KC 2016/020
- Datum uitspraak:
- 13/04/2016
- Artikel:
- 65 Bjj, 24 Bjj, 55 Bjj, 54 lid 1 Bjj
- Samenvatting:
- Klager beklaagt zich over een ordemaatregel en het beperken van verlof. De beklagcommissie stelt vast dat het inperken van verlof op grond van artikel 55 Bjj alleen van toepassing is ingeval van een disciplinaire straf. In dit geval is enkel een ordemaatregel opgelegd. De beklagcommissie constateert dat het inperken van verlof niet nader is gemotiveerd of gecompenseerd. Klacht wordt gegrond verklaard met tegemoetkoming van 10 euro. De RSJ verklaart directeur niet-ontvankelijk in beroep tegen gegrond verklaard beklag i.v.m. ontbreken gronden van beroep. Beroep tegen tegemoetkoming van € 10,= gegrond, nu rechtsgevolgen beslissing nog ongedaan gemaakt kunnen worden; bepaald dat gemiste verlofuren aan klager worden toegekend.
- Uitspraak:
Uitgewerkte mondelinge uitspraak van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij de [..], locatie [..]
De klacht
Jeugdige [..] (klager) heeft bij brief van 9 januari 2016, op 27 januari door de secretaris ontvangen, een klaagschrift ingediend met betrekking tot een ordemaatregel en het beperken van verlof.
De stukken
De volgende stukken zijn aan de beklagcommissie overgelegd:
- het klaagschrift van 9 januari 2016;
- ordemaatregel van 8 januari 2016;
- verweerschrift (met bijlagen) van 16 februari van [..], Manager Primair Proces, op de klacht van de jeugdige;
De mondelinge behandeling
Op 14 maart 2016 heeft de mondelinge behandeling van de klacht plaatsgevonden.
Aanwezig waren:
- klager en zijn advocaat, mr. [..];
- mr. [..], voorzitter, en mr. [..], secretaris;
- mr. [..], beklagrechter van de Commissie van Toezicht;
- namens de directie: [..] en [..], afdelingshoofd.
Standpunt van klager
Klager heeft gesteld dat hij op 7 januari op kamer is gezet en daardoor zijn verlof niet door kon gaan. Er had zich geen incident voorgedaan; klager meent dat hij voor niets op zijn kamer is gezet. Klager wil hier graag compensatie voor.
Ter zitting heeft klager aangegeven dat hij op 7 januari terug kwam van school. School was die dag uit om 10:30 in plaats van 12:30. Iedereen moest om 11.00 uur op zijn kamer. Er waren al twee jongens op kamer gezet. Klager zou om 14:00 uur op verlof gaan. Dit ging niet door omdat de andere twee jongen werden overgeplaatst; ze werden eerst naar de afzondering gestuurd. In het verweer van de directeur staat dat klager drie dagen later alsnog op verlof is gegaan. Dat klopt niet. Klager gaat wekelijks met verlof, een verlofdag is nu gemist.
Klager stelt dat de directeur nu ter zitting voorstelt dat klager de gemiste uren verlof kan inhalen. Klager heeft dit zelf eerder voorgesteld en besproken met zijn behandel coördinator ([..]). Dat kon toen nu niet. Nu heeft klager geen behoefte meer aan extra uren verlof en wil daarom een financiële vergoeding.
De advocaat heeft ter zitting gesteld dat een grondslag voor het beperken van verlof ontbreekt in het besluit. De directeur verwijst in de brief van 16 februari naar artikel 55 Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj).In dit geval gaat het er niet om dat klager ergens bij betrokken was. Het is dan ook niet duidelijk waarom klager hierom niet op verlof kon. Klager is nu wordt extra zwaar getroffen. Hij wordt dubbel gestraft terwijl er niets gebeurd is.
Standpunt van de directeur
De directeur heeft zich in de brief van 16 februari op het standpunt gesteld dat klager in het kader van de rust en veiligheid op de groep klager terecht op zijn kamer is geplaatst op 9 januari. Een ordemaatregel, plaatsing op kamer, is die dag aan de hele groep opgelegd, zodat en onderzoek naar het onveiligheidsgevoel bij de medewerkers op de groep kon plaatsvinden. Het verlof van klager stond gepland tijdens deze ingezette kamertijd. Dit verlof kon niet doorgaan, drie dagen later is klager alsnog op verlof gegaan.
Ter zitting heeft de directeur gesteld dat de directie en de medewerkers het op 9 januari echt nodig vonden om de hele groep op kamer te plaatsen. Iedereen moest aan het onderzoek meewerken. Het is achteraf niet duidelijk waarom in het verweer is gemeld dat klager na drie dagen op verlof alsnog op verlof is gegaan. De gemiste verlofuren zijn niet ingehaald. Klager gaat wekelijks een dag op verlof. De directeur heeft voorgesteld dat klager wel de uren kan inhalen, naast zijn vaste uren verlof per week.
Er is volgens de directeur geen afzonderlijke beschikking met betrekking tot het intrekken van het verlof opgemaakt; er is alleen een ordemaatregel uitgereikt. De directie zelf geeft alleen extra verlof als compensatie, het is jammer dat dit eerder besproken is geweest tussen klager en een medewerker. Klager kan dit ook direct met de directeur bespreken.
De beoordeling
Artikel 65 Bjj bepaalt dat een jeugdige bij de beklagcommissie beklag kan doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.
Artikel 24 van de BJJ bepaalt dat de directeur de jeugdige kan uitsluiten voor verblijf in de groep of deelname aan activiteiten indien dit in het belang is van de orde of veiligheid van de inrichting noodzakelijk is.
In artikel 55, aanhef en onder d, is bepaald dat de directeur wegens het begaan van feiten als bedoeld in artikel 54, eerste lid, de navolgende disciplinaire straf kan opleggen: weigering, intrekking of beperking van het eerstvolgende verlof.
De beklagcommissie is van oordeel dat uit de stukken en wat ter zitting naar voren is gekomen, blijkt dat er wegens de veiligheid op de groep een ordemaatregel door de directie is genomen in het kader van de rust en veiligheid op de groep. Alle jongeren op de groep zijn op kamer gezet omdat de directie een onderzoek nodig achtte. Dit komt de beklagcommissie niet onredelijk voor en in zoverre is de klacht gegrond.
De beklagcommissie acht de klacht gegrond voor wat betreft het beperken van het verlof. Ten onrechte is gesteld door de directie in het verweer dat verlof kon worden ingetrokken ingevolge artikel 55. Dit artikel kan alleen worden toegepast in het geval een disciplinaire straf is opgelegd. In dit geval heeft de directeur gesteld dat enkel een ordemaatregel is opgelegd. Ter zitting is komen vast te staan dat ook de directeur meent dat het inperken van verlof niet nader is gemotiveerd of gecompenseerd is geweest. Daarom wordt de klacht gegrond verklaard. De beklagcommissie stelt hiervoor een tegemoetkoming van 10 euro vast.
BESLISSING
De beklagcommissie
- verklaart de klacht gegrond
- kent aan klager als compensatie een bedrag van € 10,00 toe
Aldus gegeven op 13 april 2016 door [..] en [..]Er is beroep ingesteld bij de RSJ, het kenmerk hiervan is: 16/0948/JA.
De RSJ heeft het beroep ter zake van de toegekende tegemoetkoming gegrond verklaard en heeft bepaald dat aan klager alsnog de door hem gemiste verlofuren worden toegekend. De RSJ heeft de directeur niet-ontvankelijk verklaard in het beroep ter zake van de gegrondverklaring van het beklag.