Sla inhoud over

Diversen

Inhoud[1]

  1. Inleiding
  2. Experimenten
  3. Varia


1. Inleiding

In deze vierde en laatste bijdrage ter introductie van de zogenaamde Veegwet enkele losse onderwerpen die betekenis kunnen hebben voor de praktijk van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende sancties. Onderwerpen uit de Veegwet die wijzing van andere wetten dan de Beginselenwetten meebrengen zijn in dit vierluik niet besproken.

2. Experimenten
De Veegwet houdt uitsluitend voor de Pbw (art. 77a en 77 b) een toevoeging in met een regeling om door middel van experimenten – in de woorden van de Mvt[2] - in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in het veld.[3] Concrete voornemens om de in de Pbw gevoegde bepalingen toe te passen, ontbreken.[4] Voorbeelden hebben betrekking op het normaliseren van de arbeid, het dragen van eigen kleding en interne differentiatie.[5]

Art. 77b Pbw bevat een limitatieve opsomming van de bepalingen uit de Pbw die experimenteel geheel of gedeeltelijk buiten werking kunnen worden gesteld: art. 8 t/m 10 inzake de bestemming van inrichtingen, art. 13 inzake de mate van beveiliging, art. 44 lid 2 inzake kleding en schoeisel, art. 47 inzake arbeid en art. 59a en 71c inzake bemiddeling. De wet beperkt de mogelijkheid van experimenten door exclusieve doelen in art. 77b op te nemen. Zo kunnen bijzondere technologische ontwikkelingen een doel van het buiten werking stellen van art 13 (mate van beveiliging) zijn. De limitatieve opsomming staat, voor zover ik kan overzien, in de weg aan een pilot met griffierecht bij beklag, zoals onlangs is aanbevolen in een advies van de RSJ.[6]  

Art. 77a Pbw bevat de procedure voor de toepassing van de experimenteerbepaling. Er is een Amvb van bepaalde duur vereist, waarin die duur beperkt is tot maximaal twee jaar.[7] Er is voorzien in een zogenaamde voorhangprocedure nu de voordracht voor de AmvB niet eerder wordt gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers van de Staten-Generaal is overgelegd. De minister voor Rechtsbescherming is verplicht drie maanden voor het einde van de werkingsduur van een AmvB aan beide Kamers een verslag uit te brengen over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk.

3. Varia
Te wijzen is nog op enkele wijzigingen van de Pbw van uiteenlopende aard.

a. Het begrip penitentiaire inrichting in de Pbw wordt verruimd door de bepaling dat een inrichting kan zijn gevestigd op verschillende locaties binnen hetzelfde arrondissement (art 3 lid 1 Pbw). Voor gedetineerden kan dit betekenen dat een overplaatsing die nu als een zogenaamde externe overplaatsing geldt en waartegen bezwaar en beroep mogelijk is, wordt tot een interne overplaatsing waartegen beklag en beroep openstaat. In dat laatste geval zou het dan bijvoorbeeld kunnen gaan om overplaatsingen tussen Ter Apel en Leeuwarden, Almelo en Zwolle of Sittard en Roermond.

b. Art. 3 lid 4 Pbw wordt zo gewijzigd dat de aanwijzing van een plaatsvervangend directeur kan worden beperkt tot bepaalde aan de directeur voorbehouden beslissingen en wel uitsluitend de maatregelen die inhouden uitsluiting van activiteiten, (verlenging van) plaatsing in afzondering en oplegging van disciplinaire straffen. Een misslag op dit laatste punt is hersteld middels de Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke.

c. De opsomming van personen en instanties die vrije toegang tot gedetineerden hebben en ongecensureerd kunnen communiceren in art. 37 Pbw is onder meer in verband met het Committee for Prevention of Torture (CPT) uitgebreid.  

------------------------------------------------------------------------------------
[1] In het tijdschrift Sancties 2020, aflevering 2 (verschijnt in maart/april) zal de Veegwet nader worden besproken. Zie P.C. Vegter, Veegt de Veegwet schoon?

[2] Memorie van toelichting, p. 11 en 12.

[3] De art. 80a en 80b Bjj bevatten sinds 1 juli 2011 al een beperktere mogelijkheid. De Bvt kent geen experimenteerbepaling.

[4] Vgl. het Verslag van de Vaste Kamercommissie, p. 10.

[5] De Nota naar aanleiding van het nader verslag (p. 20) houdt in dat het experiment betrekking kan hebben op alle gedetineerden, maar ook slechts op een beperkte groep. In experimenten met betrekking tot één gedetineerde voorziet de wet niet.    

[6] Spanning in detentie, november 2019, aanbeveling 10.

[7] Indien gedurende die twee jaar een voorstel van wet wordt ingediend vervalt daarmee de beperking tot twee jaar (art. 77a lid 6 Pbw). Verlenging zonder een dergelijk voorstel is daarmee wettelijk uitgesloten.