Toelichting op de Wet straffen en beschermen
De Wet straffen en beschermen verscheen op 24 juni 2020 in het Staatsblad (nr. 224). De invoering van deze wet was voorzien op 1 mei 2021, maar de minister van Rechtsbescherming heeft bij brief van 2 april 2021 bericht dat de invoering is uitgesteld.[1] De invoering geschiedt nu gefaseerd. De minister schrijft: “De keuze voor dit scenario maakt dat de nieuwe PP-regeling later in werking treedt en het meewegen van het slachtofferbelang zoals beoogd bij het re-integratieverlof later wordt ingevoerd. Op advies van de bestuurders is inwerkingtreding van de nieuwe PP-regeling voorzien per 1 december 2021 en zal het meewegen van het slachtofferbelang bij het re-integratieverlof via een groeimodel volledig worden geïmplementeerd in 2022.”
Belangrijke redenen voor de gefaseerde invoer zijn volgens de minister dat de datum van 1 juli 2021, anders dan 1 mei, de benodigd gebleken ruimte biedt om de advisering op nadere regelgeving – van de Raad van State en de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming – ordentelijk te verwerken én geformuleerde juridica, beleidsregels en instructies enkele weken voor invoering te kunnen publiceren, zodat de nieuwe werkwijze van meet af aan duidelijk en bekend is. Dat niet wordt ingevoerd zonder advies over de uitvoeringsregels moet voor zich spreken. Of door de gefaseerde invoering de regelingen van meet af aan duidelijk en bekend zijn, moet worden afgewacht. Hoe dan ook beoogt het Kenniscentrum Commisssie van Toezicht (hierna: Kenniscentrum) door in drie stappen nader aandacht te besteden aan de invoering van de wet bij te dragen aan de bekendheid en de duidelijkheid. Nogal wat onderdelen van de nieuwe wetgeving zijn voor het functioneren van de commissies van toezicht van praktisch belang.
De eerste stap is deze algemene introductie. De tweede stap houdt een bijdrage in over de inwerkingtreding van de verschillende onderdelen met aandacht voor:
- Detentie- en re-gintegratieplan
- Verstrekken van gegevens over gedetineerden
- Arbeid
- Varia
De derde stap is een bijdrage over de wijziging van de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Belangrijk is het er nu al op te wijzen dat de wijziging in ieder geval geen gevolgen heeft voor gedetineerden die een straf uitzitten op grond van een vonnis of arrest dat voor 1 juli 2021 is gewezen. Ook zal er aandacht worden besteed aan de nieuwe regels omtrent (re-integratie)verlof.
De vierde en laatste stap betreft een bijdrage over detentiefasering, de wijziging van het penitentiair programma, en (voor zover mogelijk) de belangen van slachtoffers.
De bijdragen zullen worden geschreven door leden van de redactieraad van het Kenniscentrum. We hopen hiermee de bekendheid van de nieuwe regels en de duidelijkheid daarover te bevorderen. Reacties zijn welkom en kunnen worden gemaild aan:
kenniscentrumcvt@rechtspraak.nl.
[1] Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 122, nr. 39.