Opnieuw zoeken

Sla inhoud over

KC 2018/027

Datum uitspraak:
21/09/2017
Artikel:
6, 8 EVRM, 45, 46, 47 Wetboek van Strafvordering, 36, 36, 68 Penitentiaire beginselenwet
Samenvatting:
Klager heeft een medewerker van de inrichting verzocht om brieven aan zijn raadsman, ten behoeve van de verdediging in zijn strafzaak, te kopiëren. Tijdens het kopiëren heeft de desbetreffende medewerker kennis genomen van de inhoud van deze brieven en hierover gerapporteerd. Klager klaagt erover dat hij in zijn recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot zijn raadsman en in zijn recht op briefgeheim is geschonden en dat een deel van zijn PJ-rapportage onrechtmatig is verkregen. De directie stelt zich op het standpunt dat aan klager op voorhand uitdrukkelijk is medegedeeld dat als er iets gelezen zou worden, dit onder de observatie zou vallen en dat daarover gerapporteerd zou kunnen worden. De beklagcommissie is van oordeel dat het recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot een raadsman een fundamenteel recht is, waar slechts onder bijzondere omstandigheden inbreuk op kan en mag worden gemaakt. In de artikelen 46 en 47 Wetboek van Sv zijn de situaties waarin en omstandigheden waaronder een dergelijke inbreuk gerechtvaardigd is, opgenomen. Naar het oordeel van de beklagcommissie valt een situatie als de onderhavige daar niet onder en is daarom het recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot een raadsman geschonden. Nu er reeds een inbreuk is gemaakt op klagers rechten, vindt de beklagcommissie het een ernstige zaak, dat er bewust en weloverwogen is besloten om van de middels die inbreuk verkregen informatie gebruik te maken in de PJ-rapportage. De beklagcommissie verklaart daarom beide onderdelen van de klacht gegrond.
Uitspraak:

De Beklagcommissie van de Commissie van Toezicht bij het […] te […]

De beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij het […] heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat ingekomen klaagschrift van:

[…], verder te noemen klager en thans verblijvende in de PI […],

Het klaagschrift is gericht tegen een schending van klagers recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot zijn raadsman en het gebruik van de middels die schending verkregen informatie in de Pro Justitia rapportage.

De directeur heeft schriftelijk gereageerd, klager heeft van deze reactie kennis kunnen nemen. Klager is rogatoir gehoord door de voorzitter van de beklagcommissie uit de Commissie van Toezicht bij de PI […].

In het kader van de behandeling van deze klacht heeft de beklagcommissie kennisgenomen van de volgende informatie:
- klaagschrift, gedateerd 5 februari 2017 en ingekomen bij het secretariaat op 8 februari 2017;
- verweerschrift van de directie, gedateerd 16 februari 2017;
- reactie van klager op het verweerschrift d.d. 25 februari 2017;
- proces-verbaal van het rogatoir verhoor van klager op 6 juni 2017, bij het secretariaat ontvangen op 21 juni 2017;
- namens de directie van het […] is op 26 juni 2017 laten weten dat er geen behoefte is aan een nadere reactie op het proces-verbaal.
 
Standpunt klager
Klager beklaagt zich erover dat er in de Pro Justitia-rapportage die is opgemaakt door het […] op pagina 76 van 107 gebruik is gemaakt van informatie uit stukken die bestemd waren voor zijn raadsman. In het kader van de verdediging in zijn strafzaak heeft klager aan een groepsleider gevraagd om stukken te kopiëren die klager wilde toezenden aan zijn raadsman. Klager heeft op 2 februari 2017 kennisgenomen van de inhoud van de PJ-rapportage en heeft op 5 februari 2017, en dus tijdig, beklag ingesteld.

Klager meent dat er sprake is van een schending van de artikelen 6 en 8 van het EVRM en artikel 50 van het Wetboek van Strafvordering (de beklagcommissie leest hier artikel 45, op grond van een hernummering van het Wetboek van Sv). Het recht op briefgeheim is geschonden, aldus klager. Klager heeft verzocht om de desbetreffende stukken te kopiëren en heeft daarbij aangegeven dat het vertrouwelijke informatie betrof die niet mocht worden gelezen en die bestemd was voor zijn raadsman ten behoeve van zijn verdediging. Uit de PJ-rapportage kan klager echter opmaken dat de groepsleider de inhoud van de desbetreffende stukken heeft gelezen, hij omschrijft de inhoud van de stukken namelijk.

Klager wijst erop dat het doel van artikel 45 Wetboek van Sv onder andere is om vertrouwelijke communicatie tussen raadsman en verdachte te waarborgen. Onder brieven dient zowel gesloten als ongesloten correspondentie te worden verstaan. Daarnaast wijst klager op een uitspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) van 5 juli 2006 met kenmerk 06/1644/SGA waarin is geoordeeld dat het voor zichzelf spreekt dat geprivilegieerde post ook na opening, de geprivilegieerde status behoudt. Klager meent dan ook dat een deel van de inhoud van zijn PJ-rapportage onrechtmatig is verkregen door een schending van rechtsregels en rechtsbeginselen.

In reactie op het verweer van de directeur en tijdens het rogatoir horen merkt klager op dat het […] een huis van bewaring is en dat daar de Pbw, artikel 45 Wetboek van Sv en de artikelen 6 en 8 EVRM van toepassing zijn. Op grond van artikel 6, lid 3 sub b. EVRM heeft klager het recht om te beschikken over de faciliteiten die nodig zijn voor zijn verdediging. Hij meent dat het maken van kopieën valt onder die faciliteiten en dat hij daar dus recht op heeft. Het […] had klager daarvoor niet mogen verwijzen naar zijn raadsman. Klager had eerder zonder problemen en met behulp van de psychiater ook al kopieën gemaakt.

Klager ontkent ten stelligste dat aan hem is medegedeeld dat als er tijdens het kopiëren iets gelezen zou worden, hierover gerapporteerd zou kunnen worden. Klager merkt daarbij op dat deze mededeling, als hij al gedaan zou zijn, op zijn minst op schrift had moeten worden gesteld. Klager ontkent eveneens dat hij wist dat de desbetreffende groepsleider de rapporterend groepsleider in zijn onderzoek was. Klager heeft de kopieën namelijk laten maken in de tweede week van zijn verblijf in het […] en heeft pas in de laatste week van zijn verblijf te horen gekregen wie zijn rapporteur was. Daarnaast heeft klager gezien dat niet de groepsleider maar het afdelingshoofd de stukken heeft meegenomen naar de kopieerafdeling. Klager is van mening dat de medewerkers van het […] zich tijdens het kopiëren hadden moeten onthouden van het lezen van de stukken. Het lezen an sich is reeds een inbreuk op klagers rechten maar het feit dat de inhoud is opgenomen in de PJ-rapportage vindt klager een grove schending.    

Standpunt directie
Klager heeft tijdens zijn verblijf in het […] aan een groepsleider gevraagd om stukken ten behoeve van zijn strafzaak te kopiëren. De groepsleiding heeft klager hiervoor in eerste instantie verwezen naar zijn raadsman, maar omdat klager bleef aandringen is er een uitzondering gemaakt en zijn er kopieën gemaakt voor klager. Voordat de kopieën zijn gemaakt is uitdrukkelijk aan klager medegedeeld dat als er iets gelezen zou worden, dit onder de observatie zou vallen en dat daarover gerapporteerd zou kunnen worden. Klager was er ook van op de hoogte dat de betreffende groepsleider de rapporterend groepsleider was in zijn onderzoek. De stukken die klager wilde laten kopiëren bestonden uit A4-tjes met uitgeknipte papieren erop geplakt, hierdoor moesten de stukken blad voor blad gekopieerd worden. De groepsleider had op dat moment dus zicht op hetgeen op de stukken geschreven stond. Vanwege de aard van het geschrevene is besloten om hierover te rapporteren. In het kader van de taakuitoefening dient gerapporteerd te worden over zaken die relevant kunnen zijn voor het onderzoek.    

De directeur is van mening dat klager heeft aanvaard dat zijn stukken gelezen konden worden. Hij heeft immers aan de (rapporterend) groepsleider gevraagd om de stukken voor hem te kopiëren. Klager is er van te voren uitdrukkelijk op gewezen dat mogelijk gerapporteerd zou worden. Volgens de directeur is het dan ook niet in strijd met enige rechtsregel dat hetgeen is gelezen, is openomen in de rapportage. Er is geen inbreuk gemaakt op het vrije verkeer tussen klager en zijn raadsman, evenmin is er sprake van een schending van andere wetsartikelen. De directeur is van mening dat de groepsleider in redelijkheid heeft kunnen handelen zoals hij heeft gedaan. De directeur heeft de indruk dat klager wellicht achteraf spijt heeft van zijn verzoek. 

De beoordeling
Allereerst dient beoordeeld te worden of klager kan worden ontvangen in zijn beklag. Conform artikel 60 lid 1 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kan een gedetineerde bij de beklagcommissie beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.

De beklagcommissie stelt vast dat klager zich beklaagt over een schending van zijn recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot een raadsman en over het gebruik van de middels die schending verkregen informatie in de Pro Justitia-rapportage die door het […] over hem is opgesteld. Klagers recht is volgens hem als volgt geschonden. Hij heeft een medewerker van het […] verzocht om brieven aan zijn raadsman, ten behoeve van de verdediging in zijn strafzaak, te kopiëren. Tijdens het kopiëren heeft de desbetreffende medewerker kennis genomen van de inhoud van deze brieven, zulks wordt door de directeur niet ontkend. De beklagcommissie is van oordeel dat de beslissing van de medewerker om kennis te nemen van de inhoud kan worden gezien als een klager betreffende, namens de directeur genomen beslissing. Dit betekent dat klager naar het oordeel van de beklagcommissie in ieder geval kan worden ontvangen in het eerste gedeelte van zijn beklag.

De beklagcommissie dient vervolgens te beoordelen of het kennisnemen van de inhoud van brieven van klager aan zijn raadsman, rechtmatig is. Namens de directie wordt het standpunt ingenomen dat de manier waarop klager zijn brieven heeft aangeleverd onvermijdelijk maakte dat van de inhoud kennis kon worden genomen. Daarnaast stelt de directie dat klager vooraf is geïnformeerd over de mogelijkheid dat kennis zou kunnen worden genomen van de inhoud van zijn brieven, wat door klager overigens wordt ontkend. Tot slot stelt de directeur van het […] zich op het standpunt dat de wijze waarop is omgegaan met de brieven van klager en het feit dat kennis is genomen van de inhoud past binnen de observatietaak die het […] heeft binnen de opdracht die is gegeven door de rechtsprekende macht.

In artikel 45 van het Wetboek van Strafvordering is bepaald dat een raadsman vrije toegang heeft tot de verdachte die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, hem alleen kan spreken en met hem brieven kan wisselen zonder dat van de inhoud door anderen wordt kennis genomen, een en ander onder het vereiste toezicht, met inachtneming van de huishoudelijke reglementen, en zonder dat het onderzoek daardoor mag worden opgehouden.

In artikel 37 lid 1 sub i. jo. artikel 36 lid 3 Pbw is voorts bepaald dat de directeur niet bevoegd is om op de inhoud van brieven afkomstig van een gedetineerde en gericht aan zijn raadsman, toezicht uit te oefenen. Op grond van het tweede lid van artikel 36 Pbw is de directeur slechts bevoegd om enveloppen of andere poststukken op de aanwezigheid van bijgesloten voorwerpen te onderzoeken en deze hiertoe te openen in aanwezigheid van de betrokken gedetineerde.

De beklagcommissie is van oordeel dat het recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot een raadsman een fundamenteel recht is, waar slechts onder bijzondere omstandigheden inbreuk op kan en mag worden gemaakt. In de artikelen 46 en 47 Wetboek van Sv zijn de situaties waarin en omstandigheden waaronder een dergelijke inbreuk gerechtvaardigd is opgenomen. Naar het oordeel van de beklagcommissie valt een observatie in het […] daar niet onder. De Pbw kent naar het oordeel van de beklagcommissie geen mogelijkheid voor toezicht op de inhoud van brieven tussen de gedetineerde en zijn raadsman, getuige het bepaalde in artikel 37 lid 1 sub i. jo. artikel 36 lid 3 Pbw. 

Voor de beoordeling van de (on)rechtmatigheid van het handelen van de medewerkers van het […] maakt het niet uit of klager al dan niet op voorhand is geïnformeerd over de mogelijkheid dat kennis zou worden genomen van zijn brieven tijdens het kopiëren. De beklagcommissie is van oordeel dat de desbetreffende medewerker onrechtmatig heeft gehandeld. De opdracht van de rechtsprekende macht om klager te observeren is onvoldoende legitimatie voor een inbreuk op een fundamenteel recht zoals het recht op vrije en vertrouwelijke toegang tussen een van zijn vrijheid beroofde verdachte en diens raadsman. Daar komt bij dat aan een dergelijke inbreuk in ieder geval diverse waarborgen zijn verbonden, aan welke waarborgen in dit geval niet is voldaan nu slechts mondeling tegen klager zou zijn gezegd dat mogelijk kennis zou kunnen worden genomen van de inhoud van zijn brieven.

De beklagcommissie is, gelet op het vorenstaande, dan ook van oordeel dat er sprake is van een niet gerechtvaardigde inbreuk op klagers recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot een raadsman. Immers is er zonder dat daarvoor een legitimatie bestond door een medewerker van het […] kennis genomen van de inhoud van brieven van klager aan zijn raadsman, in het kader van de verdediging in zijn strafzaak. Dit betekent dat het eerste gedeelte van klagers beklag gegrond zal worden verklaard.

De beklagcommissie dient voorts te beoordelen of klager ook kan worden ontvangen in het tweede gedeelte van zijn beklag, namelijk het gebruik maken van de middels hierboven vastgestelde schending verkregen informatie in de PJ-rapportage die door het […] is opgesteld over hem. Het is vaste jurisprudentie van de beklagcommissie dat de wijze waarop de door de rechtsprekende macht verzochte rapportage tot stand komt of is gekomen niet valt onder het bereik van de Pbw en daarmee buiten de beslissingen waarover op grond van de Pbw een klacht kan worden ingediend bij de beklagcommissie. Dit kan anders zijn indien bij het uitvoeren van het onderzoek is gehandeld in strijd met enige bepaling van de Pbw.

De beklagcommissie is van oordeel dat daarvan in het onderhavige geval sprake is. Immers zojuist is vastgesteld dat in strijd met artikel 45 Wetboek van Sv en artikel 37 lid 1 sub i. jo. artikel 36 lid 3 Pbw kennis is genomen van de inhoud van klagers brieven aan zijn advocaat. Over de inhoud van deze brieven is vervolgens gerapporteerd en informatie uit de desbetreffende brieven is opgenomen in de PJ-rapportage die het […] in opdracht van de rechtsprekende macht heeft uitgebracht. De beklagcommissie is daarom van oordeel dat bij de uitvoering van het desbetreffende onderzoek is gehandeld in strijd met de Pbw en het Wetboek van Sv. Dit betekent dat de beklagcommissie niet tot een andere conclusie kan komen dan dat klager eveneens kan worden ontvangen in het tweede gedeelte van zijn beklag en dat ook dit gedeelte gegrond moet worden verklaard.

De beklagcommissie vindt het een ernstige zaak dat nadat er reeds inbreuk is gemaakt op klagers rechten, bewust en weloverwogen is besloten om van de middels die inbreuk verkregen informatie gebruik te maken in de PJ-rapportage. Zelfs indien de desbetreffende medewerker onvermijdelijk kennis had kunnen nemen van de desbetreffende informatie tijdens het kopiëren van de poststukken van klager, dan had vervolgens de keus gemaakt kunnen en moeten worden gemaakt om hierover niet te rapporteren en van deze informatie niet verder gebruik te maken. Deze keus is niet gemaakt en dat maakt dat het beklag gegrond verklaard dient te worden.

Artikel 68 lid 2 en lid 3 sub a. Pbw biedt de beklagcommissie de mogelijkheid om in geval van een gegrondverklaring van het beklag, de directeur op te dragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak. In dit geval acht de beklagcommissie zich echter niet bevoegd om van die mogelijkheid gebruik te maken. Het […] heeft de PJ-rapportage uitgebracht in opdracht van de rechtsprekende macht en het is niet aan de beklagcommissie om dienaangaande nadere opdrachten aan de directeur te geven.

Artikel 68 lid 2 en lid 7 Pbw biedt de beklagcommissie daarnaast de mogelijkheid om, indien de rechtsgevolgen van de beslissing waarover wordt geklaagd niet meer ongedaan te maken zijn, aan klager een geldelijke tegemoetkoming toe te kennen. Van die mogelijkheid zal de beklagcommissie wel gebruik maken. Het recht op vrije en vertrouwelijke toegang tot een raadsman is een universeel en fundamenteel (grond)recht, de aard van de schending van een dergelijk recht maakt dat de beklagcommissie van oordeel is dat een tegemoetkoming ter hoogte van € 150,- passend en geboden is.

BESLISSING
De beklagcommissie verklaart beide onderdelen van het beklag gegrond en kent aan klager een tegemoetkoming toe ter hoogte van € 150,-.

Aldus gegeven op 21 september 2017 door mr. […] (voorzitter), mw. mr. […] en drs. […] (leden), bijgestaan door mw. mr. […], secretaris.