moest blijven vanwege het uitzitten van een oude straf. De directeur en het GRIP baseren zich op oude informatie. Ik zou een connectie hebben met [..] (die een neef van mij zou zijn). Er is onderzoek gedaan en geen connectie gebleken. Op 22 mei 2013 wordt dit in de GRIP info gezet, terwijl op 16 mei al bekend was dat er geen connectie was. Alle CIE informatie komt uit mijn strafzaak, te weten de verklaring van [..] en info politie Amsterdam. In die zaak ben ik geschorst. Ik heb beroep ingesteld tegen de beslissing van 23 april 2013, de zitting was drie weken geleden. De RSJ heeft de directeur vooral gevraagd naar zijn belangenafweging. Ik verwacht de uitspraak deze week.

De directie voert aan, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik heb met klager gesproken. Ik heb naar aanleiding hiervan met het GRIP gesproken over het feit dat het gedateerde informatie betreft. Ook wat betreft de betrouwbaarheid. Mondeling is mij medegedeeld dat de info van 22 mei 2013 nog steeds actueel is. Het GRIP zag geen aanleiding om deze informatie aan te passen. Ik heb een week daarna gebeld met een verzoek om een schriftelijk rapport, dat is nu drie weken geleden. Er is nog steeds geen schriftelijke rapportage van het GRIP ontvangen. Ik heb zelf geen mogelijkheden om onderzoek te doen. Het streven is om de maatregelen aan te passen, maar ik wil wel wachten op een schriftelijke update. De maatregelen hebben te maken met externe informatie die voor mij moeilijk te controleren valt. Mijn eigen belangenafweging bij het opleggen van de maatregelen heeft bestaat uit het feit dat ik de informatie van klager heb voorgelegd aan het GRIP. Ik heb wel argumenten nodig om de maatregelen aan te passen.
Ter zitting is gebleken dat klager beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de directeur om toezichtmaatregelen op te leggen, waarvan nu de verlengingen worden behandeld. Een aantal weken geleden zijn klager en de directeur gehoord en op korte termijn wordt de uitspraak verwacht. Deze uitspraak zal medebepalend kunnen zijn voor de beoordeling van onderhavige klachten. De beklagcommissie zal de uitspraak van de RSJ afwachten en daarna schriftelijk uitspraak doen.

Op 28 augustus 2013 heeft de beklagcommissie de uitspraak van de RSJ d.d. 20 augustus in het beroep van klager ontvangen.

De beoordeling
De beklagcommissie overweegt dat klager zich beklaagt over het opleggen van toezichthoudende maatregelen voor de periode van 5 juli 2013 tot 2 augustus 2013 en voor de periode van 2 augustus 2013 tot 30 augustus 2013. Deze maatregelen zijn opgelegd in verband met het feit dat klager is geplaatst op de GVM-lijst met een hoog vlucht-/maatschappelijk risico. De plaatsing is gebaseerd op de volgende indicaties: Mediagevoelig, liquidatiegevaar en voorgezet crimineel handelen in detentie.

Door de Minister van Justitie is vastgesteld dat bij gedetineerden met een GVM risicoprofiel een aantal maatregelen geïndiceerd zijn, met name gericht op toezichthoudende aspecten.

In haar uitspraak van d.d. 20 augustus 2013 heeft de beroepscommissie van de RSJ geoordeeld dat het onvoldoende aannemelijk is geworden dat het opleggen van toezichtmaatregelen op 23 april 2013, in het belang van de orde en veiligheid in de inrichting, noodzakelijk was. Het is aan de beklagcommissie om te beoordelen of er sprake is van gewijzigde omstandigheden die de toezichtmaatregelen die op 5 juli 2013 en op 2 augustus 2013 zijn opgelegd, rechtvaardigen.

De beklagcommissie stelt vast dat plaatsing op de GVM-lijst waar de maatregelen van 23 april 2013 uit voortvloeien is gebaseerd op de indicaties “criminele organisatie”, “mediagevoelig” en “voortgezet crimineel handelen in detentie”. Deze indicaties zijn per 5 juli 2013 gewijzigd en zijn mede gebaseerd op liquidatiegevaar.

De beklagcommissie heeft kennis genomen van de GRIP rapportage. Deze rapportage dateert van 22 mei 2013. De informatie waar in de rapportage naar wordt verwezen dateert van de periode november 2012 tot mei 2013. Het betreft hier gedeeltelijk informatie daterend van na 23 april 2013, de datum waarop de eerste maatregelen zijn opgelegd. 

Uit inlichtingen blijkt dat de directeur naar aanleiding van de informatie die klager heeft overgelegd contact heeft gezocht met het GRIP (ongeveer 4 weken voor de zittingsdatum van 19 augustus 2013). Het GRIP heeft telefonisch bevestigd dat de informatie van 22 mei 2013 nog steeds actueel is, er is nog geen schriftelijke rapportage beschikbaar. Klager verklaart dat de informatie waarop zijn plaatsing op de GVM-lijst is gebaseerd, afkomstig is uit zijn strafdossier. In die zaak is hij geschorst. Daarnaast is de informatie uit het GRIP-rapport niet meer actueel.

De directeur is afhankelijk van de informatie die door het GRIP beschikbaar wordt gesteld ten aanzien van klagers plaatsing op de GVM-lijst. Uit vaste jurisprudentie blijkt dat voor de oplegging van toezichtmaatregelen, de verwijzing naar klagers plaatsing op de GVM-lijst onvoldoende is. De directeur dient een eigen belangenafweging te maken.

De directeur verklaart dat zijn belangafweging er uit heeft bestaan om contact te leggen met het GRIP en de informatie die klager heeft gegeven te toetsen. Ook heeft hij meermalen gevraagd naar de actuele stand van zaken. Hoewel de directeur geen invloed heeft op de uitgebrachte informatie door het GRIP kan hij wel zelf bepalen of er een noodzaak bestaat tot het opleggen van (alle) maatregelen behorend bij de hoge plaatsing op de GVM-lijst.

De beklagcommissie stelt vast dat in de eerste beslissing van 23 april 2013 alle maatregelen zijn opgelegd. Bij de verlenging van de maatregelen zijn er een aantal maatregelen vervallen en/of verlicht. De belangrijkste wijzigingen bestaan er uit dat de telefoongesprekken van klager niet meer opgenomen worden en visitatie alleen op indicatie plaatsvindt.

De beklagcommissie is van oordeel dat de na 23 april 2013 bekend geworden informatie niet van dien aard is dat de toezichtmaatregelen, in tegenstelling tot de uitspraak van de RSJ, vanaf 5 juli 2013 wel opgelegd hadden moeten worden. De enige nieuwe informatie uit het GRIP rapport van 22 mei 2013 dateert van begin mei en wordt door klager bestreden. Ook wordt in het rapport uitdrukkelijk vermeld dat er geen oordeel kan worden gegeven over de betrouwbaarheid van de binnengekomen informatie. Het feit dat klager vervolgens is geschorst in zijn strafzaak, waaruit al deze informatie afkomstig is, doet voorts afbreuk aan de aanleiding om toezichtmaatregelen op te leggen. Hoewel de directeur het mogelijke heeft gedaan om aan actuele informatie te komen en ook heeft besloten tot een afbouw (in aantal en zwaarte) van de opgelegde maatregelen, is de beslissing van de directeur om toezichtmaatregelen niet redelijk en billijk. De klachten worden derhalve gegrond verklaard. Nu de rechtsgevolgen van de beslissing niet meer ongedaan kunnen worden verklaard zal de beklagcommissie klager een tegemoetkoming toekennen ter hoogte van € 50,-

Mitsdien wordt als volgt besloten.

De beslissing

De beklagcommissie,

verklaart de klacht gegrond

Deze beslissing is gegeven op 10 september 2013 door mr. [..], voorzitter, mr. [..] en drs. [..], leden in tegenwoordigheid van de secretaris, ir. [..].