Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2015/040

Datum uitspraak:
03/04/2015
Samenvatting:
Aan klager is een ordemaatregel opgelegd op basis waarvan hij in een afzonderingscel verbleef onder cameratoezicht. Klager werd verdacht van het tot zich nemen van contrabande. Twee inrichtingsmedewerkers hebben waargenomen dat klager tijdens het bezoekmoment uit het bekertje van zijn bezoeker dronk. Deze waarneming is niet middels het terugkijken van de camerabeelden geverifieerd. De beklagrechter oordeelt dat de documentatie te summier is en dat niet duidelijk is geworden hoe de inrichtingsmedewerkers het voorval precies hebben geconstateerd. Bovendien is niet duidelijk geworden of klager is gezien door een gedragsdeskundige vanwege het cameratoezicht. De klacht is zodoende gegrond.
Uitspraak:

De beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij de P. I. [..], locatie [..], heeft gelezen het door of namens klager ingediende klaagschrift, ingekomen bij het secretariaat van de Commissie van Toezicht op 04 december 2014 van: [..], destijds verblijvende in de P.I. [..].
 

De beklagcommissie heeft kennisgenomen van de inhoud van de brief met bijlagen van de plv. vestigingsdirecteur d.d. 11 december 2014.


Klager is op 27 februari 2015 rogatoir gehoord door de voorzitter van de beklagcommissie van de P.I. [..].

De beklagcommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 03 april 2015, alwaar klagers  raadsvrouw mr. [..] aanwezig was.


De directie werd vertegenwoordigd door [..], plv. vestigingsdirecteur en [..], juridisch medewerker.


Inhoud van de klacht

Klager beklaagt zich over de opgelegde ordemaatregel d.d. 26 november 2014.


Standpunt klager

Klagers raadsvrouw geeft aan dat het vernederend is geweest voor klager om onder cameratoezicht zijn ontlasting te moeten doen. Klager had bezoek van zijn vader. Zijn vader zat tegenover hem. Toen het bezoek was afgelopen heeft klager het laatste slokje drinken uit zijn eigen bekertje gedronken. Volgens de plv. vestigingsdirecteur heeft klager het bekertje van zijn vader gepakt en leeg gedronken. De raadsvrouw vraagt zich af of dit door camerabeelden is vastgelegd en als dit zo is of dan te zien is uit welk bekertje klager dronk. Ook vraagt zij zich af of er daarnaast nog redenen zijn om klager de maatregel op te leggen. Is er een reden om te vermoeden dat er contrabande in het bekertje zouden zitten?


De raadsvrouw is primair van oordeel dat de beslissing onzorgvuldig is genomen en acht de klacht gegrond en een compensatie van 50 euro op zijn plaats. De raadsvrouw is subsidiair van oordeel dat uit de stukken niet blijkt dat er een inrichtingsarts is geraadpleegd voordat klager conform artikel 24 a lid 2 onder cameratoezicht is geplaatst. Om die reden acht de raadsvrouw de klacht formeel gegrond en acht zij een compensatie van 25 euro op zijn plaats.


De raadsvrouw geeft nog aan dat de medewerkers zich vergist kunnen hebben. Dat fouten gemaakt kunnen worden en dat dit eenvoudig te toetsen was geweest aan de hand van de camerabeelden. Dat ook de meest recente jurisprudentie van de RSJ aangeeft dat het van belang kan zijn om camerabeelden te bekijken. Waarnemingen zijn immers feilbaar. Tot slot geeft de raadsvrouw nog aan dat er in de beschikking niets staat over de eigen veiligheid van klager met betrekking tot het opgelegde cameratoezicht. 


Standpunt directeur

De plv. vestigingsdirecteur geeft aan dat er een schriftelijk verslag bij de stukken zit dat is opgemaakt door twee medewerkers die beiden gezien hebben dat klager uit het bekertje van zijn bezoek dronk. Beiden hebben deze verklaring naar waarheid opgemaakt. Daarom was het niet nodig camerabeelden te bekijken. De plv. vestigingsdirecteur is van oordeel dat er dan ook een gerede verdenking was dat klager contrabande tot zich had genomen. Om die reden heeft klager conform een eerdere uitspraak van de RSJ een maatregel opgelegd gekregen. Deze maatregel is opgeheven nadat klager drie keer schone ontlasting had gehad. Ook de huisregels zijn hier duidelijk over.


Voor wat betreft het cameratoezicht is de plv. vestigingsdirecteur van oordeel dat klager hier niet over geklaagd heeft en om die reden is hier verder geen onderzoek naar gedaan. De plv. vestigingsdirecteur geeft tot slot nog aan dat er een verdenking bestond naar aanleiding van een tweetal verklaringen van een tweetal beëdigde medewerkers.


Beoordeling

Op grond van de inhoud van de stukken en het gehouden verhoor dient de alleen sprekende beklagrechter te beoordelen of het besluit waarover wordt geklaagd, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, onredelijk of onbillijk moet worden geacht.


De alleensprekende beklagrechter is van oordeel dat dit het geval is. Zowel de inhoud van het schriftelijke verslag als de motivering van de ordemaatregel zijn te summier om op basis van deze gegevens een dergelijke ingrijpende maatregel te rechtvaardigen. Het is onduidelijk waar de betreffende medewerkers ten opzichte van elkaar en van klager stonden en hoe zij een en ander hebben geconstateerd. Het rapport is opgemaakt en ondertekend door slechts één medewerker, de heer [X]. In hoeverre [Y] zelfstandig en onafhankelijk van de heer [X] iets heeft waargenomen, kan hieruit niet worden afgeleid. Voor de duidelijkheid was het beter geweest om de camerabeelden te bekijken. Ook is niet duidelijk wat klager in zijn reactie heeft aangegeven, aangezien de (zakelijke weergegeven) inhoud van zijn verklaring noch in de ordemaatregel noch in het schriftelijke verslag is opgenomen. Voorts blijkt niet of een gedragsdeskundige is geraadpleegd met betrekking tot het cameratoezicht. De beslissing is dan ook onzorgvuldig genomen. De alleen sprekende beklagrechter acht de klacht gegrond en acht een compensatie conform de richtlijnen van de RSJ op zijn plaats.


BESLISSING

De beklagrechter verklaart de klacht gegrond en acht een compensatie van 30 euro op zijn plaats (3 dagen à 10 euro).


Aldus gegeven op vrijdag 03 april 2015.