KC 2023/004
- Datum uitspraak:
- 10/01/2023
- Artikel:
- 36, 40 Pbw
- Samenvatting:
- Klager heeft een brief geadresseerd aan het dagblad De Telegraaf ter verzending aangeboden. De directie heeft geweigerd deze brief te verzenden. Klager is het niet eens met deze beslissing. Klager stelt dat hij niet wist dat hij voor contact met de media eerst toestemming moest vragen aan de directeur. De mistanden die klager wilde openbaren zijn volgens hem bovendien van algemeen belang. De directeur heeft de inhoud van de brief van klager getoetst en geoordeeld dat de inhoud maatschappelijke onrust zou geven. De weigering tot verzenden is volgens de directie dan ook niet onredelijk of onbillijk. De beklagcommissie is van oordeel dat de directie op grond van artikel 40 Pbw kon beslissen de brief niet te verzenden, nu vaststaat dat klager voorafgaand aan de poging tot verzending van zijn brief geen toestemming heeft gevraagd noch gekregen om contact te mogen zoeken met de media. Het beklag wordt daarom ongegrond verklaard. De beklagcommissie merkt nog op dat het correcter was geweest de brief ongeopend aan klager te retourneren, nu uit de adressering al bleek dat het ging om een brief gericht aan de media. Op grond van artikel 36 Pbw was de directeur evenwel bevoegd de brief te openen en controleren.
- Uitspraak:
UITSPRAAK VAN DE BEKLAGCOMMISSIE VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT BIJ PENITENTIAIRE INRICHTING NIEUWEGEIN, LOCATIE ZEIST
De procedure
De beklagcommissie heeft kennisgenomen van de klacht van:[…], verder te noemen klager.
De klacht is gericht tegen de beslissing van de directeur om de verzending van een poststuk van klager aan een groot landelijk dagblad te weigeren.
De directeur heeft schriftelijk gereageerd. Klager heeft een kopie daarvan ontvangen. De klacht is behandeld op de beklagzitting van 8 december 2022 in PI Nieuwegein, locatie Zeist, waarbij aanwezig waren klager, de plv. vestigingsdirecteur en de juridisch medewerker.
De standpunten in de beklagprocedure
Het standpunt van klager
Klager is het niet eens met de beslissing van de directeur om de verzending van een poststuk van klager aan een groot landelijk dagblad tegen te houden. Klager stelt dat hij niet wist dat hij voor contact met de media eerst toestemming moest vragen aan de directeur. Klager is geen strafrecht of penitentiair recht deskundige. Klager had wel een vermoeden dat er bepaalde regels golden, maar hij dacht dat dit onder bepaalde omstandigheden wel zou mogen en dat dit in zijn geval zo was. Klager stelt verder dat de mistanden die hij wilde openbaren van algemeen belang zijn en dat dit daarom boven andere belangen gaat.
Het standpunt van de directeur
Op grond van artikel 36 lid 4 Pbw kan de directeur de verzending van bepaalde brieven weigeren. In de huisregels staat onder 3.8.5 Contacten met de media opgenomen dat contacten met de media alleen zijn toegestaan als de directeur hiervoor toestemming heeft gegeven. Dit blijkt ook uit artikel 40 van de Pbw.
Op 3 november 2022 heeft klager een schriftelijke mededeling uitgereikt gekregen dat zijn poststuk welke hij naar De Telegraaf wilde verzenden, niet wordt verzonden. De directeur heeft de inhoud van de brief getoetst en geoordeeld dat de inhoud maatschappelijke onrust zou geven. In de brief heeft klager het onder andere over hoe het komt dat hij in deze situatie terecht is gekomen. Daarnaast schrijft klager ook in de brief dat er binnen de Pl Nieuwegein verschillende incidenten rondom hem hebben afgespeeld en klager beklaagt zich over de afhandeling daarvan.
Enerzijds speelt het belang van de orde, rust en veiligheid binnen de inrichting en de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven een rol en anderzijds het belang van klager dat hij contact wil leggen met de externe media. In casu hecht de inrichting een zwaarder belang aan de veiligheid binnen de inrichting en de bescherming van slachtoffers. Op grond van het voorgaande kan het besluit het poststuk weigeren te verzenden niet als zodanig onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Er wordt verzocht de klacht ongegrond te verklaren.
De beoordeling
Juridisch kader
Op grond van artikel 36 lid 1 Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft de gedetineerde het recht brieven en stukken per post te verzenden en te ontvangen. Op grond van lid 3 van dit artikel is de directeur bevoegd op de inhoud van brieven of andere poststukken afkomstig van of bestemd voor gedetineerden toezicht uit te oefenen. Volgens lid 4 van dit artikel kan de directeur de verzending of uitreiking van bepaalde brieven of andere poststukken alsmede bijgesloten voorwerpen weigeren, indien dit noodzakelijk is met het oog op één van de in het artikel genoemde belangen.Op grond van artikel 40 lid 1 Pbw kan de directeur toestemming geven voor het voeren van een gesprek tussen de gedetineerde en een vertegenwoordiger van de media, voor zover dit zich verdraagt met één van de in het artikel genoemde belangen.
Ten aanzien van de wijze waarop dit soort contacten met de media kan worden gemaakt is in de Circulaire Contacten tussen gedetineerden/directeuren en de media van 18 juni 1999, nr. 761025/99/DJI (Curculaire) een nadere uitwerking gegeven namens de minister. In de Circulaire is bepaald dat dergelijke contacten slechts worden toegestaan nadat daarvoor toestemming is verzocht aan de directeur en de directeur die toestemming heeft gegeven.
In de Huisregels PI Nieuwegein, locatie Zeist Huis van bewaring en Gevangenis, 2022, p. 27 is, voor zover hier relevant, bepaald dat contacten met de media alleen zijn toegestaan als de directeur hiervoor toestemming heeft gegeven.
Op grond van artikel 58 lid 1 en 2 Pbw geeft de directeur de gedetineerde van de weigering van verzending of uitreiking van een brief of ander poststuk onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling.
Inhoudelijke beoordeling
De beklagcommissie stelt vast dat klager een brief geadresseerd aan het dagblad De Telegraaf ter verzending heeft aangeboden. De geadresseerde van de brief moet worden aangemerkt als vertegenwoordiger van de media als bedoeld in artikel 40 Pbw. Op 3 november 2022 heeft de directeur beslist dat de verzending van dit poststuk aan de Telegraaf werd geweigerd. Van deze beslissing is op 3 november 2022 een schriftelijke mededeling opgemaakt en uitgereikt aan klager.
Vaststaat dat klager voorafgaand aan de poging tot verzending van zijn brief aan De Telegraaf geen toestemming heeft gevraagd noch gekregen om contact te mogen zoeken met de media. Gelet daarop kon de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, in redelijkheid beslissen de brief niet te verzenden. Het beklag zal dan ook ongegrond worden verklaard.
De beklagcommissie acht het van belang nog op te merken dat het correcter was geweest de brief ongeopend aan klager te retourneren, nu uit de adressering al bleek dat het ging om een brief gericht aan de media. Op grond van artikel 36 Pbw was de directeur evenwel bevoegd de brief te (laten) openen en controleren.
BESLISSING
De beklagcommissie verklaart de klacht ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 10 januari 2023 door mr. E. Hullegie, voorzitter, dr. J. Koudstaal en G. van der Laan, leden, bijgestaan door mr. S. van den Heerik, secretaris.